Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

Besluit van de raad houdende de gedragscode integriteit politiek ambtsdragers 2019 [Gedragscode politiek ambtsdragers 2019]

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de raad houdende de gedragscode integriteit politiek ambtsdragers 2019 [Gedragscode politiek ambtsdragers 2019]
CiteertitelGedragscode politieke ambtsdrager Gennep 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Gedragscode politieke ambtsdrager Gennep 2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-2019nieuwe regeling

11-03-2019

gmb-2019-62872

313542

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de raad houdende de gedragscode integriteit politiek ambtsdragers 2019 [Gedragscode politiek ambtsdragers 2019]

 

De gemeenteraad van de gemeente Gennep,

 

gelet op het voorstel van het presidium van 10 december 2018;

 

gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 18 februari 2019;

 

besluit:

 

de Gedragscode politiek ambtsdragers 2019 vast te stellen, luidende:

 

Deel I

 

Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers

Leden van het dagelijks en algemeen bestuur van een gemeente, provincie of waterschap stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, de provincie of het waterschap, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politiek ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid

Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

 

Deel II

 

Gedragscode politiek ambtsdragers 2019

1. Algemene bepalingen

1.1 Deze gedragscode geldt voor de politiek ambtsdragers van de gemeente tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

1.2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college of in het presidium.

1.3 De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

1.4 Politiek ambtsdragers ontvangen een exemplaar van de code.

1.5 Een politiek ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

1.6 De burgemeester treedt vanuit zijn functie van voorzitter van de gemeenteraad en in lijn met artikel 170 van de Gemeentewet op als bewaker/stimulator van de bestuurlijke integriteit.

2. Belangenverstrengeling

2.1 Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3 Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

2.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

2.5 Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.6 Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

2.7 Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

2.8 Een politiek ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

2.9 Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten bedoeld in het eerste deel komen ten goede aan de kas van gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.

3. Informatie

3.1 Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

3.2 Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter.

3.3 Een politiek ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

3.4 Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

3.5 Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

4. Geschenken, diensten en uitnodigingen

4.1 Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

4.2 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

4.3 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden.

4.4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politiek ambtsdrager dit in het college, respectievelijk presidium waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

4.5 Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen waarvan het vermoeden kan bestaan dat deze een relatie hebben met de functie worden niet geaccepteerd.

4.6 Een politiek ambtsdrager bespreekt in het college, respectievelijk presidium, uitnodigingen van commerciële partijen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

5. Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen

5.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politiek ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

5.2 Een politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

5.3 In geval van twijfel over een declaratie wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en in geval van de burgemeester aan de gemeentesecretaris en zonodig ter besluitvorming aan het college.

5.4 Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (anders dan Nord Rhein-Westfalen) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van een commerciële partij heeft vooraf toestemming nodig van het college. Hij verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop eventueel van de reis verslag wordt gedaan. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt het presidium van de besluitvorming in het college op de hoogte gesteld.

5.5 Het ten laste van de gemeente, de provincie of het waterschap meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

5.6 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

5.7 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan mits de extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager komen en moet betrokken worden bij de besluitvorming.

5.8 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het de bruikleen betreft van een fax, mobiele telefoon, tablet en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

6. Onderhandelingen

6.1 Een politiek ambtsdrager voert alleen onderhandelingen met private personen of organisaties welke gericht zijn op rechtsgevolgen in het bijzijn van een ambtelijk medewerker. De ambtelijk medewerker maakt een verslag van het gesprek. Dit verslag wordt opgeborgen in het betreffende dossier.

 

7. Slotbepaling

De Gedragscode politiek ambtsdrager Gennep 2014 wordt ingetrokken

De Gedragscode politiek ambtsdrager Gennep 2019 treedt in werking de dag na bekendmaking.

 

 

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 11 maart 2019.

De raad voornoemd,

De griffier, De heer J.W.M. van der Knaap

De voorzitter, De heer P.J.H.M. de Koning

Stappenplan onderzoek en registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers.

 

Inleiding

Gedragscodes zijn voor gemeenten verplicht op grond van de Gemeentewet. Het is de raad die zowel voor de eigen leden als voor de bestuurders een gedragscode vaststelt. Voor de opstelling van deze code is mede gebruik gemaakt van bestaande voorbeelden. Onder bestuurders worden verstaan de burgemeester en de wethouders. Onder gekozen volksvertegenwoordigers worden de raads- en burgerraadsleden verstaan. Op een enkele uitzondering na richten de gedragsregels zich op al deze politieke ambtsdragers. De code heeft bestuurlijke en politieke relevantie. Politiek ambtsdragers zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar. Wanneer zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. Het rechtskarakter van een gedragscode is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels. De Gemeentewet laat de gemeente ruimte bij de inhoudelijke invulling. Naast deze code bestaan er voorschriften die in wet of elders geregeld zijn, bijvoorbeeld over fraude, valsheid in geschrifte en over nevenfuncties. In de handreiking is daarop ingegaan. Dergelijke voorschriften zijn niet in deze code opgenomen.

 

Wat en welke stappen moeten worden gezet wanneer als de integriteit toch mogelijk geschonden wordt of daarvan het vermoeden bestaat? Dan is het handig als er een protocol en een stappenplan beschikbaar zijn die als checklist of leidraad kunnen dienen.

 

Algemeen

  • 1.

    Onder politiek ambtsdragers wordt verstaan: de burgemeester, de leden van het college, de raadsleden en de burger raadsleden.

  • 2.

    In gevallen waarin dit stappenplan niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium of de raad.

  • 3.

    Het stappenplan is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 4.

    De burgemeester, de leden van het college, de raadsleden en de burgerraadsleden ontvangen een exemplaar van dit stappenplan.

  • 5.

    Uitgangspunt bij het gebruik van dit stappenplan is de 'Gedragscode politiek ambtsdragers Gennep’ die op dat moment van kracht is.

 

Melding

  • 1.

    Meldingen van vermeende integriteitsschendingen worden gedaan bij de burgemeester, die deze in behandeling neemt.

  • 2.

    Meldingen over de burgemeester worden gedaan bij de plaatsvervangend voorzitter van het presidium, in veel gevallen zal dit de plaatsvervangend voorzitter van de raad zijn, die in de plaats treedt van de burgemeester bij het zetten van de stappen volgens het stappenplan.

 

Vooronderzoek

  • 1.

    Bij twijfel over het wel of niet instellen van een feitenonderzoek kan de burgemeester besluiten een vooronderzoek te doen om te bepalen of er een feitenonderzoek nodig is.

  • 2.

    Van de bevindingen uit het vooronderzoek wordt een rapport opgemaakt, dat ter vaststelling wordt voorgelegd aan het presidium.

  • 3.

    Het presidium bepaalt of het vooronderzoek aanleiding geeft voor een feitenonderzoek. Het presidium kan het besluit voorleggen aan de gemeenteraad.

  • 4.

    De betrokken politiek ambtsdrager wordt over het doen van het vooronderzoek en van de uitkomst van het onderzoek tijdig op de hoogte gesteld.

  • 5.

    De melder wordt geïnformeerd als wordt besloten geen feitenonderzoek in te stellen.

  • 6.

    Bij het vermoeden van een opzettelijk valse beschuldiging onderneemt de burgemeester actie tegen de melder in de vorm van een feitenonderzoek of een aangifte bij de politie.

 

Feitenonderzoek

  • 1.

    De burgemeester geeft opdracht tot een feitenonderzoek aan een interne of externe onderzoekscommissie.

  • 2.

    De interne onderzoekscommissie bestaat uit de burgemeester en een vertegenwoordiger namens het presidium. De commissie wordt ambtelijk ondersteund. Aan deze commissie kunnen deskundigen worden toegevoegd.

  • 3.

    Als de afstand tussen de interne onderzoekers en de betrokken politiek ambtsdrager te klein is om voldoende objectief onderzoek te garanderen, dan stelt de burgemeester gehoord het presidium of de gemeenteraad een externe onderzoekscommissie in.

  • 4.

    Een externe onderzoekscommissie bestaat uit personen buiten de organisatie.

  • 5.

    De externe commissie stelt een multidisciplinair team samen, opdat de juiste kennis voor het doen van het feitenonderzoek aanwezig is.

 

Opdrachtverstrekking

De burgemeester komt een schriftelijke onderzoeksopdracht met de onderzoeker(s) overeen.

In de opdracht staan in ieder geval vermeld de aanleiding, de onderzoeksopdracht en de verwachte duur en kosten van het onderzoek.

 

Kennisgeving aan betrokkene

  • 1.

    De betrokken politiek ambtsdrager wordt over het instellen van een feitenonderzoek op tijd per brief geïnformeerd.

  • 2.

    In de brief is in ieder geval opgenomen:

    • a.

      een omschrijving van het handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen van het onderzoek;

    • b.

      de melding dat betrokkene en getuigen kunnen worden gehoord;

    • c.

      de melding dat als andere feiten en omstandigheden bekend worden die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de omvang, aard en ernst van de integriteitsbreuk, het onderzoek zich kan uitstrekken tot die feiten en omstandigheden.

 

Horen van betrokkenen en getuigen

  • 1.

    De betrokken politiek ambtsdrager en getuigen kunnen worden gehoord.

  • 2.

    De gesprekken worden gehouden door minimaal twee personen.

  • 3.

    Er wordt een espreksverslag opgemaakt en ondertekend door de onderzoekers en de getuigen/betrokkene.

  • 4.

    De gehoorde krijgt de mogelijkheid om binnen vijf werkdagen schriftelijk te reageren op het verslag.

  • 5.

    Als de gehoorde weigert te tekenen wordt daarvan melding gemaakt in het verslag. Als de gehoorde dat wil, wordt er een schriftelijke weergave van de afwijkende mening van de gehoorde bij het verslag gedaan.

 

Aangifte

  • 1.

    Als er een vermoeden is van een misdrijf doet de burgemeester na overleg met het presidium aangifte bij de politie.

  • 2.

    Vanaf dat moment wordt alle informatie voorgelegd aan de politie eventueel na overleg met de officier van justitie.

 

Communicatie

De burgemeester zorgt voor de interne en externe communicatie.

 

Onderzoeksrapportage

  • 1.

    De burgemeester biedt de onderzoeksrapportage aan de raad aan. De rapportage bevat alle informatie die nodig is om zich een oordeel te kunnen vormen over het vermoeden van de integriteitsschending. Wanneer de betrokken politiek ambtsdrager wethouder is, informeert de burgemeester ook het college over de onderzoeksrapportage.

  • 2.

    De raad beoordeelt of het rapport aanleiding geeft om aangifte te doen of een motie in te dienen.

 

Besluitvorming

Bij de vastgestelde schending van de integriteit kan tegen de betreffende politiek ambtsdrager een motie worden aangenomen dan wel aangifte bij de politie worden gedaan.

 

Registratie integriteitsschendingen

  • 1.

    De vermoedens van schendingen, de aard van de daarop volgende onderzoeken en de afdoeningen worden vastgelegd in een 'registratie integriteitsschendingen'.

  • 2.

    Indien één of meer onderzoeken als vorenvermeld in enig jaar heeft of hebben plaatsgevonden dan wordt de raad schriftelijk geïnformeerd over het gevoerde integriteitsbeleid.