Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Havenbeveiligingswet |
Citeertitel | Mandaatbesluit Havenbeveiligingswet 1 februari 2019 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeentelijke Organisatie (Intern) |
Geen
artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2019 | 01-11-2018 | Nieuwe regeling | 10-02-2019 | BW19-00040 |
De Burgemeester van Bergen op Zoom,
- Dat ter uitvoering van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEG L 129), hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-Verdrag en de Internationale Code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS Code) nationale wetgeving is gecreëerd in de vorm van de Havenbeveiligingswet;
- Dat aan de burgemeesters van gemeenten met zeehavens een medebewindstaken is opgelegd ten aanzien van onder meer het beoordelen van havenfaciliteiten, het goedkeuren van veiligheidsplannen van havenfaciliteiten en het instemmen met gelijkwaardige beveiligingsregelingen;
- Dat het wenselijk is de uitvoering van de in de Havenbeveiligingswet neergelegde medebewindstaken te mandateren aan de daartoe aangewezen Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer);
- Dat het wenselijk is de adviseur veiligheid van de gemeente Bergen op Zoom aan te wijzen als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer);
1. De adviseur veiligheid van de gemeente Bergen op Zoom is aangewezen als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer) als bedoeld in artikel 4c van de wet.
2. De functionaris die hem binnen zijn werkveld vervangt kan optreden als plaatsvervangend Havenveiligheidsfunctionaris (plaatsvervangend Port Security Officer).
Aan de Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer) wordt mandaat respectievelijk machtiging verleend om te beslissen respectievelijk handelingen te verrichten omtrent:
a. De uitvoering van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 4 van de wet;
b. De coördinatie van havenveiligheidsmaatregelen en maatregelen als bedoeld in artikel 4d van de wet;
c. Het in acht nemen van algemene en bijzondere aanwijzingen bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet;
d. Het verschaffen van inlichtingen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet;
e. Het doen van een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
f. Het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 8 van de wet; het verlenen van een ontheffing of een instemming met een gelijkwaardige beveiligingsregeling als bedoeld in artikel 10 van de wet;
g. Het uitvoeren van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 11 a van de wet;
h. Het uitvoeren van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 11 b van de wet.
Aan de beslissingen en handelingen als bedoeld in artikel 3 worden vooraf ter nadere besluitvorming aan de burgemeester voorgelegd indien:
a. Het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;
b. Er, behoudens zaken met een routinematig karakter, rekening moet worden gehouden dat de burgemeester op zijn 1 haar verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;
c. Uit het te nemen besluit financiële gevolgen kunnen voortvloeien die leiden tot overschrijding van de budgettaire kaders: in dit geval is besluitvorming door het college noodzakelijk;
De Havenveiligheidsfunctionaris is gehouden en gemachtigd de in artikel 3 bedoelde besluiten namens de burgemeester te ondertekenen.
De Havenveiligheidsfunctionaris is bevoegd om van de aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, onder mandaat te verlenen aan de aan hem ondergeschikten.
De Havenveiligheidsfunctionaris is bevoegd beleidsregels vast te stellen omtrent de aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, welke bevoegdheid niet kan worden onder gemandateerd.