Organisatie | Scherpenzeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Scherpenzeel |
Citeertitel | Verordening materiële finnciële gelijkstelling onderwijs gemeente Scherpenzeel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-08-2010 | nieuwe regeling | 01-07-2010 Scherpenzeelse Krant d.d. 6-7-2010 | college van 4 mei 2010 |
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Artikel 14 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 15 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 1 juli 2010.
B.S. van Ginkel-Schuur J.J.H. Colijn-de Raat
Griffier (wnd.) voorzitter
De gemeente Scherpenzeel kent alleen scholen voor basisonderwijs. Voortgezet en speciaal onderwijs en daarvoor relevante wetsartikelen zijn buiten beschouwing gelaten.
Artikel 3 Aanvullende voorzieningen
In dit artikel wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de wet biedt aan het college om deze verordening tijdelijk aan te vullen met een of meerdere voorzieningen (art. 140, vierde lid WPO of art. 134, vierde lid WEC).
De wet zelf bepaalt vervolgens dat de gemeenteraad binnen 12 weken na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, beslist over de bekrachtiging ervan. Indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist, wordt de aanvulling gelijkgesteld met een aanvulling die is bekrachtigd. Een afwijzing door de gemeenteraad van een dergelijke aanvulling, heeft geen gevolgen voor aanvragen waarop reeds is beslist of die reeds zijn ingediend en die voorzieningen betreffen waarop de aanvulling betrekking heeft. Op het moment dat bekrachtiging door de raad heeft plaatsgevonden of de termijn van 12 weken is verstreken, wordt de aanvullende voorziening opgenomen in de bijlage bij de verordening.
Naast vorenstaande procedure bepaalt de wet dat de aanvulling binnen een week na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, aan de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen moet worden gezonden.
Een aanvulling zoals bedoeld in artikel 3 is doorgaans bedoeld om in geval van calamiteiten snel een voorziening open te kunnen stellen. Vanwege de spoedeisendheid is er ten aanzien van deze voorziening geen indieningtermijn opgenomen. Nadat de gemeenteraad de voorziening heeft bekrachtigd of nadat de termijn van 12 weken is verstreken en de voorziening van rechtswege is bekrachtigd, kan de voorziening alleen nog worden aangevraagd via de reguliere aanvraagprocedure ex artikel 6. Immers, de aanvullende voorziening is na bekrachtiging door de raad (of nadat de termijn van 12 weken is verstreken) een reguliere voorziening geworden.
Het college kan, vanwege een spoedeisend belang, ook op verzoek van één of meer van de bevoegde gezagsorganen besluiten om de verordening aan te vullen met een voorziening. Een verplichting is dit echter niet. Het gaat om aanvullend gemeentelijk beleid. Een schoolbestuur kan dus niet afdwingen dat het college de verordening tijdelijk aanvult met een voorziening.
Het tweede lid stelt dat het college dient aan te geven onder welke omstandigheden schoolbesturen in aanmerking kunnen komen voor de voorziening. Het ligt voor de hand dat hierbij het stramien van de bijlage wordt gevolgd. Op deze wijze kan, indien de raad de voorziening bekrachtigt, op relatief eenvoudige wijze de voorziening worden ingepast in de verordening.
De maatregelen genoemd in de rijksregeling worden hier opgesomd.
Aanvragen dienen te worden ingediend binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit.
Deze aanvullende voorziening is geldig tot uiterlijk 31 december 2010.
Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder IV, geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening. Omwille van de overzichtelijkheid is een deel van de criteria, evenals de maximumbedragen en de subsidieplafonds per afzonderlijke maatregel, in een apart overzicht gezet.
De voorziening staat alleen open voor scholen in de zin van de WPO en WEC. Scholen in de zin van de WVO kunnen immers zelf een aanvraag indienen bij het Rijk.
Om dubbele aanspraak op subsidie te voorkomen staat de voorziening niet open voor nevenvestigingen op het grondgebied van andere gemeenten.
Omdat het rijk gemeenten geen subsidie geeft voor gebouw(del)en opgeleverd na 31 december 2003 worden deze gebouw(del)en ook van deze voorziening uitgesloten. Strikt genomen geldt deze voorwaarde ook reeds door toepasselijkverklaring van de voorwaarden van de rijksregeling, maar voor de duidelijkheid is deze bepaling hier herhaald.
Bijlage 'Voorzieningen ten behoeve van energiebesparing en binnenmilieu in scholen voor basisonderwijs' (EBA voorzieningen).
I Aanduiding van de voorziening
Het bevoegd gezag van een school kan een aanvraag indienen voor één of meer van de volgende voorzieningen gericht op energiebesparing of verbetering van het binnenmilieu:
De aanvraag dient te worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 140, vierde lid WPO.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Deze bijlage is van toepassing voor de periode vanaf de bekendmaking van dit besluit tot 31 december 2010.
IV Toekenningcriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
Voor alle voorzieningen gelden de volgende algemene toekenningcriteria:
De gevraagde voorzieningen moeten, blijkens een als bijlage bij de aanvraag gevoegd Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) dat voldoet aan de voorwaarden die daaraan gesteld zijn in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525, nodig of wenselijk zijn.
Voor voorzieningen waarvoor in het bijgaande overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria” het schoolbestuur als co-financier wordt aangewezen, verklaart het schoolbestuur zich door indiening van de aanvraag ermee akkoord om de toegekende voorziening aan te vullen met 40 % van de in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 genoemde normvergoedingen.
De voorzieningen staan open voor scholen voor basisonderwijs.
IVb Voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente
Voor nevenvestigingen op het grondgebied van deze gemeente staat de voorziening open indien de hoofdvestiging van de school, gelegen in een andere gemeente, in die gemeente geen aanspraak kan maken op deze zelfde voorzieningen, onafhankelijk van de vraag of deze aanspraken ook daadwerkelijk worden gehonoreerd.
IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging
De voorziening staat uitsluitend open voor (delen van) hoofdgebouwen, dislocaties en nevenvestigingen met een permanente bouwaard, waarvan de opleveringsdatum is gelegen vóór 31 december 2003. De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging die niet is gelegen op het grondgebied van deze gemeente.
IVd Overige voorwaarden op basis waarvan het schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
Voor de voorzieningen genoemd onder 1,2,3 en 5 geldt dat deze alleen worden toegekend als voor hetzelfde schoolgebouw de volgende respectievelijke huisvestingsvoorzieningen o.g.v. de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs zijn geplaatst op het programma 2009 of 2010. In geval van plaatsing op het programma 2009 moet het nog feitelijk mogelijk zijn om aan de criteria van de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 te voldoen.
Andere eventuele specifieke voorwaarden per deelvoorziening staan vermeld in het bijgevoegde overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Zie overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”.
Zie overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”.
VIa Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd
Zie overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”.
Zie overzicht “aanvullende criteria, co-financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria”.
Het overzicht met aanvullende criteria waarnaar hierboven wordt verwezen maakt een integraal onderdeel uit van deze aanvullende voorziening.