Paragraaf 3.1: Voorbereiding
Artikel 7: Vergaderfrequentie
- 1.
De dagen en de tijdstippen waarop een raadscommissie vergadert, worden vastgesteld door het presidium;
- 2.
De vergaderingen van de raadscommissies vinden in de regel plaats op donderdag, vangen aan om 20.00 uur en vinden plaats in het raadhuis;
- 3.
Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter of het presidium het nodig vindt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.
Artikel 8: Oproep en agenda
- 1.
Het presidium stelt de voorlopige agenda van de vergadering vast;
- 2.
De commissiegriffier zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken;
- 3.
In spoedeisende gevallen kan het presidium of de voorzitter tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen;
- 4.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Voor het afvoeren of toevoegen van een onderwerp is echter unanimiteit vereist;
- 5.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereidt acht, kan hij aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 9: Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep ter inzage op de website van de gemeente geplaatst. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken toegevoegd worden, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie;
- 2.
Indien stukken niet elektronisch beschikbaar zijn, worden deze in het gemeentehuis ter inzage gelegd;
- 3.
Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, lid 1 en 2, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van lid 1 en 2, onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
Artikel 10: Openbare kennisgeving
- 1.
Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad en digitaal door plaatsing op de gemeentelijke website;
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 13.
Paragraaf 3.2: Vergadering
Artikel 11: Presentielijst
- 1.
De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen;
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 12: Opening vergadering; quorum
- 1.
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is;
- 2.
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de aanwezige fracties, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering;
- 3.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.
Artikel 13: Spreekrecht burgers
- 1.
Burgers kunnen, na aanmelding voor het inspreekrecht, in de vergadering het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. Inspreken gebeurt voor aanvang van de beraadslaging over het betreffende agendapunt;
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- 3.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste vijf minuten voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, namens wie hij spreekt en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren;
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelden. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering;
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord per geagendeerd onderwerp. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd;
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend;
- 7.
De commissieleden kunnen de spreker na het inspreken een korte, verhelderende vraag stellen. Er vindt geen discussie plaats.
Artikel 14: Mededelingen college en commissieleden
Zowel college- als commissieleden krijgen in de commissievergadering ruimte voor het doen van korte en bondige mededelingen.
Artikel 15: Spreekregels
Een ieder spreekt vanaf zijn plaats en richt zich tot de voorzitter.
Artikel 16: Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist;
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten;
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel;
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 17: Spreektijd
Voor de eerste termijn is een maximale spreektijd afgesproken van 5 minuten per fractie en de leden van het college. De voorzitter of een commissielid kan een afwijkend voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
Artikel 18: Deelname aan de beraadslaging door anderen
- 1.
De raadscommissie kan in bijzondere gevallen bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige raadsleden, burgerleden, collegeleden, de griffier en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging;
- 2.
Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
Artikel 19: Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist;
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht. Het advies kan luiden ‘hamerstuk’, ‘ter discussie’ of ‘niet plaatsen op de raadsagenda’. Voor het advies ‘niet plaatsen op de raadagenda’ en ‘hamerstuk’ is unanimiteit vereist;
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies. De voorzitter concludeert na beraadslaging en benoemt eventuele openstaande discussiepunten.
Artikel 20: Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. Tijdens de eerste termijn mag elke fractie hem ten hoogste drie maal interrumperen om een verhelderende vraag te stellen. Tijdens de tweede termijn zijn interrupties ongelimiteerd toegestaan. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk hinderlijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen;
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten;
- 4.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 21: Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht;
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen;
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 22: Advieslijst
- 1.
De commissiegriffier draagt zorg voor advieslijsten van de vergaderingen;
- 2.
De (concept)advieslijst wordt voor de eerstvolgende raadsvergadering gepubliceerd;
- 3.
Bij het begin van de vergadering wordt de advieslijst van de vorige vergadering van de betreffende commissie vastgesteld;
- 4.
De raadsleden, burgerleden, de voorzitter en de collegeleden hebben het recht een voorstel tot wijziging van de advieslijst aan de raadscommissie te doen, indien de advieslijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of geadviseerd is. Een voorstel tot verandering dient voor aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend;
- 5.
De advieslijst omvat ten minste:
- a.
de namen van allen voor zover in de vergadering aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een aantekening van welke fracties afwezig waren;
- c.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- d.
een beknopte en zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de fracties die het woord voerden;
- e.
het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;
- f.
eventuele openstaande discussiepunten;
- g.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 18 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen;
- 6.
De vastgestelde advieslijst wordt door de commissievoorzitter en -griffier ondertekend.