Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur |
Citeertitel | Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld door het dagelijks bestuur van Stadsdeel Centrum.
Deze versie van de regeling betreft een rectificatie vanwege het ontbreken van een tabel. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 26-02-2019 plaatsgevonden via het Gemeenteblad 2019, 44226.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-02-2019 | nieuwe regeling | 05-02-2019 |
Datum vaststelling5 februari 2019
In dit Uitwerkingsbesluit is vastgelegd hoe de subsidieregeling ‘Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten’ wordt toegepast in relatie tot de Hoofdlijnen en het Kunstenplan 2017-2020, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen. Het dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in bovengenoemde subsidieregeling, per soort activiteit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend (onderdeel IV).
Het Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur is een nadere uitwerking van de door het college van B en W vastgestelde stedelijke subsidieregeling Gebiedsgebonden Kunst- en Cultuuractiviteiten en wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit betekent dat voor elk stadsdeel een apart Uitwerkingsbesluit geldt. Een aantal variabele componenten van de stedelijke regeling Gebiedsgebonden Kunst- en Cultuuractiviteiten wordt per stadsdeel ingevuld of gedefinieerd.
In onderdeel I van het Uitwerkingsbesluit wordt een korte beschrijving opgenomen van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en binnen het kader van de Hoofdlijnen en het Kunstenplan 2017-2020.
In onderdeel II neemt het dagelijks bestuur het subsidieplafond op. Het gaat daarbij om het bedrag dat in totaal beschikbaar is voor de uitvoering van deze subsidieregeling. Het subsidieplafond is opgedeeld is in deelplafonds.
Gebaseerd op het kunst- en cultuurprofiel, volgt in onderdeel III een opsomming van de subsidiabele activiteiten.
Van elke soort activiteit die voor subsidie in aanmerking komt bepaalt het dagelijks bestuur in onderdeel IV van het uitwerkingsbesluit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend. De onderdelen van de kaders die het dagelijks bestuur zelfstandig kan invullen dan wel definiëren zijn vastgelegd in artikel 5 lid 3 van de regeling.
In Hoofdstuk 3, artikel 7, lid 3, staan 6 criteria die de basis vormen van de beoordeling van subsidieverzoeken. Door middel van een verdeelsleutel kan niet alleen een toekenningsgrond, maar ook een weigeringsgrond worden onderbouwd.