Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
BAR-organisatie

Algemeen onder-mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBAR-organisatie
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingAlgemeen onder-mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019
CiteertitelAlgemeen Onder-Mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  2. Gemeentewet
  3. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
  5. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Ridderkerk/CVDR614042/CVDR614042_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-2019Nieuwe regeling

15-02-2019

bgr-2019-242

52311

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen onder-mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019

De directieraad van de BAR-organisatie,

 

Overwegende dat het dagelijks bestuur en de voorzitter van de BAR-organisatie, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, mandaat hebben verleend aan de directieraad;

 

Overwegende dat het de snelheid van besluitvorming over mandaten ten goede komt wanneer het ondermandaat in een afzonderlijk besluit wordt opgenomen;

 

Overwegende dat het dagelijks bestuur op 23 november 2018 heeft besloten de bestaande managementlaag van domeindirecteuren te beëindigen;

 

Overwegende dat binnen het domein Maatschappij met ingang van 1 januari 2019 de organisatie (tijdelijk) wordt gewijzigd, waarbij er geen afdelingshoofden meer zijn, maar managers en teamleiders;

 

Gelet op hoofdstuk I, afdeling 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en de Gemeenschappelijke Regeling BAR-organisatie;

BESLUIT

 

Vast te stellen het “Algemeen Onder-Mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019” en de daarbij behorende bijlage

 

Algemeen Onder-Mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder het Algemeen Mandaatbesluit: het door het dagelijks bestuur op 15 februari 2019 vastgestelde Algemeen Mandaatbesluit BAR-organisatie 2019.

  • 2.

    De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Algemeen Mandaatbesluit BAR-organisatie 2019 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Gelijkstelling machtiging en volmacht

Tenzij anders in dit besluit is bepaald, wordt in dit besluit onder mandaat ook machtiging en volmacht verstaan.

Artikel 3 Bereik

  • 1.

    Dit besluit betreft de verlening van algemeen ondermandaat aan directeuren, afdelingshoofden, managers en teamleiders en overige bij de BAR-organisatie werkzame personen.

  • 2.

    Buiten het bereik van dit besluit vallen feitelijke handelingen en rechtshandelingen betreffende het personeel van de BAR-organisatie en de bevoegdheden ten aanzien van de treasuryfunctie. Hiervoor gelden het HRM Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit BAR-organisatie, de daarbij horende HRM Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling en het Mandaatbesluit treasuryfunctie BAR-organisatie.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1.

    De directieraad verleent voor de aan hem gemandateerde bevoegdheden ondermandaat aan directeuren, afdelingshoofden, managers en teamleiders voor de vervulling van de taken van hun toegewezen domeinen, afdelingen en teams. Hierbij worden de beperkingen opgenomen in de bijlage bij dit besluit, in acht genomen.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid worden projectleiders gelijk gesteld met een afdelingshoofd, met dien verstande dat zij alleen hun bevoegdheden uitoefenen voor zover die uitoefening betrekking heeft op het project en vallen binnen het projectbudget.

  • 3.

    Met inachtneming van de in de bijlage bij dit besluit vermelde beperkingen kan de directieraad ondermandaat verlenen aan niet als directeur, afdelingshoofd, manager of teamleider bij de BAR-organisatie werkzame personen.

  • 4.

    Directeuren, afdelingshoofden, managers en teamleiders kunnen aan andere medewerkers van de BAR-organisatie ondermandaat verlenen voor procedurele handelingen en machtiging verlenen voor feitelijke handelingen voor de uitoefening van hun functie.

Artikel 5 Vervanging en bevoegde personen

  • 1.

    Wanneer de in dit besluit en de daarbij behorende bijlagen genoemde bevoegde functionaris afwezig is, worden de bevoegdheden als volgt uitgeoefend:

    • a.

      Bij afwezigheid van de directeur, door een andere directeur.

    • b.

      Bij afwezigheid van de afdelingshoofden of managers, door een ander afdelingshoofd of manager binnen hetzelfde domein of de directeur die het domein heeft toegewezen gekregen.

    • c.

      Bij afwezigheid van een manager, door een andere manager binnen hetzelfde domein of de directeur die het domein heeft toegewezen gekregen.

    • d.

      Bij afwezigheid van een teamleider, door een andere teamleider binnen hetzelfde domein of de manager die het team heeft toegewezen gekregen.

    • e.

      Bij afwezigheid van de medewerkers, anders dan directeuren, afdelingshoofden, managers of teamleiders, door het hoofd van de afdeling, manager of de teamleider van het team, waar zij werkzaam zijn of de directeur die het domein heeft toegewezen gekregen.

  • 2.

    Het aan een bepaalde functionaris verleende mandaat wordt eveneens geacht te zijn verleend aan de betrokken hiërarchisch hogere functionarissen.

  • 3.

    De onder-mandaatverlening laat de hiërarchische zeggenschapsverhoudingen binnen de organisatie onverlet. De leidinggevenden kunnen instructies en aanwijzingen geven voor de uitoefening van het ondermandaat, mits zij blijven binnen de grenzen van het ondermandaat en de eventueel door de mandaatgever en onder-mandaatgever gegeven instructies.

Artikel 6 Beperking gebruik

Van een ondermandaat wordt geen gebruik gemaakt als:

  • a.

    de ondergemandateerde een particulier belang heeft bij het gebruik van het mandaat;

  • b.

    daardoor wordt gehandeld in strijd met de begroting;

  • c.

    daardoor uitgaven worden gedaan of verplichtingen worden aangegaan waarvoor geen of onvoldoende budget of investeringskrediet beschikbaar is;

  • d.

    anderszins in strijd wordt gehandeld met het geldend Treasurystatuut of de geldende Regeling Budgethouderschap.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    Een krachtens mandaat en ondermandaat genomen besluit vermeldt als volgt namens welk bestuursorgaan het is genomen:

    Namens het dagelijks bestuur van de BAR-organisatie,

    [handtekening onder-gemandateerde]

    [naam onder-gemandateerde]

    [functie van de onder-gemandateerde]

  • 2.

    Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing op de ondertekening van een document dat een privaatrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Daarbij komt tot uiting dat de ondertekening plaatsvindt namens de BAR-organisatie.

Artikel 8 Intrekking oudere algemene ondermandaten

Alle eerdere algemene ondermandaten worden ingetrokken.

Artikel 9 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt inwerking op de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Algemeen Onder-Mandaatbesluit Directieraad BAR-organisatie 2019.

Aldus vastgesteld door de directieraad van de BAR-organisatie in zijn vergadering van 15 februari 2019,

de directiesecretaris,

KrisSpionjak

de voorzitter,

HenkKlaucke