Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neerijnen

Verordening werkleeraanbod wet investeren in jongeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeerijnen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening werkleeraanbod wet investeren in jongeren
CiteertitelVerordening werkleeraanbod WIJ gemeente Neerijnen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn
Externe bijlageToelichting werkleeraanbod WIJ

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening maakt deel uit van het verzamelbesluit Neerijnen d.d. 01-04-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-04-201001-01-2012nieuwe regeling

01-04-2010

14-04-2010

06/11306

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening werkleeraanbod wet investeren in jongeren

De raad van de gemeente Neerijnen;

gezien het advies van de Commissie Welzijn dd. 23 maart 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Neerijnen, d.d. 16 februari 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, eerste lid, onderdeel a van de Wet investeren in jongeren;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de inhoud van het werkleeraanbod in het kader van de Wet investeren in jongeren;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening werkleeraanbod wet investeren in jongeren.

 

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet investeren in jongeren;

b. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;

c. startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderde-len b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 on-derscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

d. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neerijnen.

Paragraaf 2 BELEID EN FINANCIËN

Artikel 2 Opdracht college

1. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinscha-keling aan.

2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccep-teerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel n of meer voorzieningen.

3. In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingspe-riode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet.

4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werk-leeraanbod kunnen worden betrokken.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

2. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze veror-dening en de nadere regels welke strekken tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 4 Arbeidsinschakeling

Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en naar het oordeel van het college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerde arbeid of on-dersteuning bij de arbeidsinschakeling aan.

Artikel 5 De voorzieningen

Onverminderd artikel 4, kan het college jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, n of meer van de volgende voorzieningen aanbieden:

a. diagnose-instrumenten;

b. ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of medische zorg;

c. ondersteuning bij maatschappelijke participatie, sociale activering;

d. arbeidsactivering en toeleiding;

e. scholing of opleidingen die de toegang tot de arbeidsmarkt en/of maatschappelijke participatie

bevorderen;

f. stages of werkervaring bij bedrijven of instellingen;

g. gesubsidieerde arbeid;

h. arbeidsbemiddeling en plaatsing, voorbereidende plaatsing, nazorg bij arbeidsinschakeling;

i. voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid;

j. ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang, schuldhulpverlening, bijzondere

bijstand, onderzoeken door deskundigen en taal- en beroepsgerichte scholing.

Artikel 6 Inzet van de voorzieningen

1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd.

2. Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid.

3. Onverminderd artikel 2, vierde lid, kunnen de beschikbare voorzieningen als volgt in beginsel en als eerste aanzet worden ingezet:

a. voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 5, onderdelen a tot en met e en j ingezet; b. voor jongeren die zich richten op arbeid in zelfstandig bedrijf of beroep wordt in beginsel de voorziening, genoemd in artikel 5, onderdeel a en i, ingezet; ingeval naar het oordeel van het College voor een jongere arbeidsinschakeling in loondienst minder haalbaar is dan het starten als zelfstandig ondernemer. c. voor jongeren met een taalachterstand wordt in beginsel de voorziening, genoemd in artikel 5, onderdeel a, e en j ingezet; d. voor jongeren met een arbeidshandicap worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 5, onderdelen a en b ingezet; e. voor jongeren die alleenstaande ouder zijn, worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 5, onderdelen a, e en j ingezet; f. voor jongeren zonder startkwalificatie wordt in beginsel de voorziening genoemd in artikel 5, onderdeel a, e, j en f, ingezet.

Artikel 7 Combinatie arbeid en zorg

Onverminderd artikel 17, vierde lid, van de wet, betrekt het college bij de invulling van het werkleer-aanbod de beschikbaarheid van passende kinderopvang, het belang van voldoende scholing en de belastbaarheid van de jongere.

Artikel 8 Gehandicapten

Onverminderd artikel 17, tweede lid, van de wet, stemt het college het werkleeraanbod af op de medische beperkingen van de jongere en draagt zorg voor passende voorzieningen ter ondersteu-ning bij de arbeidsinschakeling.

Artikel 9 Uitvoering door derden

Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van het werkleeraanbod afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en re-integratiebedrijven, alsmede subsidies verstrekken.

Artikel 10 Verplichtingen van de jongere

Een jongere die gebruik maakt van een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, als-mede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

Artikel 11 Intrekking werkleeraanbod

Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandig-heden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt.

Artikel 12 Budgetplafond

1. Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Paragraaf 3 SUBSIDIE EN VERGOEDINGEN

Artikel 13 Subsidies

1. Het college kan subsidie verlenen aan werkgevers die met een jongere een arbeidsovereen-komst sluiten, als tegemoetkoming in de loonkosten en in de kosten van voorbereiding op een beoogd dienstverband met de jongere.

2. Het college kan nadere regels stellen over de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplich-tingen die aan de subsidie worden verbonden.

Artikel 14 Vergoedingen van onkosten.

Het college kan aan een jongere die ten behoeve van de uitvoering van een werkleeraanbod nood-zakelijke kosten maakt, een vergoeding voor die kosten verstrekken.

Paragraaf 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking daarvan en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Neerijnen 2009.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 april 2010.

De griffier, De voorzitter,