Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delfzijl

Regeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelfzijl
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019
CiteertitelRegeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-201901-01-2019nieuwe regeling

20-11-2018

gmb-2019-52357

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delfzijl, gelet op de ASV van de gemeente Delfzijl,

 

Overwegende dat:

 

Uit de Wet Kinderopvang volgt dat de verantwoordelijkheid voor opvang voor peuters van ouders, die niet in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag van het Rijk, bij de gemeente ligt;

Door het Rijk en de VNG bestuursafspraken zijn gemaakt om zich gezamenlijk in te zetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en een groter bereik van peuters, met als doel dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan;

De wet op het primair onderwijs (WPO) de opdracht geeft om regels vast te stellen over de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE);

Uit de Jeugdwet volgt dat de gemeente de wettelijke taken voor de jeugdhulp uitvoert en samen met het onderwijs (Passend Onderwijs) verantwoordelijk is;

 

besluiten vast te stellen de: Regeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • geregistreerd kindercentrum

    • houder

    • kinderopvangtoeslag

    • ouder

    • voorschoolse educatie

    • landelijk register kinderopvang

dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang.

  • 2.

    In deze regeling wordt verder verstaan onder:

    • peuteropvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs;

    • ouderbijdrage: het bedrag dat als inkomensafhankelijke eigen bijdrage van de ouder verschuldigd is voor kinderopvang of peuteropvang. Ter vaststelling hiervan wordt de meest recente VNG tabel ouderbijdrage peuteropvang gebruikt.

    • kwaliteitskader: Kwaliteitskader VVE 2019.

    • doelgroepkind VVE: een kind dat gebaat is bij extra ontwikkelingsstimulering, zoals gedefinieerd in het Kwaliteitskader VVE 2019.

 

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang in een geregistreerd kindercentrum van kinderen van 2 en 3 jaar oud waarvan de ouders geen aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag;

  • 2.

    Voor doelgroepkinderen VVE wordt subsidie verleend voor extra uren voorschoolse educatie (VVE).

 

Artikel 3. Doelgroep

De subsidie wordt verleend aan de kinderopvang organisatie.

 

Artikel 4. Omvang en looptijd vergoeding

  • 1.

    De vergoeding per kind bedraagt het aantal af te nemen uren peuteropvang vermenigvuldigd met het uurtarief dat de kinderopvang hanteert, zijnde maximaal de uurprijs voor dagopvang zoals vastgesteld door het rijk (bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van het Besluit kinderopvangtoeslag) en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage volgens de VNG tabel. Het landelijk tarief voor de kinderopvang wordt jaarlijks geïndexeerd door het ministerie.

  • 2.

    De subsidie voor peuteropvang (artikel 2 lid 1) wordt verleend voor maximaal 240 uur per jaar.

  • 3.

    Voor de vergoeding voor uren VVE, geldt dat er geen inkomensafhankelijke ouderbijdrage betaald hoeft te worden door de ouders. De extra uren VVE worden volledig vergoed door de gemeente volgens dezelfde rekenformule als in lid 4.1.

  • 4.

    De vergoeding wordt verleend voor het tijdvak van een kalenderjaar.

  • 5.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter een peuteropvangplaats bezet.

  • 6.

    De vergoeding eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook de peuteropvang verlaat.

  • 7.

    Indien er een geschil ontstaat tussen de ouders en de kinderopvang organisatie over vastgestelde ouderbijdrage, kan (kunnen) de ouder(s) zich wenden tot de gemeente.

 

Artikel 5. Voorwaarden

  • 1.

    Vergoeding voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      De peuter in de gemeente Delfzijl woont; en

    • b.

      De ouders van de peuter niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag; en

    • c.

      De peuter staat ingeschreven voor peuteropvang voor ten minste 240 uren op jaarbasis, evenredig verdeeld over ten minste 40 weken. Indien de peuter niet het gehele jaar deelneemt, naar rato; en

    • d.

      Het kindercentrum waar peuteropvang wordt gegeven voldoet aan de wettelijke eisen uit hoofde van de Wet kinderopvang, wat blijkt uit een inspectierapport van de GGD; en

    • e.

      Op het moment van aanvraag is er geen sprake van overtredingen die, op grond van de Beleidsregels handhaving kinderopvang, de prioriteit hoog krijgen, en er loopt er geen handhavingstraject hierop.

 

Artikel 6. Aanvullende subsidie uren voorschoolse educatie

In aanvulling op vergoeding als bedoeld in artikel 5, wordt een subsidie verleend voor deelname van peuters aan voorschoolse educatie (VVE) op de peuteropvang als bedoeld in artikel 2.2.

  • 1.

    De vergoeding wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      De peuter geregistreerd staat als doelgroepkind VVE; en

    • b.

      De peuter staat ingeschreven voor peuteropvang voor tenminste 480 uren op jaarbasis, evenredig verdeeld over ten minste 40 weken. Indien de peuter niet het gehele jaar deelneemt, naar rato; en

    • c.

      De peuter deelneemt aan voorschoolse educatie die voldoet aan de wettelijke en gemeentelijke kwaliteitseisen voor VVE als in het Kwaliteitskader VVE 2019 beschreven, en de criteria in het Toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs.

  • 2.

    In afwijking van artikel 5 lid 1, onder b, is deze vergoeding voor uren VVE beschikbaar voor alle ouders van doelgroepkinderen VVE, ongeacht of de ouders wel of niet recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    De subsidie voor uren VVE wordt verleend voor maximaal 240 uren per jaar. Indien op basis van het rijksbeleid in de toekomst meer uren VVE worden vergoed door de gemeente, zal dit per brief worden medegedeeld aan betrokken partijen.

 

Artikel 7. Subsidieplafond en verdeling

  • 1.

    De gemeenteraad stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks het plafond voor vergoeding vast.

  • 2.

    Bij overvraging wordt voorrang gegeven aan ouders van wie de kinderen deelnemen aan peuteropvang en/of VVE op, in volgorde van belangrijkheid:

    • a.

      locaties die onderdeel zijn van een kindcentrum samen met een basisschool/basisscholen;

    • b.

      locaties met de meeste kinderen zonder recht op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      locaties met de meeste doelgroepkinderen VVE;

    • d.

      locaties die voorschoolse educatie aanbieden op dezelfde locatie;

    • e.

      kinderopvangorganisaties die lid zijn van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang.

 

Artikel 8. Aanvraag

  • 1.

    De vergoeding wordt aangevraagd door de houder van het geregistreerde kindercentrum.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend bij de gemeente Delfzijl.

  • 3.

    De aanvraag moet voldoen aan de Algemene Subsidieverordening (ASV) van de gemeente.

  • 4.

    In aanvulling op de betreffende ASV, overlegt de aanvrager bij de subsidieaanvraag:

    • a.

      het nummer waaronder het kindercentrum in het landelijk register kindercentra geregistreerd staat;

    • b.

      het aantal kinderen van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag per 1 januari van het kalenderjaar waarvoor vergoeding wordt aangevraagd;

    • c.

      een prognose van het aantal kinderen van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag voor het kalenderjaar;

    • d.

      het aantal doelgroepkinderen VVE dat voorschoolse educatie volgt per 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd;

    • e.

      een prognose van het aantal doelgroepkinderen VVE voor het kalenderjaar.

  • 5.

    Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het daartoe door de gemeente beschikbaar gestelde formulier.

  • 6.

    In juni wordt een tussenstand van de aantallen kinderen als genoemd onder artikel 8, lid 4 b en d ingediend bij de gemeente. Indien dit afwijkt van de aantallen in januari, wordt het bedrag van de vergoeding hierop aangepast.

 

Artikel 9. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Per kwartaal wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van een vierde deel van de toegekende subsidie.

  • 2.

    De subsidie wordt betaald aan het geregistreerde kindercentrum waar de kinderen gebruik maken van peuteropvang en/of VVE, waarvoor vergoeding wordt aangevraagd.

 

Artikel 10. Verantwoording en vaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld voor het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk ingediend bij de gemeente op 1 april van het jaar volgend op dat waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 3.

    Voor de aanvraag tot vaststelling wordt gebruik gemaakt van het daartoe door de gemeente beschikbaar gestelde formulier.

  • 4.

    Een accountantsverklaring, waarbij voor kinderen voor wie subsidie is aangevraagd, gecheckt is, of andere documenten waaruit blijkt:

    • a.

      hoeveel kinderen gebruik hebben gemaakt van de peuteropvang;

    • b.

      of een getekende overeenkomst tussen de aanvrager en de ouder(s) van het kind aanwezig is voor ieder kind waarvoor vergoeding wordt aangevraagd;

    • c.

      een document van de belastingdienst waaruit blijkt dat de ouder(s) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag (bijvoorbeeld een ingediende aangifte inkomensbelasting;

    • d.

      actuele inkomensgegevens van de ouder(s) van het kind waarvoor de subsidie wordt aangevraagd (ter vaststelling van de hoogte van de ouderbijdrage);

    • e.

      de gegevens onder c en d hoeven slechts eenmalig, bij inschrijving, te worden uitgevraagd, tenzij er sprake is van een verandering van de inkomenssituatie van de ouders;

    • f.

      of de inkomensafhankelijke bijdrage van de ouder(s) in overeenstemming is met de VNG tabel en gebaseerd is op het inkomen van de ouder(s) volgens gecontroleerde gegevens (onder d);

    • g.

      het aantal uren dat het kind opvang heeft afgenomen (volgens het contract (aantal weken/maanden));

    • h.

      Een door de ouder(s) getekende verklaring van toestemming gegevens te delen met de gemeente ten behoeve van het vaststellen van de gemeentelijke bijdrage aan de kosten van peuteropvang;

    • i.

      hoeveel doelgroepkinderen VVE gebruik hebben gemaakt van de extra uren VVE.

  • 5.

    De gemeente is bevoegd steekproefsgewijs de juistheid van de aangeleverde gegevens als bedoeld in artikel 10, lid 4 te controleren in de administratie van de aanvrager. De aanvrager verleent hieraan haar volledige medewerking.

  • 6.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waarin wordt aangegeven: de doelen voor het afgelopen jaar, een evaluatie van hoe aan die doelen gewerkt is en wat dat heeft opgeleverd en welke (nieuwe) doelen er zijn voor het volgende jaar.

 

Artikel 11. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college van B&W. Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

Artikel 12. Intrekking oude subsidieregeling

De oude subsidieregeling wordt ingetrokken:

  • 1.

    Nadere regels subsidie voor peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 2017 (Delfzijl)

 

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling vergoeding treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie peuteropvang en uren VVE Delfzijl 2019.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van B&W te Delfzijl, 20 november 2018.

Gerard Beukema,

Burgemeester.

Peter Leeuw,

Secretaris

Bijlage – VNG tabel tarieven ouderbijdrage peuteropvang 2018

Gezamenlijk

toetsingsinkomen gezin

Ouderbijdrage peuteropvang per uur

 

1e kind

2e kind e.v.

lager dan

€ 18.849

€ 0,45

€ 0,37

€ 18.850

€ 28.981

€ 0,50

€ 0,38

€ 28.982

€ 39.880

€ 0,95

€ 0,44

€ 39.881

€ 54.242

€ 1,48

€ 0,45

€ 54.243

€ 77.970

€ 2,57

€ 0,67

€ 77.971

€ 108.044

€ 4,34

€ 1,05

€ 108.045

en hoger

€ 0

€ 0