Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Neerijnen

Financiële verordening gemeente Neerijnen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNeerijnen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Neerijnen 2009
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Neerijnen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Financiële verordening Neerijnen 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2016intrekking

25-11-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 10-12-2015

15-21099
15-04-201001-01-2016nieuwe regeling

01-04-2010

14-04-2010 Het Kontakt

10114/1992

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Neerijnen 2009

Financiële verordening gemeente Neerijnen 2009

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling:

iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Neerijnen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

1. Bij de begroting worden onder elk van de programmas de lasten en baten per nieuw beleidsvoornemen en het totale bestaand beleid weergegeven, bij de jaarstukken worden onder elk van de programmas de gerealiseerde lasten en baten per nieuw beleidsvoornemen en het totale bestaand beleid weergegeven. Daarnaast wordt bij de begroting per programma een overzicht van de budgetten op productniveau als bijlage bijgevoegd.

2. Bij de uiteenzetting van de financile positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financile positie geautoriseerd.

3. Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het college voorstellen aan de raad voor wijzigingen van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten en bijstelling van het beleid. Deze wijzigingen worden geautoriseerd door de raad.

4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aagaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie en de eerste acht maanden van het begrotingsjaar.

2. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

a. de baten en lasten per programma;

b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

c. het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

d. de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

e. het resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d, alsmede de realisatie en raming van de uitputting van de investeringskredieten.

3. In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan 5.000 toegelicht.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 6 Waardering afschrijving vaste activa

1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven.

2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

3. De materiele vaste activa zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven in:

4. De in het derde lid bedoelde termijnen zijn de maximale afschrijvingstermijnen. Hiervan kan naar beneden worden afgeweken.

5. De eerste afschrijving vindt plaats in het eerste jaar dat volgt op het jaar van gereedkomen van de vaste activa. Bij grotere investeringsprojecten die meerdere jaren omvatten, dient een fasering te worden aangebracht waaruit de planning blijkt van het geheel of in delen gereedkomen. Op basis daarvan dient het afschrijvingsregime inclusief het startmoment van afschrijven te worden toegepast.

6. Indien in een specifiek geval aanleiding bestaat tot extra afschrijvingen dan dient dit ter goedkeuring aan de raad te worden voorgelegd. Van extra afschrijvingen is sprake indien er meer wordt afgeschreven dan volgens de gehanteerde afschrijvingsmethodiek normaal zou zijn. Een voorstel hiertoe dient gemotiveerd ter besluitvorming aan het college en de raad te worden voorgelegd. Extra afschrijven van investeringen met economisch nut is uitsluitend toegestaan als er sprake is van duurzame waardevermindering of als een actief eerder (geheel of gedeeltelijk) buiten gebruik wordt gesteld.

7. Activa met een verkrijgingprijs van minder dan 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

8. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen, riolering, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken.

9. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken.

10. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het actief als bedoeld in lid 8 afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

 

Artikel 7 Winst- en verliesneming grondexploitaties

1. Bij vaststelling van de herziene grondexploitatie kan winst binnen een exploitatieopzet, of afzonderlijk deel daarbinnen, alln tussentijds genomen worden als:

alle kosten van een complex geheel zijn gedekt door gerealiseerde verkopen.

bijna alle kosten zijn gemaakt n ook de behoedzaam geraamde nog te maken laatste kosten zijn geheel gedekt door gerealiseerde verkopen.

de gerealiseerde verkopen de gemaakte kosten overtreffen n de behoedzaam geraamde nog te verkrijgen verkoopopbrengsten aanmerkelijk hoger zijn dan de behoedzaam geraamde nog te maken laatste kosten.

2. Uitsluitend voor de omvang van verliezen die op balansdatum onvermijdbaar zijn wordt een voorziening getroffen. Voor de berekening daarvan wordt een post onvoorzien buiten beschouwing gelaten, wordt uitgegaan van een realistisch aanbestedingsresultaat alsmede een zo minimaal mogelijk aantal benodigde uren.

Het tekort zal in eerste instantie bij de (herziene) exploitatieopzet worden bepaald en vervolgens steeds opnieuw worden beoordeeld bij het opstellen van de jaarrekening.

3. De bevoegdheid voor het openen en vaststellen van afzonderlijke grondexploitaties ligt als gevolg van het budgetrecht bij de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt de grondexploitaties op hoofdlijnen vast; die hoofdlijnen gaan over de te behalen doelstellingen en het financile kader.

4. Om een goed inzicht te verkrijgen in de grondexploitaties en het verloop daarvan worden de grondexploitaties door het college van BW in ieder geval herzien bij het opstellen van de jaarrekening. In de verplichte paragraaf grondbeleid, zowel bij begroting als jaarrekening, wordt tevens een toelichting gegeven op de diverse geactualiseerde exploitaties.

Artikel 8 Reserves en voorzieningen

1. Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.

2. De nota behandelt:

a. de vorming en besteding van reserves;

b. de vorming en besteding van voorzieningen;

c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 9 Kostprijsberekening

1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

3. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing, lijkbezorgingsrechten en leges.

2. Het college biedt eens in de 4 jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende zaken en in het bijzonder de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende zaken en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stel de nota vast.

3. Het college biedt eens in de 4 jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen van gemeentelijke diensten anders dan genoemd in het tweede lid. De raad stelt de nota vast.

4. De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen en het wijzigen van prijzen worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Financieringsfunctie

Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een treasurystatuut aan de raad aan. In dit statuut wordt het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij dienstbaar is voor:

1. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

2. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economische nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

3. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

4. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

5. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

6. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

1. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

2. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

3. de verlening van mandaten en volmachtenvoor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

4. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

5. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productrealisatie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009. De stukken voor het begrotingsjaar 2010 en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

2. Deze verordening treedt in de plaats van de Financile verordening gemeente Neerijnen 2008 vastgesteld door de raad op 24 april 2008.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam Financile verordening gemeente Neerijnen 2009.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 24 september 2009,

de burgemeester, de griffier,

L.A.G.M. de Zeeuw-Lases K. Steenbergen