Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Verordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018
CiteertitelVerordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018
Externe bijlageGetekend raadsbesluit

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-2019Nieuwe regeling ter vervanging van de oude verordening

28-11-2018

gmb-2019-50137

416271

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018
Verordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018

INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

Artikel 3. Ordemaatregelen

Artikel 4. Plechtigheden

Artikel 5. Opgravingen en ruimen

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

Artikel 7. Gebouwen en muziekinstallatie

Artikel 8. Over te leggen stukken

Artikel 9. Tijden van begraving en asbezorging

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN EN URNENRUIMTEN

Artikel 10. Indeling graven en asbezorging

Artikel 11. Aantal asbussen

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

Artikel 13. Categorieën

Artikel 14. Termijnen

Artikel 15. Grafkelder

Artikel 16. Overschrijven van verleende rechten

Artikel 17. Vervallen en vervallen verklaren van grafrechten

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Aanbrengen en vergunning grafbedekking

Artikel 19. Onderhoud door de rechthebbende

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENRUIMTEN

Artikel 22. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

HOOFDSTUK 7. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 23. Lijst waardevolle graven / grafbedekkingen

HOOFDSTUK 8. INRICHTING REGISTER

Artikel 24. Voorschriften

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Vervallen verklaren van oude verordeningen

Artikel 26. Overgangsbepaling

Artikel 27. Strafbepaling

Artikel 28. Inwerkingtreding

Artikel 29. Citeertitel

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    begraafplaatsen: alle gemeentelijke begraafplaatsen die liggen op het grondgebied van de gemeente Leeuwarden, zijnde de Noorderbegraafplaats, de Huizumerbegraafplaats en de (sinds 1969 gesloten) Stadsbegraafplaats te Leeuwarden, alsmede de gemeentelijke begraafplaatsen te Wergea, Jirnsum, Grou, Reduzum en Warten;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid is geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as;

  • i.

    particuliere urnenruimte: een nader bepaald gedeelte van een object, bijvoorbeeld van een urnenmuur of van een columbarium, dat bij de gemeente in beheer is, voor welk gedeelte aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    algemene urnenruimte: een ruimte bij de gemeente in beheer waarin aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen en/of urnen en waarbij de gemeente bepaalt hetgeen er in de ruimte wordt bijgezet. Het recht van gebruik is geen uitsluitend recht als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    uitsluitend recht: het recht van een rechthebbende op een particulier graf of particulier urnengraf. Dit recht kan worden verlengd en/of overgeschreven.

  • m.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken, blijvende grafbeplanting, afsluitplaat en naamplaatje op een graf, urnenruimte, gedenk- of verstrooiingsplaats;

  • o.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen en van de grafadministratie of degene die hem vervangt;

  • p.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, particulier urnengraf of particuliere urnenruimte;

  • q.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • r.

    Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen: gemeentelijk besluit waarin nadere regels worden gesteld voor het gebruik en beheer van de begraafplaatsen en de graven en urnenruimten, voor de grafbedekkingen, alsmede voor de lijk- en asbezorging;

  • s.

    opgraven: het opgraven van een lijk en/of van (een) asbus(-sen) binnen de grafrusttermijn;

  • t.

    ruimen: het opgraven van stoffelijke resten en/of van (een) asbus(-sen) na de wettelijke termijn van grafrust dan wel anderszins met inachtneming van de wet, met de bedoeling deze daarna elders opnieuw te begraven, te cremeren of te verstrooien;

  • u.

    schudden: een vorm van ruiming waarbij de resten, in opdracht van de rechthebbende, dieper in hetzelfde graf worden herbegraven;

  • v.

    foetus: menselijke vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken: a. levenloos ter wereld is gekomen, dan wel b. binnen 24 uur na de geboorte is overleden.

 

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis, de bezorging van as of het bijwonen van een plechtigheid.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden anders dan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen; de maximaal toegestane rijsnelheid bedraagt 10 km per uur. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod voor bezoekers in het bezit van motorvoertuigen voorzien van een invalidenparkeerkaart.

Artikel 4. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, een urn of asbus wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7. Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula, de catering alsmede van de muziekinstallatie en de klok moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte, de aula of de voorzieningen gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 8. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, onverlet het bepaalde in artikel 14 tweede lid.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 6.

    De kosten van begraven, grafrechten, leges, opgravingen, gebruik aula, et cetera, worden jaarlijks vastgesteld en in een separate verordening aangegeven.

Artikel 9. Tijden van begraving en asbezorging

  • 1.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de tijden van begraven en het bezorgen van as.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN EN URNENRUIMTEN

Artikel 10. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere urnengraven;

    • c.

      particuliere urnenruimten;

    • d.

      particuliere gedenkplaatsen, dat wil zeggen een gedenkplaats bijvoorbeeld voor één of meerdere personen die elders begraven zijn (zeemansgraf, expats).

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen er kunnen worden bijgezet in de graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de graven, gedenkplaatsen en urnenruimten. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 3.

    De locatie van een nieuw uit te geven graf, gedenkplaats of urnenruimte wordt door de beheerder vastgesteld.

  • 4.

    Asverstrooiingen zijn, anders dan na toestemming van de beheerder, niet toegestaan.

 

Artikel 11. Aantal asbussen

In de urnengraven en urnenruimten kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De graven en urnenruimten worden slechts voor directe begraving dan wel bijzetting en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan een graf of urnenruimte bij voorbaat uitgeven, dat wil zeggen uitgeven zonder dat er direct begraven wordt en buiten de volgorde van uitgifte (reserveren). De termijn van uitgifte begint in de gevallen als dit meteen te lopen.

Artikel 13. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14. Termijnen

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van vijftien jaar het uitsluitend recht op een particulier graf of particulier urnengraf dan wel het gebruiksrecht op een particuliere urnenruimte. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf of de urnenruimte is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van minimaal vijf tot maximaal twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    De termijn van het grafrecht dient in ieder geval te lopen dan wel te worden verlengd tot aan de datum waarop 15 jaren is verstreken sinds de datum van de laatste begraving in het graf.

Artikel 15. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 16. Overschrijven van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier (urnen)graf of een particuliere urnenruimte kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het college is bevoegd nadere voorwaarden te stellen, informatie in te winnen of een onderzoek in te stellen.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het graf of de urnenruimte worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de schriftelijke aanvraag daartoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving voorafgaand aan de begraving of bijzetting te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het graf of de urnenruimte te doen vervallen. De bewijslast ten aanzien van het (tijdig) hebben gedaan van de aanvraag tot overschrijving berust bij degene die zich daarop beroept. Het in dit en de vorige leden van dit artikel gestelde laat de geldigheid van eventuele specifieke voorwaarden waaronder bestaande grafrechten zijn uitgegeven, bijvoorbeeld die waarvoor privaatrechtelijke regelingen gelden, onverlet.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het graf of de urnenruimte alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf of een urnenruimte welke inmiddels is uitgegeven aan een ander of is geruimd. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn zullen graven en urnenruimten die eerder voor onbepaalde tijd waren uitgegeven echter slechts voor bepaalde tijd worden uitgegeven en eventueel onder andere voorwaarden dan het oorspronkelijke recht.

  • 5.

    Bij graven voor onbepaalde tijd waarbij het grafrecht na overlijden van de rechthebbende wordt overgeschreven, dient de eventueel op het graf aanwezige grafbedekking door de aanvrager zo nodig te worden hersteld en opgeknapt, zulks ter beoordeling van de beheerder.

Artikel 17. Vervallen en vervallen verklaren van grafrechten

  • 1.

    Grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn van uitgifte;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt gesloten;

      een en ander met inachtneming van vigerende landelijke wetgeving.

       

    • 2.

      Het college kan grafrechten vervallen verklaren:

      • a.

        indien de betaling van het grafrecht niet binnen zes maanden na aanvang van de gestelde termijn is voldaan en/of andere financiële verplichtingen betreffende het graf of de begraafplaatsen niet zijn voldaan binnen de gestelde termijnen;

      • b.

        indien de rechthebbende, ondanks een aanmaning, in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

      • c.

        indien niet tijdig overschrijving van rechten heeft plaatsgevonden als bedoeld in artikel 16;

    • 3.

      een en ander met inachtneming van vigerende landelijke wetgeving.

    • 4.

      In geen van de gevallen als bedoeld in het eerste en in het tweede lid vindt terugbetaling plaats van (een deel van) de kosten van het grafrecht of van eventuele andere kosten. Evenmin kan aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding. Het doen van afstand ontslaat evenmin van de verplichting tot het betalen van de kosten voor de lopende termijn.

    • 5.

      Indien het grafrecht is vervallen en geen andere bestemming voor de eventueel in het graf aanwezige menselijke resten en/of as(-bussen) kenbaar is gemaakt, worden de resten onderin hetzelfde graf of op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaatse begraven en/of de as verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen op een door de beheerder te bepalen tijdstip.

    • 6.

      De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking of beplanting mag vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kan hij geen aanspraken hierop doen gelden.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Aanbrengen en vergunning grafbedekking

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, hebben, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking (inclusief winterharde gewassen) geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

  • 2.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college indien de grafbedekking afwijkt van hetgeen dienaangaande is vermeld in het Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen.

  • 3.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de in het vorige lid bedoelde vergunning aan.

  • 4.

    Geen grafbedekking mag worden geplaatst zonder melding vooraf aan de beheerder.

  • 5.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking, de wijze van aanbrengen en de wijze van aanvragen van de vergunning.

  • 6.

    Het college kan een grafbedekking of een vergunning daarvoor weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het vijfde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      de tekst of afbeelding op de grafbedekking of het naamplaatje aanstootgevend of kwetsend is.

  • 7.

    Indien het bij deze weigering gaat om een reeds geplaatste grafbedekking dient deze op kosten en onder verantwoordelijkheid van de rechthebbende te worden verwijderd.

  • 8.

    Het recht tot het hebben van een grafbedekking op een particulier graf eindigt op het moment dat het grafrecht vervalt. De grafbedekking kan na dat moment door het college worden verwijderd. De rechthebbende dan wel derden met eigendomsrechten ten aanzien van de grafbedekking kunnen alsdan geen compensatie, schade of anderszins vergoeding vorderen bij de gemeente.

  • 9.

    Het recht tot het hebben van een grafbedekking op een algemeen graf eindigt uiterlijk 15 jaar na de laatste begraving.

Artikel 19. Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking en/of de (winterharde) beplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de kwaliteit van het onderhoud.

  • 2.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking c.a. behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken na de datum van uitbrengen van de in lid 3 bedoelde verklaring ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente. De rechthebbende dan wel derden met eigendomsrechten ten aanzien van de grafbedekking kunnen alsdan geen compensatie, schade of anderszins vergoeding vorderen bij de gemeente.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende na een voorafgaande aanschrijving als bedoeld in lid 4 door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking c.a.. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 4.

    Het college kan de rechthebbende door aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn. Het college doet dit indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college de aanschrijving door middel van een verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

De gemeente is verantwoordelijk voor het algemene onderhoud aan de begraafplaatsen. Rechthebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de grafmonumenten en de grafbedekking. Voor thans reeds bestaande grafrechten blijft de oorspronkelijke onderhoudsverdeling onverkort van toepassing.

Artikel 21. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting, losse bloemen en planten op een graf die in verwelkte of verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder nadere kennisgeving en zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op compensatie, schade of andere vorm van vergoeding. Kransen, linten, siervazen en dergelijke voorwerpen kunnen zonder nadere kennisgeving en zonder dat er aanspraak kan worden gemaakt op compensatie, schade of andere vorm van vergoeding door de beheerder worden verwijderd.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENRUIMTEN

Artikel 22. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Een ruiming vindt niet plaats dan nadat er 15 jaar zijn verstreken na de laatste begraving in dat graf. Op bepaalde plaatsen van de begraafplaatsen kan de beheerder een ruiming toestaan nadat de wettelijke termijn van grafrust is verstreken.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten en eventuele asbussen respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven onderin hetzelfde graf of op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaatsen; as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 5.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 6.

    Rechthebbenden van een graf of urnenruimte en nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet, kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

HOOFDSTUK 7. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 23. Lijst waardevolle graven / grafbedekkingen

  • 1.

    Het college stelt een lijst vast van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. Deze lijst wordt bekendgemaakt.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven of verwijdering van grafbedekkingen wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 8. INRICHTING REGISTER

Artikel 24. Voorschriften

  • 1.

    Het college houdt een register van de begraven lijken en de bezorgde as. Dit register is openbaar.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

  • 3.

    Rechthebbenden zijn verplicht de wijzigingen van hun adres onverwijld door te geven aan de beheerder.

  • 4.

    Het register met de gegevens van rechthebbenden is niet openbaar.

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25. Vervallen verklaren van oude verordeningen

De Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2015, vastgesteld op 13 juli 2015 wordt vervallen verklaard. Eventuele overige (beheers)regelingen en verordeningen, voor zover deze al niet eerder waren ingetrokken, zijn eveneens vervallen.

Artikel 26. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening genoemd in artikel 25 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van in de artikel 25 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 27. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de eerste categorie, en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 28. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden 2018

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 november 2018