Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

• 1.

  De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018 zijn ook voor deze nadere regels van toepassing.

• 2.

  In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Beheerverordening: de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018;

  • b.

    samenvoegen: het samenvoegen van twee overledenen op één niveau om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene.

  • c.

    schudden: het verzamelen en onder hetzelfde graf plaatsen van resten op alle diepten om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen;

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

• 1.

  De begraafplaatsen zijn voor bezoekers opengesteld dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang.

• 2.

  De begraafplaatsen zijn voor hen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, opengesteld van maandag tot en met zaterdag van 08.00 uur tot 17.00 uur.

• 3.

  Op zondag mogen op de begraafplaatsen geen werkzaamheden worden verricht.

Artikel 3 Tijden voor het begraven en het bezorgen/verstrooien van as

• 1.

  De tijden om te begraven, as te bezorgen en te verstrooien zijn in maanden maart tot en met oktober van maandag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 16.00 uur. In de maanden november, december, januari en februari zijn deze tijden van 09.00 uur tot 15.00 uur.

• 2.

  Binnen één uur na de aanvang van een eerder geplande plechtigheid kan geen andere bezorging plaatsvinden.

Artikel 4 Inrichting en indeling van de begraafplaatsen

Per begraafplaats worden in de Bijlage bij deze regeling nadere regels gesteld ten aanzien van de inrichting en indeling.

Artikel 5 Afmetingen van de graven

Per begraafplaats worden in de Bijlage bij deze regeling nadere regels gesteld ten aanzien van de afmetingen van de graven. De in de Bijlage opgenomen afmetingen zijn gesteld in meters, tenzij in de Bijlage anders is aangegeven.

Artikel 6 Uitgifte van graven

• 1.

  Op de begraafplaatsen Bolsward en Sneek wordt bij de eerste uitgifte van een nieuw graf altijd twee diep uitgegeven.

• 2.

  Op de begraafplaatsen Hindeloopen, IJlst, Koudum, Molkwerum, Poppenwier, Raerd, Skarl, Stavoren, Wommels, Workum en Ypecolsga wordt bij de eerste uitgifte van een nieuw graf altijd één diep uitgegeven.

• 3.

  Op de begraafplaatsen Bolsward, Hindeloopen, IJlst, Koudum, Molkwerum, Poppenwier, Raerd, Skarl, Stavoren, Wommels, Workum en Ypecolsga wordt geen vergunningen verleend voor het aanbrengen van een grafkelder.

• 4.

  Op de begraafplaats Bolsward worden in de perken 1 tot en met 8, vak ab, c en d geen nieuwe graven uitgegeven.

• 5.

  Op de begraafplaats Sneek worden:

  • a.

    op de perken 1, 2, 3 en 5 geen nieuwe graven uitgegeven;

  • b.

    alleen vergunningen verleend voor het aanbrengen van grafkelders op vak C aansluitend aan de bestaande kelderrij.

Artikel 7 Urnenruimte en columbarium

• 1.

  Een urnenruimte is vervaardigd van beton of kunststof.

• 2.

  Een bovengronds aangebrachte urnenruimte (in of op het gedenkteken) is gemaakt van duurzaam materiaal. Het afdekplaatje op de urnenruimte is gemaakt van duurzaam materiaal.

• 3.

  Een columbarium is gemaakt van duurzaam materiaal.

Artikel 8 Particuliere gedenkplaats

• 1.

  Een gedenkplaatje of een vlinder dient op een duurzame wijze te worden aangebracht op de particuliere gedenkplaats. De beheerder kan zo nodig aanwijzingen geven.

• 2.

  Artikel 23, eerste, tweede en vierde lid, artikel 26, tweede tot en met het vierde lid, 28, tweede tot en met het vierde lid en het zesde lid, alsmede artikel 30 van de Beheerverordening zijn van overeenkomstige toepassing op een particuliere gedenkplaats, waarbij telkens in die bepalingen gelezen in plaats van grafbedekking: een gedenkplaatje of een vlinder.

Artikel 9 Vlinder

Er wordt alleen een vlinder toegestaan die van duurzaam materiaal is gemaakt.

Artikel 10 Algemene bepalingen grafbedekking

• 1.

  De grafbedekking met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden opgesteld. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

• 2.

  Tijdelijk verwijderde grafbedekkingen mogen alleen opgesteld worden op de plaats die de beheerder heeft aangewezen. Deze dienen binnen een door de beheerder te bepalen termijn te worden verwijderd.

• 3.

  De beheerder kan zonder toestemming van de rechthebbende de grafbedekking tijdelijk verplaatsen indien dit voor werkzaamheden of een begrafenis nodig is.

• 4.

  De grafbedekking mag het graf niet overschrijden.

• 5.

  Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

Artikel 11 Bijzondere bepalingen grafbedekking

In de Bijlage bij deze regeling worden per begraafplaats nadere regels gesteld ten aanzien van de graftekens. De in de Bijlage opgenomen afmetingen zijn gesteld in meters, tenzij in de Bijlage anders is aangegeven.

Artikel 12 Grafbeplanting

• 1.

  Grafbeplanting in de vorm van heesters, bodembedekkers, vaste planten, eenjarige gewassen, potplanten en bloemen in losse vazen, coniferen, losse bloemen, bollen en knollen is toegestaan.

• 2.

  Vorstgevoelig materiaal (waaronder begrepen losse potten en vazen) dient voor de vorst te worden opgeruimd.

• 3.

  De grafbeplanting moet beheersbaar zijn en blijven.

Artikel 13 Vergunning grafbedekking

• 1.

  Het verzoek om vergunning tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van grafbedekking moet schriftelijk worden gedaan bij het college.

• 2.

  Het college stelt voor aanvragen van de eerste lid bedoelde vergunning een formulier beschikbaar.

Artikel 14 Samenvoegen en schudden van graven

• 1.

  Een rechthebbende kan bij het college een aanvraag indienen voor het samenvoegen of schudden van een graf.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan voor een grafkelder alleen een aanvraag bij het college indienen tot samenvoeging.

• 3.

  De aanvraag, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt afgewezen indien het samenvoegen of schudden in strijd is met de wet, het Besluit op de lijkbezorging of de Beheerverordening.

Artikel 15 Slotbepalingen

• 1.

  De Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen, vastgesteld op 9 mei 2017 worden ingetrokken.

• 2.

  De volgende gemeentelijke voorschriften worden vervallen verklaard voorzover deze gemeentelijke voorschriften zien op het grondgebied van de voormalige gemeente Littenseradiel dat op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, op 1 januari 2018 aan de gemeente Súdwest-Fryslân is toegevoegd:

  • •

    Uitvoeringsbesluit openstelling begraafplaats, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel op 29 november 2005;

  • •

    Regels voor de grafbedekkingen, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel op 29 november 2005;

  • •

    Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel op 29 november 2005.

• 3.

  Deze regeling treedt in werking op het tijdstip dat de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018 in werking treedt.

• 4.

  Deze regeling kan worden aangehaald als: Nadere regels behorende bij de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Súdwest-Fryslân 2018.