Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Uitgangspunten Carnaval en Beleidsregels evenementenvergunningen Carnaval

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitgangspunten Carnaval en Beleidsregels evenementenvergunningen Carnaval
CiteertitelBeleidsregels evenementenvergunningen Carnaval
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

regeling is bekend gemaakt in VIAMaastricht d.d. 28 februari 2019 en vervangt de Beleidsregels evenementenvergunning Carnaval zoals in werking getreden 24-02-2017

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201905-02-2021nieuwe regeling

18-02-2019

gmb-2019-49988

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitgangspunten Carnaval en Beleidsregels evenementenvergunningen Carnaval

 

Algemeen

Sinds 2008 is er een beleid/campagne ingezet, gebaseerd op het principe dat het realiseren van ‘ne propele carneval een collectieve verantwoordelijkheid is van zowel de gemeente, de horecaondernemers, de carnavalsverenigingen, de hulpdiensten maar nadrukkelijk ook van de individuele carnavalsvierders. Dit beleid is in de loop der jaren doorontwikkeld aan de hand van de speerpunten uit de voorgaande edities. Vanaf 2010 is deze gezamenlijke aanpak doorvertaald in de zogeheten code 11.

 

Code 11

De code 11 – zoals deze in een convenant tussen de Tempeleers, de gemeente Maastricht en Koninklijke Horeca Nederland afdeling Maastricht is opgesteld – is verwerkt in deze beleidsuitgangspunten. De kernwaarden van carnaval worden in dit convenant als volgt beschreven:

“Dat carnaval als volkscultureel verschijnsel in deze stad al vele eeuwen bestaansrecht heeft, is een gevolg van het feit dat het zich altijd weer aan het tijdsbeeld weet aan te passen. Het is immers een wetmatigheid dat tradities die star aan verouderde maatstaven vasthouden verdwijnen; tradities die nieuwe generaties weten te boeien, zijn levensvatbaar”.

De kernwaarden blijven echter van alle tijden, anders is de traditie als zodanig niet meer herkenbaar. Enkele van de belangrijkste kernwaarden van de Mestreechter Vastelaovend zijn gemeenschapszin, verdraagzaamheid, humor, muziek en spontane zelfordening.

De Mestreechter Vastelaovend is in de loop der jaren uitgegroeid tot een volksfeest dat zijn weerga in de regio niet kent. Het feest wordt voornamelijk spontaan in het stadscentrum gevierd. Er is sprake van vergunde traditionele publieksactiviteiten, het inhalen van de stadsprins, de optochten, het Zaate Herremeniekes konkours. Ook worden vergunningen verleend voor een groeiend aantal ‘ondersteunende’ horeca-activiteiten; plaatsing van tappunten, podia, muziek, optredens. Naast al die ‘vergunde’ activiteiten vindt het grootste deel van de Vastelaovend plaats zonder dat daarbij sprake is van vergunningen; het spontane volksfeest.

 

Beleidsuitgangspunten

Om het Carnavalsfeest zonder excessieve overlastsituaties en grote risico’s voor de veiligheid in de openbare ruimte te laten plaatsvinden is het noodzakelijk een aantal maatregelen te nemen en voorwaarden te stellen. Deze gelden voor het gebied binnen de singels . De nadere uitwerking hiervan is vertaald in de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Vergunningverlening

  • 2.

    Carnavalskarren/tenten

  • 3.

    Communicatie

  • 4.

    Verkeer

  • 5.

    Service

  • 6.

    Handhaving

 

  • 1.

    Vergunningverlening

Ten aanzien van vergunningverlening wordt een proactieve aanpak gehanteerd. Dit betekent dat op voorhand inzichtelijk wordt gemaakt voor welke zaken een vergunning nodig is en wat wel en niet mogelijk is qua vergunningverlening. Bovendien wordt – daar waar nodig – vooroverleg gevoerd met aanvragers om ervoor te zorgen dat wat wordt aangevraagd juist en compleet is. Dit bespoedigt de uiteindelijke besluitvorming.

 

 

Deze proactieve aanpak heeft vooral tot doel om alle betrokken partners vooraf zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over wat wel en niet mogelijk is en welke voorwaarden hierbij gelden én hen ruimschoots vooraf te attenderen op het tijdig indienen van aanvragen voor vergunningen.

 

Elk jaar ontvangen alle horecaondernemers van Maastricht een brief met daarbij een weergave van deze beleidsuitgangspunten. Daarbij is tevens kenbaar gemaakt, dat de aanvragen voor vergunning compleet moeten zijn ingediend uiterlijk 8 weken vóór carnaval, waarna uiterlijk één week voor carnaval wordt beschikt op de complete en tijdig ingediende aanvragen.

 

  • 2.

    Carnavalskarren/tenten

De hoeveelheid karren, spontane tentenkampen etc. groeit met het jaar. Uiteraard gaat het hierbij om een verschijnsel dat bij carnaval hoort maar het vormt – vanuit een oogpunt van veiligheid en beheersbaarheid – ook een nadrukkelijk zorgpunt. De gemeente ziet het dan ook als haar taak om de carnavalsvierders bewust te maken van de gevaren, hen te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid en spelregels mee te geven over een verantwoord gebruik van de karren wat moet resulteren in het gewenste gedrag.

 

Voor het geval er desondanks gevaarlijke situaties ontstaan of dreigen te ontstaan, zal de burgemeester gebruik maken van de bevelsbevoegdheid als bedoeld in artikel 172, lid 3 van de Gemeentewet. Op grond hiervan is de burgemeester bevoegd om bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvan, bevelen te geven die noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde.

 

De spelregels met betrekking tot een verantwoord gebruik van de carnavalskarren luiden als volgt:

 

2.1. Carnavalskarren en doorstroming publiek/hulpdiensten

Bij het bouwen van de karren dient rekening te worden gehouden met de karakteristieke structuur van de Maastrichtse binnenstad. Er zijn veel smalle straatjes (vaak niet breder dan 3,5 meter). Zeker bij mooi weer en grote drukte kunnen karren van een grote omvang niet meer door deze straten. Kortom, de doorstroming komt in gevaar zowel voor de carnavalsvierders maar zeker ook voor de hulpdiensten. Hierdoor kunnen onveilige situaties ontstaan.

 

Om de doorstroming in de straten zo optimaal mogelijk te laten zijn, dient het aantal obstakels tot een minimum te worden beperkt. Sommige straten zijn zo druk, dat deze straten met carnavalskarren gemeden dienen te worden zodat een goede doorstroming/bereikbaarheid steeds gegarandeerd kan blijven (NB. het gaat hier dus niet om een bolderkar met kinderen).

Het betreft de straten en pleinen zoals op onderstaand overzicht en kaart vermeld staan.

 

  • Vrijthof-Oost (pleinzijde achter de tapgelegenheden wel mogelijk)

  • Platielstraat

  • Sint Amorsplein

  • Achter het Vleeshuis

  • Leliestraat

  • Sporenstraat

  • Vijfharingenstraat

  • Heggenstraat

  • Minckeleerstraat

  • Wolfstraat

  • Kersenmarkt

  • Havenstraat

  • Plankstraat

  • Stokstraat

  • Koestraat

  • Cortenstraat

  • Kattenstraat

  • Stenenbrug

  • Pleintje Sint Pieterstraat/Stenenbrug

  • Mosae Forum

 

 

 

2.2 Veiligheid op de carnavalskarren

De laatste jaren gaan de carnavalskarren steeds meer dienst doen als een soort van zelfvoorzienende unit van carnavalsgroepen. In dat kader bevindt zich op de carnavalskarren dan ook allerlei apparatuur. Dit varieert van een geluid- en tapinstallatie tot frituurpannen, gasflessen, koolzuurflessen en aggregaten. Deze apparaten kunnen tot zéér onveilige situaties leiden zowel voor de gebruikers van de betreffende carnavalskar maar zeker ook voor omstanders. Aanbevolen wordt dan ook om zo weinig mogelijk apparatuur op de carnavalskarren te plaatsen. Open vuur, gasflessen die gebruikt worden voor open vuur en frituurpannen zijn in elk geval strikt verboden om op de carnavalskarren te plaatsen/gebruiken. Dit kan namelijk levensgevaarlijke situaties opleveren.

 

Mede op advies van de brandweer gelden de volgende brandveiligheidseisen voor carnavalskarren:

  • De hoeveelheid op de carnavalskar aanwezige brandstof dient zo beperkt mogelijk te zijn en wordt uitsluitend opgeslagen in metalen jerrycans. Het bijvullen van aggregaten mag nooit in de buurt van brandende voorwerpen (bijv. sigaretten) geschieden en bij voorkeur op plaatsen zonder publiek.

  • Op iedere carnavalskar dient een goedgekeurd draagbaar blustoestel aanwezig te zijn met een minimale inhoud van 6 liter of 6 kilo.

 

2.3 Geluid op carnavalskarren

Vaak wordt er vanuit carnavalskarren ook muziek ten gehore gebracht. Net als voor de horeca gelden ook voor de geluidsinstallaties van de carnavalskarren geluidnormen. De geluidproductie mag dan ook niet leiden tot overmatige geluidhinder. Het geluidniveau afkomstig van de carnavalskarren dient daarnaast steeds aangepast te worden aan de omgeving. Hierdoor wordt het voor elke carnavalsvierder, maar ook de Zaate Herremeniekes mogelijk om op zijn/haar eigen wijze carnaval te vieren met de daarbij behorende muziek, zonder dat anderen hier op een excessieve manier overlast van ondervinden. Het koppelen van geluidsinstallaties tussen twee of meer carnavalskarren zal zonder meer leiden tot excessieve overlast en is daarom bij voorbaat verboden.

De gemeente zal tijdens Carnaval in geval van overmatige geluidhinder hierop handhaven waarbij er vooral gekeken wordt naar het klachtenpatroon.

 

2.4 Kunststof en ander afval afkomstig van carnavalskarren

In de algemene plaatselijke verordening (APV) artikel 2.4.29 is bepaald dat het verboden is in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied en binnen een door burgemeester en wethouders aangewezen periode drank in drinkgerei van glas danwel in flessen van glas bij zich te hebben of met zich mee te voeren met het kennelijke doel dit in de openbare ruimte in dit gebied te nuttigen. Dit geldt voor alle carnavalsvierders, met of zonder carnavalskar. Het gebied is door het collegebesluit van 10 januari 2017 aangewezen. Het verbod geldt voor het gebied binnen de singels omvat de navolgende straten: Wilhelminasingel, Avenue Ceramique, J.F. Kennedysingel, Hertogsingel, Bisschopsingel, Statensingel, Maagdendries, Boschstraat (incl. Bassin), Van Hasseltkade en Wilhelminabrug.

 

Kortom het gemeentelijk glasverbod in de openbare ruimte tijdens carnaval geldt ook voor de carnavalskarren. In het met de carnavalskarren afgesloten protocol is opgenomen dat geen glaswerk op de kar wordt meegenomen. Aanvullend gelden de volgende aandachtspunten:

  • Neem niet meer drank mee dan noodzakelijk;

  • Maak een voorziening op de carnavalskar voor het verzamelen van het afval; neem het mee naar huis of deponeer het in de daarvoor bestemde afvalbakken.

Doel is onveilige situaties/overlast situaties te voorkomen. Bovendien vermindert de afvalberg en kunnen daarmee de opruimkosten worden teruggedrongen.

 

  • 3.

    Communicatie

Naast vergunningverlening is communicatie in de meest brede zin des woords een belangrijk instrument om carnaval op een veilige en verantwoorde manier te laten verlopen. Communicatie heeft enerzijds tot doel de carnavalsvierders bewust te maken van de spelregels en ze te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Anderzijds is communicatie een cruciaal hulpmiddel tijdens het evenement teneinde de carnavalsvierders van andere informatie te voorzien (waar gebeurt wat, waar is het erg druk etc.). Naast de traditionele communicatiekanalen (zoals Bericht Uit Maastricht, website, TV Maastricht) zet de gemeente ook social media in (twitter, facebook).

 

  • 4.

    Verkeer

Om een optimale doorstroming en veiligheid van het verkeer te garanderen worden tijdens carnaval een aantal maatregelen ingesteld:

  • Taxiverkeer van de Markt richting Vrijthof wordt geweerd;

  • De taxistandplaats Vrijthof Noord vervalt;

  • Op de Statenstraat, Boschstraat en eventueel het pleintje voor Mosae Forum worden alternatieve taxistandplaatsen ingericht;

  • Busverkeer rijdt niet over de Markt; de carnavalsroute gaat via de singels;

  • Op de Boschstraat wordt een tijdelijke bushalte ingericht (inclusief voorzieningen), waarbij tijdig duidelijk wordt gemaakt waar niet geparkeerd mag worden; tegen foutparkeerders wordt handhavend opgetreden;

  • Er wordt overleg gepleegd met Q-park over de bereikbaarheid van de garages, vooral voor abonnementhouders;

  • (de volgende maatregel is optioneel in verband met het wijzigen van de route van de optocht)

  • Tijdens de carnavalsoptocht op maandagmiddag wordt het taxiverkeer geweerd van de Markt-Noord, Kleine Gracht en Gubbelstraat. Tijdens deze optocht wordt de taxistandplaats ingericht bij de bushalte aan de Boschstraat en dient op het noordelijke deel van de Vismarkt te worden gedraaid;

  • De Sint Pieterstraat wordt vanaf carnavalsvrijdag 15.00 uur afgezet voor alle gemotoriseerd verkeer.

 

  • 5.

    Service

Door de gemeente wordt in aanvulling op de voorzieningen van de horeca op een aantal drukbezochte locaties toiletvoorzieningen geplaatst, inclusief de opstelplaatsen van de optochten. Daarnaast wordt in overleg met de GGD/GHOR een statische EHBO-post ingericht op het Vrijthof van waaruit een aantal mobiele units kunnen opereren.

 

In verband met carnaval vervalt de huisvuilronde op Aswoensdag. Ook particuliere organisaties die bedrijfsafval ophalen kunnen moeilijkheden ondervinden in verband met carnaval. De verantwoordelijkheid voor het op een juiste wijze afvoeren van bedrijfsafval ligt bij de ondernemer.

 

  • 6.

    Handhaving

De wijze waarop invulling wordt gegeven aan zowel de preventieve als de repressieve handhaving, voorafgaand aan en tijdens carnaval, wordt jaarlijks uitgewerkt in een interne richtlijn handhavingsstrategie carnaval.

 

Beleidsregels evenementenvergunningen carnaval

 

Op grond van artikel 3, lid 1 van de Evenementenverordening gemeente Maastricht is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

Een vergunning voor het organiseren van een evenement kan door de Burgemeester

worden geweigerd indien één of meerdere weigeringsgronden zich voordoen:

  • a.

    de vergunningaanvraag voor het organiseren van een evenement niet tijdig is gedaan;

  • b.

    in de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde jaarprogramma evenementen reeds een plaatsing is opgenomen voor een ander evenement op de gevraagde locatie en datum;

  • c.

    gelet op de aard van het evenement en/of het aantal bezoekers onevenredig veel beslag wordt gelegd op de gemeentelijke en overige (hulp)diensten;

  • d.

    er gevaar bestaat voor ernstige verkeersbelemmeringen;

  • e.

    door het bevoegd gezag is geconstateerd dat de organisator van het evenement de in artikel 9, lid 6 opgenomen voorschriften en/of de eventueel aan de vergunning te verbinden nadere voorschriften één of meerdere keren heeft overtreden.

 

Vanwege het waarborgen van de beheersbaarheid en veiligheid in de openbare ruimte en het voorkomen van excessieve overlastsituaties tijdens het carnavalsfeest is een nadere uitwerking van het toetsingskader zoals dat wordt gehanteerd bij het verlenen van vergunningen in het kader van carnaval noodzakelijk. De navolgende beleidsregels vormen deze nadere uitwerking.

 

Live-optredens

  • Live-optredens van bekende artiesten en DJ’s in de openbare ruimte zijn in beginsel niet toegestaan.

    Gezien de complexiteit in beheersbaarheid van bezoekersstromen en de daarmee gepaard gaande risico’s in het kader van de bescherming van de openbare orde en veiligheid wordt in principe geen toestemming verleend aan een activiteit die er per definitie op is gericht om bezoekersstromen te genereren en vast te houden.

    Het opzetten van podia waarbij Zaate Herremeniekes, kinderverkleedwedstrijden, korte presentaties van carnavalsgroepen e.d. als activiteiten plaatsvinden, is onder voorwaarden wel toegestaan.

 

Geluid

  • Het is de horeca, die in het bezit is van een geldige Drank- en Horecawetvergunning, binnen de singels toegestaan op carnavalszondag (tussen 12.00 uur en 02.00 uur), -maandag (tussen 12.00 uur en 02.00 uur) en -dinsdag (tussen 12.00 uur en 01.00 uur) gebruik te maken van gevelboxen. Op carnavalsvrijdag en carnavalszaterdag is het de horeca, die in het bezit is van een geldige Drank- en Horecawetvergunning, binnen de singels toegestaan via deze geluidsboxen muziek ten gehore te brengen met een geluidsniveau niet hoger dan LAmax 75dB(A) overeenkomstig de uitgangspunten zoals die gelden vanaf 2016. Voor de productie van geluid anders dan via boxen aan de gevel (artiesten en mechanische muziek via podia) is een afzonderlijke geluidsontheffing nodig.

  • Het maximale geluidsniveau (LAmax) van de gevelboxen is 85 dB(A), gemeten op 3 meter afstand van de gevel.

  • Indien binnen een afstand van 50 meter van de (horeca)inrichting meerdere gevelboxen muziek produceren, mag slechts gebruik worden gemaakt van één muzieksignaal. De gebruiker van de gevelbox zal overleg moeten plegen met de omliggende collega’s binnen de genoemde straal, zodat de centrale, mechanische muziekgeluidproductie onder regie van één verantwoordelijke ondernemer plaatsvindt. Op deze manier blijft gevelmuziek – mede ten behoeve van het zogeheten straatcarnaval – mogelijk, doch kunnen excessen voorkomen worden c.q. in voldoende mate worden beperkt.

  • Bevestiging van geluidboxen op boxsteunen of aan een trussconstructie (dus niet direct aan de gevel) is mogelijk mits de geluidsboxen niet verder uitsteken dan 0,5 meter van de gevel.

  • Geluidboxen aan de gevel dan wel op boxsteunen of aan een trussconstructie, mits niet verder uitstekend dan 0,5 meter van de gevel dienen geluid van de gevel af te stralen;

  • Geluidboxen aan een trussconstructie die verder uitsteken dan 0,5 meter van de gevel, dienen geluid naar de gevel toe te stralen.

 

Boxen binnen 0,5 m van de gevel stralen naar buiten Boxen verder dan 0,5 m van de gevel stralen naar binnen

 

 

  • Situaties die afwijken van de hiervoor genoemde gevallen (zoals vrijstaande trussconstructies, podiumwagens etc.) worden afzonderlijk getoetst.

 

Opstallen (podia, luifels, tenten, trussconstructies)

  • Luifels, tenten, podia en trussconstructies worden alleen toegestaan op locaties waar de openbare orde en veiligheid niet in het geding komt;

  • Luifels, tenten, podia en trussconstructies dienen adequaat te zijn bevestigd en mogen de doorstroming van het publiek niet hinderen, de toegankelijkheid van de lokaliteit bemoeilijken of het cameratoezicht belemmeren. Het gebruik van de openbare weg, óók tijdens carnaval, is één van de prioriteiten in het kader van het veiligheidsbeleid. Het toestaan van opstallen is dan ook sterk afhankelijk van de locatiespecifieke omstandigheden en de veiligheidssituatie ter plaatse.

  • Luifels, tenten, podia en trussconstructies dienen uiterlijk om 12.00 uur op de vrijdag voor carnaval te zijn opgebouwd.

  • In trussconstructies mag verlichting worden opgehangen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • verlichting mag niet hinderlijk zijn (niet verblindend dan wel belemmerend voor cameratoezicht dan wel opzwepend voor publiek);

    • geen stroboscooplicht;

    • de verlichting mag uitsluitend naar beneden schijnen en niet hoger dan 45gr kunnen draaien;

  • gebruik van luchtbel- en rookmachines is niet toegestaan. Wanneer in een trussconstructie zaken/objecten worden opgehangen die hier niet met naam zijn genoemd, maar die toch hinderlijk blijken te zijn voor het cameratoezicht, dan wel opruiend zijn voor het publiek, dan dienen deze – op eerste aanwijzing en/of bevel van politie of medewerkers van de gemeente (team handhaven) te worden verwijderd.

 

Tapgelegenheden, uitgiftebuffetten, gevelbuffetten en raamverkoop

Tijdens carnaval kiezen veel horecaondernemers ervoor om de tap-/verkoopmogelijkheden van drank uit te breiden. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de volgende mogelijkheden:

  • A.

    Gevelbuffet: een buitenbuffet met tapinstallatie gesitueerd direct aan de gevel van de horeca-inrichting op het zgn. winterterras;

  • B.

    Tapgelegenheid: een buitenbuffet (niet op het winterterras) met tapinstallatie, normaal gesitueerd op het zgn. zomerterras van de horeca-inrichting (m.u.v. Vrijthof-Oost waar is gekozen voor de ruimte onder de bomen aan de overzijde van de weg) in de directe nabijheid van de horeca-inrichting;

  • C.

    Raamverkoop: verkoop van dranken vanuit een raam van de horeca-inrichting (zonder gebruik van een uitgiftebuffet);

  • D.

    Uitgiftebuffet: een buitenbuffet zonder tapinstallatie gesitueerd direct aan de gevel dat uitsluitend dient voor het uitgeven van drank; deze dranken worden binnen in de horeca-inrichting getapt.

 

In principe wordt op het winterterras de mogelijkheid geboden voor het plaatsen van een buffet aan de gevel als de fysieke ruimte dat toelaat. De keuze is aan de ondernemer of dit een uitgiftebuffet of een buffet voor raamverkoop betreft. Als algemene voorwaarde geldt dat de veiligheid niet in het geding mag zijn, de vrije doorgang voor hulpdiensten gegarandeerd moet zijn, de bereikbaarheid van gebouwen door de hulpdiensten gegarandeerd moet zijn en het cameratoezicht niet belemmerd wordt.

 

Daar waar de fysieke omstandigheden dat mogelijk maken mag een ondernemer daarnaast een extra bar plaatsen op het zomerterras. Een uitzondering is gemaakt voor Vrijthof-Oost. Daar mag de extra bar worden geplaatst onder de bomen aan de overzijde van de weg. Daarnaast wordt een uitzondering gemaakt voor de smalle straten in de binnenstad (o.m. Platielstraat, Sint Amorsplein, Achter het Vleeshuis, Wolfstraat, Koestraat, oostzijde Grote Gracht en de Stokstraat). Daar is de ruimte beperkt voor buitentaps. Op die plekken wordt maatwerk geleverd rekening houdend met de benodigde doorgang voor de hulpdiensten. In principe zal op deze plekken vaak alleen raamverkoop (al dan niet met een smal uitgiftebuffet) zijn toegestaan.

 

Voor alle genoemde opstallen op de openbare weg en voor raamverkoop is een ontheffing vereist; de indieningstermijn bedraagt 4 weken.

 

  • Daar waar een gevelbuffet, een tapgelegenheid, een uitgiftebuffet of raamverkoop door middel van een vergunning en een ontheffing wordt toegestaan, dienen de toiletten binnen de horeca-inrichting steeds bereikbaar en herkenbaar open te zijn;

  • Bij het honoreren van een gevelbuffet, tapgelegenheid, uitgiftebuffet of raamverkoop gelden in ieder geval de volgende uitgangspunten:

    • De sluitingstijden voor buitenbuffetten zijn 1 uur eerder dan de sluitingstijden van de reguliere horeca;

    • Raamverkooppunten zijn uitsluitend toegestaan aan die zijde van de horeca-inrichting waar zich de hoofdingang bevindt;

    • In hoeverre een uitgiftebuffet mogelijk is, zal in het kader van de vergunningaanvraag steeds op basis van de locatiespecifieke omstandigheden worden beoordeeld;

    • In principe mag de afmeting van een tapgelegenheid maximaal 2,5 meter x 2,5 meter bedragen. Op grond van locatiespecifieke omstandigheden kan hiervan worden afgeweken;

    • De dissel van de tapgelegenheid mag de loop van het publiek niet beïnvloeden;

    • De kleppen van de tapgelegenheid mogen niet over de openbare weg openstaan;

    • In geval van meerdere terrassen naast elkaar moeten bij de plaatsing van tapgelegenheden ruim voldoende zichtlijnen van de straatkant naar de gevels gewaarborgd zijn.

  • In overleg met de Maastrichtse horeca is in 2016 een pilot gestart. De pilot is positief ontvangen waardoor het thans op basis van de APB verplicht is voor de buitenbuffetten, binnen de singels, kunststof te gebruiken. In de horecazaken hebben de ondernemers de vrijheid te kiezen voor kunststof of glas.

 

 

Door de gemeente wordt een situatietekening aangeleverd waarop de ruimten zijn aangegeven waarop deze installaties mogen worden geplaatst (na vergunningverlening).

 

 

VOORBEELDEN:

 

 

 

  • Gelet op de ervaringen en afspraken van voorgaande jaren gelden voor enkele locaties de volgende bijzondere voorwaarden:

    • Sint Amorsplein: om een adequate doorstroming te garanderen, zijn er slechts twee tapgelegenheden toegestaan aan de kant van het laad-/losperron van de C&A, mits de looplijn van de Platielstraat naar Achter het Vleeshuis niet wordt gefrustreerd;

    • Vrijthof: voor deze locatie kan vergunning worden aangevraagd voor een gevelbuffet en/of een tapgelegenheid met dien verstande dat de tapgelegenheid uitsluitend mag worden geplaatst aan de overzijde van de weg (tegenover de terrassen) en wel vóór de bomenrij. De (uitslaande) kleppen van de tapgelegenheid mogen in dat geval niet over de rijbaan uitsteken. Tevens dient de opslag en alle voorzieningen die nodig zijn voor het functioneren van de tapgelegenheid op de tekening behorend bij de aanvraag om evenementenvergunning expliciet te worden weergegeven. Op deze locatie zal overigens niet strikt de hand worden gehouden aan de eis dat de tapgelegenheid zich volledig voor de eigen inrichting dient te bevinden (uiteraard wel zoveel als mogelijk).

  • In de vergunning kunnen voorwaarden worden opgenomen over het opbouwen van de installaties. In principe geldt dat de opbouw van de installaties is toegestaan vanaf de donderdag vóór carnaval tussen 21.00 uur en 24.00 uur en vrijdag daaropvolgend vanaf 07.00 uur. Daar waar noodzakelijk kan ook op de woensdag voorafgaand aan carnaval tussen 18.00 uur en 24.00 uur opgebouwd worden. De opbouw mag niet tot overmatige geluidsoverlast leiden. Opbouw mag niet leiden tot belemmering van het winkelend publiek.

 

Statafels

  • Tijdens carnaval is voor het centrum van Maastricht de ‘regeling statafels’ van toepassing. Voor het gebruik van statafels – mits dat past binnen die regeling – zijn dan ook geen vergunningen vereist.

 

Afwijkingsmogelijkheid

  • Indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen, kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van de bovenstaande voorwaarden.

 

 

 

Vastgesteld te Maastricht op 18 februari 2019

De burgemeester van Maastricht,

Mr. J.M. Penn-te Strake

Dit besluit is openbaar bekend gemaakt in “ViaMaastricht” d.d. 28 februari 2019.