Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent WMO Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2019 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2018
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2019 | 21-05-2020 | nieuwe regeling | 29-01-2019 | INTB-19-03924 |
Hoofdstuk 3 - Naturaverstrekking
Artikel 8. Wonen in een geschikt huis
De tegemoetkoming voor verhuiskosten als bedoeld in onderdeel 3.2.2 van de Beleidsregels be-draagt € 3.500,00 voor een persoon met beperkingen en € 5.327,00 voor een persoon, die op ver-zoek van de gemeente, ten behoeve van een persoon met beperkingen de woonruimte, bestemd voor permanente bewoning heeft ontruimd.
Voor het bezoekbaar maken van één woonruimte kan op aanvraag aan de eigenaar/bewoner slechts eenmaal een tegemoetkoming worden verstrekt van ten hoogste € 2.500,00 indien de per-soon met beperkingen zijn woonruimte heeft in een Wlz-instelling, en er tussen de eigenaar / bewoner en de persoon met beperkingen sprake is van bloed- of aanverwantschap in de eerste of tweede graad bloed- of aanverwantschap.
Artikel 9. Lokaal verplaatsen per vervoermiddel
De tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening bedraagt voor het gebruik van:
Artikel 10. Sportieve activiteiten
De tegemoetkoming voor aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportvoorziening bedraagt voor een periode van drie jaar ten hoogste € 2.306,00.
Hoofdstuk 4 - Persoonsgebonden budget
Artikel 12. Voorwaarden persoonsgebonden budget
Het college toetst, alvorens een persoonsgebonden budget toe te kennen of aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de cliënt is naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Is de cliënt niet zelf in voldoende mate in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen, dan kan ie-mand uit zijn sociale netwerk of zijn vertegenwoordiger hem daarin bijstaan;
naar het oordeel van het college in het concrete geval is gewaarborgd dat de diensten, hulp-middelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening beho-ren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt en het college weegt mee of ze in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt ver-strekt.
Artikel 15. Hoogte persoonsgebonden budget voor woonvoorziening, rolstoel of ander verplaat-singsmiddel
Hoofdstuk 6 - Informatieplicht en controle
De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn tot heroverweging de beslissing tot toekenning van de maatwerkvoorziening in natura of het persoons-gebonden budget.
Vastgesteld in de vergadering van 29 januari 2019
het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
de burgemeester,
TARIEVEN MAATWERKVOORZIENINGEN WMO 2019
Periode 1 januari 2019 tot en met 30 april 2019
* Maatregelhulp en beschikbaarheidsvoorzieningen worden door middel van subsidies vanuit de regio gefinancierd.
TARIEVEN MAATWERKVOORZIENINGEN WMO 2019
* Maatregelhulp en beschikbaarheidsvoorzieningen worden door middel van subsidies vanuit de regio gefinancierd.
*) Op grond van de ministeriele regeling van 27 november 2018 (kenmerk 1431181-182536-WJZ) en artikel 13 lid 6 onderdeel f van de verordening bedraagt deze vergoeding voor niet-professionele hulp c.q. hulp uit het sociale netwerk € 141,00 per kalendermaand waarin de voorziening geleverd wordt.
TARIEVEN VOORZIENINGEN 2018 (Overgangsrecht)
* Voor overgangscliënten geldt dat het ZIN-tarief voor 2019 met 2,61% verhoogd is i.v.m. indexering. Voorwaarde is dan dat cliënt deze maatwerkvoorziening reeds in 2018 geïndiceerd en gestart.
Vanaf 1 januari 2018 gelden de volgende uurtarieven voor huishoudelijke ondersteuning:
Vanaf 1 januari 2019 gelden de volgende uurtarieven voor huishoudelijke ondersteuning:
Voor PGB particulier wordt geen regie-tarief gehanteerd. Indien regie aan de orde is, wordt de modu-le regie ingezet en daarmee het PGB-HO-budget verhoogd. Als alternatief kan een PGB professional worden ingezet, of zorg in natura, of Ondersteuning Zelfstandig leven (waar het gaat om de regie-taak).