Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen |
Citeertitel | Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Nota recreatief medegebruik waterschapseigendommen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2019 | 22-02-2019 | Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen | 22-02-2019 | 2018116048 |
Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland
Op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden van 15 januari 2019;
Naar aanleiding van de in november 2018 door het algemeen bestuur vastgestelde nota “Eigendommen” is gebleken dat het wenselijk is om de nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen te actualiseren. De vorige versie van deze nota dateert namelijk van oktober 2007.
Gelet op de wettelijke kaders die worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau, waaronder:
De Europese zwemwaterrichtlijn;
De Natuurambitie grote wateren 2014;
Het provinciaal beleid van de provincies Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Holland;
Het Wegenbeheerplan 2016 – 2021 van Waterschap Rivierenland;
De Nota Eigendommenbeleid van Waterschap Rivierenland.
Vast te stellen de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen.
Artikel 1. Beleidsregel en bijlagen
De bijgevoegde Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen vervangt de nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen van oktober 2007.
De Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen van oktober 2007 wordt hierbij ingetrokken.
Deze Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen treedt in werking met ingang van 1 maart 2019 en heeft terugwerkende kracht tot en met 22 februari 2019.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Nota recreatief gebruik van waterschapseigendommen”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 22 februari 2019 te Tiel.
de secretaris-directeur, de waarnemend dijkgraaf,
Toelichting op de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen
Waterschap Rivierenland heeft als taken het waarborgen van veiligheid tegen overstromingen, het beheer van waterkwaliteit en de waterkwantiteit in het rivierengebied. Bij uitvoering van deze taken kan er tevens sprake zijn van recreatie. Vanuit de maatschappij komen steeds vaker verzoeken om waterschapseigendommen te mogen gebruiken voor een bepaalde vorm van recreatie. Vanuit het Rijk en provincies wordt, net zoals vanuit de Unie van Waterschappen, het openstellen van publieke eigendommen aangemoedigd. In deze nota is beschreven hoe Waterschap Rivierenland om gaat met het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen.
Het waterschap hanteert als uitgangspunt dat extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende watergangen, waterkeringen en andere waterschapeigendommen mogelijk is. Het recreatief medegebruik van door waterschap aangelegde voorzieningen zal waar mogelijk worden gestimuleerd, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt, of dit leidt tot overlast. Bij inrichtingsprojecten houdt het waterschap daarom al in de ontwerpfase rekening met eventuele mogelijkheden van recreatief medegebruik door belanghebbenden bij het project te betrekken.
De nota ‘Eigendommen’ is eind 2018 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland. In deze nota is onder andere ingegaan op het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De nota ‘Recreatief Medegebruik van Waterschapseigendommen’ moet gelezen worden als een uitwerking van dit eigendommenbeleid. De kaders die in de nota ‘Eigendommen’ worden gesteld, vormen de basis voor deze nota.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanleiding voor het vaststellen van de Nota recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. In deze nota wordt ingegaan op de vormen van recreatie die niet zijn belegd in andere notities. De nota heeft als doel om de visie van Waterschap Rivierenland ten aanzien van recreatief medegebruik te beschrijven. De onderwerpen waar deze beleidsnota op in zal gaan zijn:
1. Duidelijkheid over wat wordt bedoeld met recreatief medegebruik van de waterschapseigendommen;
2. Het beeld van het huidige beleid ten aanzien van recreatief medegebruik binnen Waterschap Rivierenland;
3. Uitgangspunten van het waterschap ten aanzien van de verschillende recreatievormen;
4. Het bekend maken van dit beleid en actief uitdragen, zowel intern als extern.
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de definitie van recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Daarnaast wordt ingegaan op het begrip “waterschapseigendommen”. tot slot wordt ingegaan op de verschillende vormen van recreatief medegebruik.
In dit hoofdstuk staan de kaders en uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Een belangrijk uitgangspunt voor deze nota zijn wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het recreatieve medegebruik van waterschapseigendommen. De visie van het waterschap op recreatief medegebruik vormt een belangrijke bouwsteen van het beleid. Wetten, regels en richtlijnen vormen het externe beleidskader waarbinnen wetenschapsbeleid moet passen. De kaders in dit hoofdstuk worden gesteld op Europees, nationaal en regionaal niveau.
Hoofdstuk 4 Beleidslijn Waterschap Rivierenland
Binnen hoofdstuk 4 is een kader gesteld waarbinnen recreatief medegebruik zich kan bewegen. Het is van belang dat het hele beheergebied dezelfde lijn volgt, maar dat enige vorm van maatwerk wel mogelijk blijft. In dit hoofdstuk is ingegaan over de wijze hoe het waterschap omgaat met recreatief medegebruik van waterschapseigendommen. Het gebied waarover gesproken wordt, is te vinden in bijlage 1. In bijlage 2 is de procedure aanvraag recreatief medegebruik bij waterschap Rivierenland weergegeven. Het toetsingskader van een ingekomen aanvraag is opgenomen in bijlage 3 “Toetsingskader’.