Organisatie | Loon op Zand |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent premantelzorgwoningen Beleidsregels premantelzorgwoningen Loon op Zand 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels premantelzorgwoningen Loon op Zand 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2019 | nieuwe regeling | 29-01-2019 | Zk18.04427 / 2019.00778 |
Demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing, zorgen ervoor dat we anders om moeten gaan met zorg om zorg betaalbaar te houden voor toekomstige generaties. Senioren moeten en willen daarbij steeds langer zelfstandig blijven wonen. Het bieden van onbetaalde zorg door sociale relaties, mantelzorg, is een belangrijke pijler binnen deze veranderende context.
Om planologisch aan deze tendens tegemoet te komen heeft de wetgever de huisvesting van mensen met een zorgindicatie voor mantelzorg vergunningvrij gemaakt (zie onderstaand kader).
In sommige gevallen wordt (nog) niet voldaan aan de eisen om onder de vergunningvrije mogelijkheden van Bijlage II van het Bor te vallen, maar is het wonen in nabijheid van een zorgverlener uit het bestaande sociale netwerk wel de meest gewenste huisvestingsvorm. Te denken is aan familieverbanden waarbij de oudere generatie nu nog zorg kan dragen voor de kleinkinderen en dat op een later moment de kinderen kunnen zorgen voor de grootouders. Ook voor deze doelgroep wil de gemeente mogelijkheden creëren.
Echter, het zonder meer toevoegen van burgerwoningen (in de kernen maar zeker ook in het buitengebied) is planologisch ongewenst. De vorm van een tijdelijke premantelzorgwoning kan een eerste antwoord zijn op de maatschappelijke vraag om meerdere generaties op hetzelfde perceel te huisvesten.
Deze regeling voorziet in huisvestingsmogelijkheden voor de doelgroep die op basis van de zorgbehoefte (nog) niet onder de vergunningsvrije mogelijkheden voor een mantelzorgwoning valt, maar waarvan wordt verwacht dat binnen tien jaar wel wordt voldaan aan de criteria voor een vergunningsvrije mantelzorgwoning
Deze regeling betreft beleidsregels zoals is bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De regeling stelt de kaders om met een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a onder 2° Wabo j° artikel 4 lid 11 van bijlage II bij het Bor het gebruik van een bestaand bouwwerk (gebouwd met vergunning dan wel vergunningvrij opgericht) als premantelzorgwoning voor beperkte tijd mogelijk te maken.
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking: ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. artikel 2.12 lid 1 onder a onder 2° Wabo j° artikel 4 lid 11 van bijlage II bij het Bor |
De keuze voor de omgevingsvergunning voor beperkte tijd is tweeledig:
De premantelzorgsituatie is eindig. Na beëindiging van de premantelzorgsituatie houdt de vergunde situatie op te bestaan en zal de premantelzorgwoning moeten worden opgeheven. Uitzondering hierop is de overgang naar een vergunningvrije mantelzorgsituatie, waarbij de voorzieningen na afloop van de mantelzorgsituatie verwijderd moeten worden. De omgevingsvergunning voor beperkte tijd is bij uitstek het instrument om een tijdelijke situatie planologisch te regelen.
De omgevingsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend voor maximaal een termijn van tien jaar.
Een omgevingsvergunning voor huisvesting in verband met premantelzorg voor de duur van maximaal 10 jaar kan worden verleend, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Mantelzorg is gedefinieerd als langdurige zorg, dat wil zeggen langer dan drie maanden en meer dan 8 uur per week, die onbetaald en niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Het gaat om extra zorg in duur en intensiteit boven op de normale, gebruikelijke zorg voor elkaar in een huishouden. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid, dat wil zeggen dat de mantelzorger bereid en in staat geacht mag worden deze zorg te leveren;
Gebruikelijke zorg is gedefinieerd als: de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden;
Een redelijke verwachting als bedoeld in lid 1 van mantelzorg als bedoeld in lid 2 wordt onderbouwd met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur daarnaast wordt het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd beschouwd als een moment waarop er sprake is van een redelijke verwachting als bedoeld in lid 1;
Er moet sprake zijn van een sociale relatie tussen de premantelzorgbehoevende en premantelzorgverlener waarbij in meer of mindere mate zorg voor elkaar wordt gedragen. Deze zorg wordt niet in het kader van een hulpverlenend beroep aangeboden en overstijgt de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar;
Aldus vastgesteld op 29 januari 2019,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand,
De secretaris,
C.L. Derickx MBA
de burgemeester,
J. van Aart
Bijlage: Toelichting op de regeling
Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een ziekte met een progressief ziekteverloop, waarbij nu al geanticipeerd kan worden op een aanstaande zorgsituatie. Daarnaast is gekozen om aan te sluiten bij de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit is een moment waarop veel senioren gaan nadenken over hun toekomst op het gebied van wonen en gezin. De verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van een indicatie ligt bij de initiatiefnemer.
De omgevingsvergunning wordt verleend voor maximaal 10 jaar en kan niet worden verlengd. Wanneer niet meer wordt voldaan aan de vergunningvoorwaarden, wordt de vergunning ingetrokken. Jurisprudentie (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RVS:2018:1112) laat zien dat voor de tijdelijkheid vereist is dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de vergunde activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden verwijderd. Dit zal bij de vergunningaanvraag moeten worden aangetoond.
De premantelzorgwoning mag niet kadastraal worden afgesplitst, hierdoor wordt het risico van separate verkoop en daaraan verbonden handhaving verkleind. Tevens kan dan bij de waardering in het kader van de Wet WOZ aangesloten worden bij de systematiek voor mantelzorgwoningen. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat (pre)mantelzorgwoning bij een verkoop verwijderd moet zijn en daarmee niet bijdraagt aan de waarde.
Na beëindiging van de premantelzorgsituatie moet de situatie van voor de premantelzorg hersteld worden. Het bouwwerk moet verwijderd worden of teruggebracht tot een bijgebouw bij de oorspronkelijke woning. Uitzondering hierop is dat de premantelzorgsituatie overgaat in een vergunningvrije mantelzorgsituatie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3 en 22 van bijlage II Bor. In dat geval moeten de voorzieningen verwijderd worden na beëindiging van de mantelzorgsituatie;
De verantwoordelijkheid voor de premantelzorgsituatie, en daarmee het voldoen aan de regeling, ligt bij de vergunninghouder. Deze is daarom ook verantwoordelijk om wijzigingen te melden bij de gemeente. Met de melding weet de gemeente als toezichthouder dat de verleende vergunning voor bepaalde tijd bijvoorbeeld niet meer geldt.