Organisatie | Noardeast-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân (2019) |
Citeertitel | Reglement van orde voor vergaderingen van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-01-2019 | nieuwe regeling | 02-01-2019 |
De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân,
overwegende dat het in het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. wenselijk is te komen tot een harmonisatie van beleidsregels en regelgeving;
voorts overwegende dat voor de raad van de nieuwe gemeente Noardeast-Fryslân een nieuw reglement van orde voor zijn vergaderingen dient te worden vastgesteld;
gelezen het voorstel van de Klankbordgroep d.d. 26 september 2018;
gelezen het advies van de Herindelingscommissie d.d. 17 oktober 2018;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân (2019)
Hoofdstuk 2. Toelating van nieuwe leden en wethouders; fracties
Artikel 7. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
Bij elke toelating van nieuwe leden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en de processen-verbaal van de stembureaus. De commissie wordt ondersteund door de griffier.
De ad-hoc-commissie bestaat uit drie leden van de raad. Bij tussentijdse benoeming van één of meer wethouders zal in deze commissie geen raadslid zitting hebben, behorende tot de fractie van waaruit de kandidaat wordt voorgedragen. Bij een compleet nieuwe collegebenoeming wordt deze voorwaarde losgelaten.
In het geval het document “Verklaring omtrent gedrag” nog niet beschikbaar is als gevolg van de tijd die benodigd is voor het opstellen van dit document, wordt voor die duur de eigen verklaring hieromtrent van de kandidaat-wethouder voor waar geaccepteerd. Hetzelfde geldt voor de “risicoanalyse integriteit”.
Hoofdstuk 3. Raadsvergaderingen
Artikel 13. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het ter beschikking stellen van de oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd, met uitzondering van stukken waarbij op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
Het beeldvormende deel wordt voorgezeten door een raadslid, het opiniërende en besluitvormende deel door de burgemeester.
In de regel worden wethouders geacht in de vergadering aanwezig te zijn en indien daartoe uitgenodigd aan de beraadslagingen deel te nemen.
Artikel 22. Kennisgeving van verhindering
Het lid van de raad dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan voor aanvang van de vergadering kennis aan de voorzitter en de griffier.
De wijze van openen van de raadsvergadering wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.
Artikel 26. Spreekrecht burgers
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit schriftelijk of mondeling voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren, zijn naam, adres, zijn telefoonnummer en namens wie hij spreekt. Hij dient aanwezig te zijn aan het begin van de inspreekperiode.
Artikel 30. Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk hinderlijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 31. Beraadslaging; schorsing
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden van de raad de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 32. Deelname aan de beraadslaging door anderen
De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad, de wethouders, de griffier en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid van de raad het recht zijn stemgedrag kort te motiveren.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Artikel 37. Algemene bepalingen over stemming
Voor de aanvang van een hoofdelijke stemming wordt bij loting beslist bij welk nummer van de presentielijst de hoofdelijke stemming begint. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de leden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid van de raad dat daarvoor overeenkomstig dit artikellid is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 39. Stemming over personen
Artikel 40. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Paragraaf 4. Ingekomen stukken; verslaglegging
Uit een besluitenlijst blijkt in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 44. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de wet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 47. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 4. Rechten, instrumenten raadsleden
Artikel 50. Initiatiefvoorstel
Een voorstel wordt nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daarop volgende raadsvergadering geplaatst.
Indien een lid over een onderwerp dat niet is geagendeerd inlichtingen van het college of de burgemeester verlangt, kan hij aan de raad een verzoek indienen tot het houden van een interpellatie. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter en de griffier ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
Artikel 53. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Ingeval van een vraag die later dan wel tijdens het vragenhalfuur zonder voorafgaande schriftelijke indiening wordt gesteld, zal zo mogelijk direct antwoord gegeven worden. Indien directe beantwoording niet mogelijk is, zal in ieder geval binnen twee werkdagen schriftelijk antwoord gegeven worden aan de vragensteller en de andere leden.
De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, het onderwerp niet voldoet aan de uitgangspunten genoemd in lid 2, of indien het onderwerp in de raadsvergadering van die dag aan de orde kwam.
Hoofdstuk 5. Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 59. Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om bij het agendapunt ‘Mededelingen’ verslag te doen van zaken die in het algemeen bestuur als hierboven bedoeld aan de orde zijn.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 55, zijn van overeenkomstige toepassing.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.
Artikel 64. Inwerkingtreding en citeertitel
Op dat tijdstip vervallen de reglementen van orde voor de vergaderingen van de raden van de gemeenten Dongeradeel (vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2006, Ferwerderadiel (vastgesteld bij raadsbesluit van 18 april 2002) en Kollumerland c.a. (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 februari 2015) en de latere wijzigingen.