Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 95 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-201901-01-2019Nieuwe regeling

06-02-2017

gmb-2019-43506

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

De raad van de gemeente Etten-Leur;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen [2], [4,] 7a, vierde lid, 13, tweede lid, [en 15] van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 jan 2017, met overneming van de daarin vermelde motieven;

 

Besluit:

 

1. De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden d.d. 11 mei 2015 in te trekken.

2. De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden vast te stellen.

 

 

Verordening rechtspositie wethouders, raads en commissieleden

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

- commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Paragraaf 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden

 

Artikel 2. Reis- en verblijfkosten

1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

a. voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

b. voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

2. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

3. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

4. Het declareren van de reis- en verblijfskosten vindt plaats overeenkomstig artikel 13.

 

Artikel 3. Scholing

1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

4. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

 

Artikel 4. Computer ( laptop, minicomputer of tablet)

1. Raads- en commissieleden aan wie op aanvraag , voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt, een computer(laptop, minicomputer of tablet), met bijbehorende apparatuur (lees: vergaderapp) en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Een aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

 

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Paragraaf 3. Voorzieningen voor wethouders

 

Artikel 6. Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben geen aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

 

Artikel 7. Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

 

Artikel 8. Computer ( laptop, minicomputer of tablet)

1. Wethouders aan wie op aanvraag, voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt, een computer, met bijbehorende apparatuur (lees: o.a. vergaderapp) en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Een aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

 

Artikel 9. Communicatieapparatuur

1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag.

 

Artikel 10. Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

 

Artikel 11. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Paragraaf 4. De procedure van declaratie

 

Artikel 12. Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

 

Artikel 13. Betaling en declaratie van onkosten

1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

b. betaling vooruit uit eigen middelen.

2. De vergoeding van de onkosten als bedoeld in lid 1b van dit artikel wordt verwerkt in ADP Workforce met de daarbij behorende bewijsstukken.

3. Het declareren van onkosten met de daarbij behorende bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door:

a. raads- en commissieleden ingediend via ADP Workforce en geaccordeerd door de griffier;

b. wethouders ingediend via ADP Workforce en geaccordeerd door de gemeentesecretaris.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

 

Artikel 14. Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden d.d. 11 mei 2015 wordt ingetrokken.

 

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie.

 

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 6 februari 2017

De raad voornoemd,

De voorzitter,

De griffier,

Mevr. H. van Rijnbach – de Groot

Dhr. W.C.M. Voeten