Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening erfgoedcommissie gemeente Molenlanden 2019 |
Citeertitel | Verordening erfgoedcommissie Molenlanden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-02-2019 | 01-01-2019 | Vervangt de Verordeningen erfgoedcommissie van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard | 05-02-2019 | 1000884 |
De raad van de gemeente Molenlanden,
gelezen het voorstel van het college van de gemeente Molenlanden over bovenstaand onderwerp;
overwegende dat het van belang is dat de per 1 januari 2019 te vormen gemeente Molenlanden bij haar start beschikt over voor al haar inwoners gelijke voorschriften op het punt van de erfgoedcommissie;
gelet op de artikel 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en de Erfgoedverordening Molenlanden 2018;
gezien de adviezen van de monumentencommissie Molenwaard en de stichting Dorp, Stad en Land;
De Erfgoedcommissie wordt door het college van burgemeester en wethouders ingesteld ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening Molenlanden 2019.
Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en sociaal-historisch en/of historisch-geografisch belang.
De erfgoedcommissie is bevoegd derden te horen, met dien verstande dat de erfgoedcommissie machtiging van het college behoeft, indien aan het horen van derden kosten voor de gemeente zijn verbonden. Het verzoek tot machtiging wordt gedaan onder toevoeging van een kostenoverzicht.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, evenals bij gerezen geschillen, beslist het college, de erfgoedcommissie gehoord hebbend.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel
Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Verordening erfgoedcommissie Molenlanden 2019, gemeente Giessenlanden en de Verordening erfgoedcommissie Molenlanden 2019, gemeente Molenwaard, beide vastgesteld op 10 oktober 2018.
Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,
gehouden op 5 februari 2019.
de griffier,
drs. M.A.J. Teunissen
de voorzitter,
D.R. van der Borg (wnd.)
Toelichting op de Verordening erfgoedcommissie Molenlanden 2019
Erfgoedcommissie – wettelijke inbedding
Op grond van de Erfgoedwet stelt de gemeenteraad een verordening vast waarin ten minste de inschakeling wordt geregeld van een commissie op het gebied van de monumentenzorg die burgemeester en wethouders hierover adviseert.
Het monumentenbeleid is in de afgelopen jaren geëvolueerd van een objectgericht monumentenbeleid naar een integraal beleid dat niet alleen betrekking heeft op de historische stedenbouw maar eveneens archeologie en historische geografie. Deze ontwikkeling is niet alleen zichtbaar geworden in het ruimtelijk beleid van de gemeente maar eveneens in de landelijke regelgeving, de fusie van de rijksdiensten op deze werkterreinen, de gebiedsgerichte aanpak van de provincie in regelgeving en subsidiebeleid etc. De reikwijdte van de adviestaken van de erfgoedcommissie zijn daarmee vergroot.
In verband met de dualisering richt de adviestaak van de erfgoedcommissie zich op het college. De adviestaken van de commissie richten zich op zaken die zich in het kader van de Erfgoedwet en de gemeentelijke Erfgoedverordening kunnen voordoen. De commissie kan gevraagd en ongevraagd adviseren.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) brengt niet meer op alle vergunningaanvragen verplicht advies uit aan de gemeente. Alleen wanneer er sprake is van (gedeeltelijke) afbraak, herbestemming, reconstructie of ingrijpende wijziging vraagt de gemeenten de RCE nog om advies. Alleen als van een beschermd object de monumentale waarden in het geding zijn – die het voortbestaan van het monument raken – moet een gemeente de RCE nog om advies vragen. Dat betekent dat de rol van de gemeentelijke erfgoedcommissies groter is geworden. In het overgrote deel van alle plannen is zij nog het enigste adviesorgaan van het college.
In het kader daarvan is vervolgens vanuit de erfgoedinspectie ingestoken op de noodzakelijke deskundigheid van de erfgoedcommissies. In de wet is vervolgens bepaald dat de commissie onafhankelijk en deskundig moet zijn.
Deskundigheid is gewaarborgd indien minimaal kennis aanwezig is op het gebied van:
Van belang daarbij is dat de noodzakelijke disciplines in de commissie zijn vertegenwoordigd, gericht op: Architectuur- en bouwhistorici, architecten, stedenbouwkundigen, planologen, historisch geografen of landschapsarchitecten. De gemeente kan daarbij als eis stellen dat aspirant-leden hun verdiensten op hun vakgebied hebben bewezen. Daarbij kan in één persoon meerdere disciplines verenigd zijn.
De erfgoedcommissie dient zich vooral in te zetten voor de cultuurhistorische kwaliteit binnen de gemeente in zo breed mogelijke zin.
De taak van het college is vervolgens om de adviezen van de commissie af te wegen tegen de belangen van de aanvrager en andere belanghebbenden (bijv. indiener zienswijze). Advisering en besluitvorming zijn twee duidelijk te onderscheiden stadia in het proces.
De adviezen van de commissie zijn geen kant en klare, afgewogen conceptbesluiten, noch vrijblijvende meningen die het bestuur naast zich neer kan leggen. De erfgoedcommissie weegt zelf dus geen belangen af, maar kan wel aangeven in welke mate inhoudelijke aspecten conflicteren met belangen van de eigenaar. Het is wenselijk dat zij in haar adviezen duidelijk maakt in hoeverre ingrepen in cultuurhistorisch waardevolle objecten en gebieden acceptabel zijn vanuit een instandhoudingsperspectief op langere termijn.
Het staat de commissie altijd vrij om ongevraagd advies uit te brengen. In veel gevallen heeft de gemeente echter slechts een toetsende rol. De aspecten die een gemeente in haar besluitvorming mag betrekken zijn beperkt en duidelijk afgebakend.
De adviezen van de erfgoedcommissie zijn inhoudelijk gebaseerd op overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, archeologisch, cultuur-, kunst-, bouw- en sociaalhistorisch en/of historisch- geografisch belang.
De aanpak van de erfgoedcommissie in de praktijk is gericht op direct contact met de monumenteneigenaren.
Bij aanpassingen/wijzigingen aan beschermde bouwwerken worden monumenteneigenaren aangeboden om vroegtijdig overleg, waardoor eigenaren kunnen profiteren van deskundig advies en wordt de finale toetsing een formaliteit. De commissie wordt dan veel meer ingezet als adviseur tijdens de planontwikkeling, dan als controleur na de planontwikkeling.
Door samen op te trekken wordt in de eerste plaats voorkomen dat energie en geld worden besteed aan ideeën waarvoor uiteindelijk geen goedkeuring zal worden verkregen. Daarnaast kunnen eigenaren in veel gevallen profiteren van de kennis en ervaring van de leden van de commissie. Niet dat zij kant-en-klare bouwtekeningen zullen leveren, maar ze kunnen wel doorgaans aangeven in welke richting de oplossing kan worden gezocht. Overeenkomstig de landelijke trend staat de erfgoedcommissie steeds vaker open voor ‘behoud door ontwikkeling’ (doorontwikkeling van monumenten).
Vooral in de rechtstreekse relatie met de burger in de persoon van ‘monumenteneigenaar’ speelt de erfgoedcommissie een cruciale rol. Dit is de meest persoonlijke relatie tussen monumentenexpertise en monumenteneigenaar. Het is de erfgoedcommissie die rechtstreeks en gezamenlijk met de monumenteneigenaar de (wijzigings)mogelijkheden / onderhoud van zijn monument bespreekt.
De erfgoedcommissie speelt dus een belangrijke rol in het maatschappelijk draagvlak. In een monumentenstelsel dat dicht bij de burger wil staan en zo veel mogelijk wil dereguleren in sectorale wet- en regelgeving, is een goed functionerende erfgoedcommissie erg belangrijk. Het rechtstreekse contact met de monumenteneigenaar heeft een grote meerwaarde. Monumenteneigenaren worden vooraf geholpen met (toekomst)plannen van hun monument.