Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent subsidie voortijdig schoolverlaters Subsidieregeling VSV

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent subsidie voortijdig schoolverlaters Subsidieregeling VSV
CiteertitelSubsidieregeling VSV
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Leiden/CVDR10567/CVDR10567_2.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-2019nieuwe regeling

05-02-2019

gmb-2019-41263

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent subsidie voortijdig schoolverlaters Subsidieregeling VSV

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden;

 

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het tegengaan van voortijdige schooluitval en de verbetering van kansen voor jongeren om een startkwalificatie te behalen.

 

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening 2012 Gemeente Leiden.

 

besluiten

vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling Voortijdig schoolverlaters

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    startkwalificatie: een diploma op havo, vwo of minimaal mbo niveau 2;

  • b.

    regionaal programma:“ het Programma regionale aanpak Schoolverlaten 2017-2020 Zuid Holland Noord ‘Op naar de finish!’ (en daarop volgende regionale vsv-programma’s regio Zuid Holland Noord);

  • c.

    lokale infrastructuur: het geheel van voorzieningen en netwerken op het terrein van onderwijs en scholing in Leiden;

  • d.

    voortijdige schoolverlaters: jongeren van 12 tot 23 jaar, die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten die beogen schooluitval te voorkomen, vroegtijdig schoolverlaters weer terug te leiden naar school en het behalen van een startkwalificatie.

  • 2.

    De activiteiten dienen te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      de activiteiten dragen aantoonbaar bij aan de in lid 1 bedoelde doelen;

    • b.

      de doelgroep van de activiteiten bestaat uit jongeren onder de 23 die nog geen startkwalificatie hebben en in Leiden wonen;

    • c.

      de activiteiten zijn aanvullend op de activiteiten die reeds in het kader van het regionaal programma ‘Op naar de finish’ worden uitgevoerd en gefinancierd;

    • d.

      de activiteiten zijn bewezen effectief of hebben een innovatief karakter.

Artikel 3 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening (ASV) wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten zijn gericht op doelgroepen die in de huidige situatie voldoende worden bereikt of naar verwachting onvoldoende effect zal hebben;

    • b.

      er geen sprake is van voldoende samenwerking met lokale partners en er te weinig gebruik wordt gemaakt van de aanwezige lokale infrastructuur;

    • c.

      de reeds door de gemeente Leiden gesubsidieerde activiteiten op dit gebied hinderen of belemmeren.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan activiteiten gericht op (dreigende) voortijdig schoolverlaters vanuit het Voortgezet Onderwijs of Middelbaar Beroeps Onderwijs of activiteiten waarbij aantoonbaar wordt samengewerkt met een of meer organisaties op dit gebied ten behoeve van voortijdige schoolverlaters woonachtig in Leiden.

Artikel 5 Procedurebepalingen

Subsidie aanvragen en verlenen

 

  • 1.

    Een aanvraag om subsidieverlening op grond van deze regeling moet door ons zijn ontvangen vóór 1 juni van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidieverlening moet de gegevens bevatten die op basis van artikel 5 lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2012 gemeente Leiden zijn vereist.

  • 3.

    Naast de in de lid 2 van dit artikel genoemde gegevens omvat deze aanvraag:

    • a.

      een omschrijving van de doelgroep, zoals vermeld in artikel 2 lid 2 b;

    • b.

      een toelichting op de bewezen effectiviteit van de activiteiten en/of het innovatieve karakter;

    • c.

      een beschrijving van de samenwerking met andere organisaties en van de manier waarop gebruik wordt gemaakt van de lokale infrastructuur.

 

Subsidie verantwoorden en vaststellen

 

  • 4.

    Een verantwoording zijnde tevens de aanvraag voor de vaststelling van de subsidie dient voor 1 mei na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend door ons te zijn ontvangen.

  • 5.

    Op deze aanvraag tot vaststelling zijn de artikelen 15, 17 en 18 van de Algemene subsidieverordening 2012 Gemeente Leiden van toepassing.

  • 6.

    Naast de vereisten genoemd in bovenstaand artikel omvat de aanvraag tot vaststelling:

    • a.

      een overzicht van de bereikte resultaten in relatie tot het doel van de activiteiten en de eisen in de verleningsbeschikking;

    • b.

      een beschrijving van de manier waarop de jongeren zelf en evt. de ouders zijn betrokken bij de activiteiten;

    • c.

      een beschrijving van de manier waarop met welke organisaties is samengewerkt bij het uitvoeren van de activiteiten;

    • d.

      een beschrijving van de knelpunten en verbeterpunten bij de uitgevoerde activiteiten.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten van de activiteiten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van deze activiteiten. De werkelijke kosten dienen daarbij in redelijke verhouding te staan tot het te verkrijgen resultaat.

Artikel 7 Overschrijding subsidieplafond

  • 1.

    Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van artikel 8 of 9 van de Algemene subsidieverordening of artikel 3 en 4 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken wij de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De volgorde op deze lijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de volgende criteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten zich richten op het voorkomen van schooluitval, het terugleiden van vroegtijdig schoolverlaters naar school en het behalen van een startkwalificatie;

    • b.

      de aantoonbare effectiviteit van de activiteiten;

    • c.

      de mate waarin een nieuwe doelgroep wordt bereikt;

    • d.

      het aantal deelnemers aan de activiteiten;

    • e.

      de kosten per deelnemer;

    • f.

      de mate waarin bij de activiteiten word samengewerkt met organisaties op het gebied van Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Beroeps Onderwijs.

  • 3.

    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 9 Verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking nadere verplichtingen opleggen ten aanzien van de manier waarop activiteiten worden uitgevoerd.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    De Algemene Subsidieverordening 2012 gemeente Leiden is van toepassing tenzij daar bij deze regeling van afgeweken wordt.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling VSV.

Bijlage: artikelen ASV waarnaar in de Subsidieregeling (SR) wordt verwezen.

 

Ad SR: Overwegingen

 

ASV

Artikel 2 lid 2.

  • Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

Artikel 4 lid 3

  • Het college kan - met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen - nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

Artikel 6 lid 2

  • Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

 

Ad SR: Artikel 3 Weigeringsgronden

 

ASV.

Artikel 8. Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidietoekenning kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor de activiteiten en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigenmiddelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • e.

      de subsidietoekenning niet past binnen het beleid van de gemeente Leiden;

    • f.

      de doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook. Onder discriminatie wordt in dit verband niet begrepen onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand;

    • g.

      de activiteiten van de subsidieontvanger onvoldoende afgestemd zijn op die van relevante instellingen en te weinig samenwerking beoogd wordt met die instellingen.

 

  • 2.

    Het college kan nadere weigeringsgronden vaststellen.

 

Artikel 9. Balkenendenorm

N.v.t. (is buiten werking gesteld op basis van rechtelijke uitspraken)

 

Ad SR artikel 5 procedurebepalingen

 

ASV:

 

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college en indien van toepassing, met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

 

Artikel 15. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat niet of slechts gedeeltelijk aan de voorwaarden - zoals aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden - kan worden voldaan;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag (waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht), alsmede een financieel verslag (waaruit de aan de verrichte activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven blijken).

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

 

Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening 50.000 euro of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 18 weken na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

 

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans op de slotdatum van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een controleverklaring en/of assurancerapport, dan wel een rapport van bevindingen van een accountant.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.