Organisatie | Montfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Standplaatsenbeleid gemeente Montfoort 2018 |
Citeertitel | Standplaatsenbeleid gemeente Montfoort 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Standplaatsenbeleid gemeente Montfoort 2018 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2019 | Standplaatsenbeleid gemeente Montfoort 2018 | 12-02-2019 | 577680 |
Dit beleid is een uitwerking van de motieven genoemd artikel 1:6 van de APV. Aan de hand van de weigeringsgronden, genoemd in artikel 1:6 van de APV, kan het collegeregels vaststellen, waarin wordt aangegeven wanneer wel of niet tot het afgeven van een standplaatsvergunning wordt overgegaan.
De zaken die het college in het standplaatsenbeleid kan vastleggen betreffen:
Volgens jurisprudentie is er sprake van marktvorming wanneer er 6 tot 8 standplaatsen bij elkaar zijn. Op dat moment is de Verordening van Marktgelden 2015 van toepassing, in overige situaties is dit Standplaatsenbeleid leidend.
Onder een standplaats wordt verstaan:
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Deze standplaatsen kunnen worden onderscheiden in:
- Vaste standplaats: Een standplaats die voor één of meer vaste dagdelen van de week voor (on)bepaalde duur wordt toegewezen.
- Tijdelijke standplaats: een standplaats die voor bepaalde tijd, met een maximum van 12 dagen per kalenderjaar wordt toegewezen.
In artikel 1:8 van de APV zijn de algemene weigeringsgronden opgenomen op basis waarvan een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd. De weigeringsgronden zijn:
d. de bescherming van het milieu
De artikelen 5:17 tot en met 5:21 van de APV handelen over standplaatsen.
In artikel 5:18 van de APV is bepaald dat onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 de vergunning eveneens moet worden geweigerd vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit of indien de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Ook indien in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt, kan de vergunning ook geweigerd worden.
Op deze vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Dit houdt in dat bij niet tijdig beslissen, niet betekent dat de vergunning van rechtswege verleend wordt.
Hoofdstuk 3 Standplaatsen, locaties, maximale aantal en aangewezen dagen
Artikel 3:1 Aangewezen locaties, maximale aantal en aangewezen dagen
Aangewezen zijn de locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen; tevens is het aantal standplaatsen per locatie bepaald alsmede de dag in de week waarop het innemen toegestaan is. Van de aangewezen locaties is bekend dat deze op zichzelf geschikt zijn voor het innemen van een standplaats. De hieronder genoemde locaties zijn aangewezen voor het innemen van één of meerdere standplaatsen met een voertuig, kraam, tafel of enig ander middel.
De locaties hebben een branche gebonden waarde.
Artikel 3:1a Aangewezen standplaatsen op particulier terrein
Artikel 5:19 bepaalt dat het de rechthebbende op een perceel verboden is toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 3:2 Tijdelijke standplaatsen
Onder tijdelijke standplaatsen vallen:
Seizoenstandplaatsen: o.a. standplaatsen voor seizoensgebonden producten. Maatschappelijke doeleinden: Als een standplaats tijdelijk wordt ingenomen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden, kan vergunningverlening plaatsvinden in afwijking van het in deze beleidsnota opgenomen beleid. Onder maatschappelijke doeleinden wordt o.a. verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve doelen, etc.
Seizoensgebonden: Als een standplaats tijdelijk wordt ingenomen ten behoeve van seizoensgebonden producten, kan vergunningverlening plaatsvinden in afwijking van het in deze beleidsnota opgenomen beleid. Onder seizoensgebonden producten wordt o.a. verstaan: verkoop van ijs, kerstbomen en oliebollen, wafels etc.
Artikel 3:3 Tijdstippen van vergunning
Vaste standplaatsvergunning: De standplaatsenvergunningen worden verleend per dagdeel. Een dagdeel is een ochtend, een middag of een avond.
Tijdelijke standplaatsvergunning:
Het innemen van tijdelijke standplaatsen is slechts toegestaan tussen 08:00 uur en 19:00 uur.
Een uitzondering kan gemaakt worden voor standplaatsen die seizoenproducten verkoopt op latere tijdstippen. Deze standplaatsen hebben een maximale eindtijd van 20:00 uur.
Een standplaatsvergunning kan worden aangevraagd nadat er op de gemeentepagina gepubliceerd is dat er één of meer standplaatsen vrij zijn. Bij de in behandeling neming van de aanvragen geldt dat de standplaats wordt toegekend aan degene die zich het eerst meldt, en die aan de voorwaarden voldoet. Er zullen geen wachtlijsten bijgehouden worden.
Artikel 4:1 Aanvraag vergunning
Een vergunning dient te worden aangevraagd via het daarvoor bestemde formulier. Een standplaatsvergunning wordt schriftelijk aangevraagd en bevat de volgende gegevens:
Artikel 4:2 Looptijd vergunning
Een vergunning voor een vaste standplaats wordt voor maximaal 3 kalenderjaren verleend, dan wel voor een kortere periode als hierom wordt gevraagd. Deze vergunning mag daarna nog 2 maal voor 1 jaar verlengd worden. Het verzoek tot verlenging dient uiterlijk 2 maanden voor het einde van het kalenderjaar te worden ingediend.
Een vergunning voor een seizoenstandplaats wordt voor maximaal 3 seizoenen in opeenvolgende jaren verleend, dan wel voor een kortere periode als hierom wordt gevraagd. Deze vergunning mag daarna nog 2 maal achter elkaar voor 1 seizoen verlengd worden. Het verzoek tot verlenging dient uiterlijk 2 maanden voor het einde van het kalenderjaar te worden ingediend.
Van dit beleid kan worden afgeweken op grond van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb.
Bestaande vaste standplaatsvergunningen lopen onder de voormalige voorwaarden door tot en met 31 december 2019. Uiterlijk 1 november 2019 dienen deze standplaatshouders een nieuwe aanvraag voor een standplaatsvergunning in te dienen. Deze aanvraag wordt overeenkomstig Standplaatsenbeleid 2018 afgehandeld.