Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels beschut werk Participatiewet Landgraaf 2019 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10b van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-02-2019 | 01-01-2019 | 01-08-2020 | nieuwe regeling | 20-11-2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf
Gelet op het bepaalde in artikel 10b van de Participatiewet en het bepaalde in de artikelen 2, 3 en 5 van de Participatieverordening ISD BOL 2018;
Overwegende dat het in het kader van de uitvoering van het voorzien in dienstbetrekkingen in een beschutte omgeving het wenselijk is nadere regels te stellen,
vast te stellen de volgende beleidsregels beschut werk Participatiewet Landgraaf 2019
Artikel 2. Doelgroep beschut werk
Personen die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en/of aanpassingen van de werkplek nodig hebben dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt, behoren tot de doelgroep ‘Beschut werk’ zoals bedoeld in de wet.
Artikel 5. Ontwikkeltraject beschut werk
Artikel 6. Dienstbetrekking beschut werk
Artikel 7. Aantal dienstbetrekkingen beschut werk
Indien het college heeft voldaan aan het aantal ten minste te realiseren dienstbetrekkingen ‘Beschut werk’ zoals vastgelegd in de ministeriële regeling tot vaststelling van de aantallen beschut werk, zal voor nieuwe indicaties ‘Beschut werk’ een wachtlijst gelden.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 20 november 2018,
de secretaris, de burgemeester,
Ir. J.M.C. Rijvers mr. R.J.H. Vlecken
Sinds 1 januari 2017 zijn gemeenten wettelijk verplicht om een beschutte werkplek te bieden aan mensen die een indicatie ‘Beschut werk’ hebben. Voorheen was er beleidsvrijheid: het college kon de voorziening ‘Beschut werk’ aanbieden maar dit was niet verplicht. Beschut werk is gericht op mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Als gevolg van een beperking is een zodanige begeleiding of werkaanpassing nodig dat dit redelijkerwijs niet van een reguliere werkgever verwacht kan worden.
Beschut werk dient nadrukkelijk in de vorm van een betaald dienstverband te worden ingericht. Dit dienstverband is bij voorkeur bij een reguliere werkgever, al dan niet via een detacheringsconstructie. Bij ministeriële regeling is aan elke gemeente een quotum opgelegd.
De beleidsregels treden op 1 januari 2019 in werking.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 2. Doelgroep Beschut werk
Tot de doelgroep ‘Beschut werk’ behoren mensen met arbeidsvermogen die (nog) niet in een reguliere baan kunnen werken, ook niet met extra begeleiding en ondersteuning. Zij hebben uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Het gaat om mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding en/of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt, ook niet met extra voorzieningen van gemeente of UWV. (Dit laat onverlet dat er wel werkgevers zijn die mensen in ‘Beschut werk’ aannemen). Dit onderscheidt de doelgroep ‘Beschut werk’ van de doelgroep voor de banenafspraak.
Artikel 3. Advisering door UWV
Dit lid behoeft geen nadere toelichting
Het UWV verricht onderzoek op basis van de voorwaarden die zijn gesteld in het Besluit advisering ‘Beschut werk’. Het UWV verricht onderzoek naar de vraag of de persoon met arbeidsvermogen bij het verrichten van werkzaamheden is aangewezen op (artikel 3 lid 1 Besluit advisering Beschut werk):
een of meer technische of organisatorische aanpassing(en) die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden gerealiseerd;
permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een reguliere werkgever kan worden aangeboden.
Dit zijn geen cumulatieve vragen. Indien minimaal een van de vragen bevestigend kan worden beantwoord, dan adviseert het UWV aan het college om vast te stellen dat de persoon behoort tot de doelgroep ‘Beschut werk’ (artikel 3 lid 2 Besluit advisering Beschut werk).
Bovendien hoeft het UWV geen onderzoek te verrichten indien een onderzoek niet in het belang is van UWV en de belanghebbende. Dit is in de volgende gevallen zo:
personen met een Wsw-indicatie
personen die zich binnen 12 maanden na de laatste beoordeling Beschut werk melden bij UWV.
Tenzij de persoonlijke situatie dusdanig is veranderd dat het van belang is voor het advies.
Indien het Besluit advisering Beschut Werk wordt gewijzigd dan prevaleert de meest recente versie en geldt deze van rechtswege voor deze beleidsregels. Er kan dus geen beroep worden gedaan op deze toelichting ingeval van strijdigheid met het Besluit advisering Beschut Werk.
Artikel 4. Besluit indicatie beschut werk
Zodra het college het advies ‘Beschut werk’ heeft ontvangen via UWV, geeft het college binnen 8 weken de beschikking af .
Lid 2Dit lid behoeft geen nadere toelichting
Dit lid behoeft geen nadere toelichting
Artikel 5. Ontwikkeltraject beschut werk
Het ontwikkeltraject is een maatwerkvoorziening in de zin van artikel 5 lid 3 van de Participatieverordening ISD BOL 2018. Er is gekozen voor 1 jaar ontwikkeltraject omdat binnen dat jaar de mogelijkheden voor een dienstbetrekking voor belanghebbende worden onderzocht. Het doel van het traject is namelijk het in beeld brengen van het arbeidspotentieel en de loonwaarde te bepalen om te komen tot een dienstbetrekking.
Het ontwikkeltraject kan in uitzonderlijke situaties worden verlengd met maximaal één jaar. Voorbeelden van zulke situaties zijn:
het traject is tijdelijk stopgezet of onderbroken, bijvoorbeeld i.v.m. ziekte van belanghebbende.
belanghebbende krijgt een nieuwe werkplek voor een ontwikkeltraject omdat de vorige werkplek geen dienstbetrekking in het vooruitzicht had. Er zal dan opnieuw moeten worden onderzocht wat de mogelijkheden voor belanghebbende zijn.
Let op: dit is geen limitatieve lijst!
Dit lid behoeft geen nadere toelichting.
Een voorbeeld waarbij direct een dienstverband ‘Beschut werk’ kan worden ingezet is: iemand meldt zich (bv vanuit praktijkonderwijs) die al stage loopt en een dienstbetrekking in het vooruitzicht heeft. Het voorschakeltraject kan in zo een situatie worden overgeslagen.
Het voorschakeltraject kan bestaan uit (een combinatie) van voorzieningen, waaronder de werkervaringsplaats, persoonlijke ondersteuning, scholing etc.
Indien belanghebbende recht heeft op een uitkering in het kader van de Participatiewet op een andere uitkering, dan wordt het ontwikkeltraject met behoud van deze uitkering doorlopen. Voor belanghebbenden zonder recht op een uitkering (de zogenoemde nuggers), geldt dat er geen inkomensvoorziening wordt geboden gedurende het ontwikkeltraject.
Indien belanghebbende recht heeft op een uitkering van het UWV, dan zal het UWV deze uitkering blijven verstrekken.
De loonwaardebepaling zal enkel plaatsvinden op een werkplek waar belanghebbende vooruitzicht heeft op een dienstbetrekking na het ontwikkeltraject.
Dit lid behoeft geen nadere toelichting.
Dit lid behoeft geen nadere toelichting.
Indien mogelijk zal belanghebbende een alternatief worden aangeboden. Hierbij dient afstemming gezocht te worden met de consulenten WMO om bijvoorbeeld mogelijkheden van dagbesteding te verkennen.
Indien nodig zal belanghebbende een alternatief voorschakeltraject worden aangeboden. De termijn van lid 1 van dit artikel zal dan opnieuw gaan lopen.
Als hetzelfde ontwikkeltraject wordt voortgezet, zal er worden bezien of er aanvullende voorzieningen zoals jobcoaching nodig zijn. De termijn als genoemd in lid 1 van dit artikel zal niet opnieuw gaan lopen ingeval hetzelfde ontwikkeltraject wordt voortgezet.
Artikel 6. Dienstbetrekking beschut werk
Het voorschakeltraject is succesvol doorlopen als arbeidspotentieel en loonwaarde goed in beeld zijn.
Als tijdens het voorschakeltraject geen signalen zijn om te twijfelen aan indicatie Beschut werk
c. Uitgangspunt moet minimaal 30% loonwaarde zijn. Hier kan van worden afgeweken, bijvoorbeeld in het volgende geval:
- Indien geïndiceerde een loonwaarde van minder dan 30% heeft en de werkgever bereid is om toch een dienstbetrekking aan te bieden.
- Indien een werkgever niet bereid is om geïndiceerde in dienst te nemen, omdat hij geen 30% loonwaarde bereikt, zal het ontwikkeltraject verlengd worden. Hiermee wordt een hogere loonwaarde beoogd.
d. Er dient sprake te zijn van een geschikte werkplek bij een werkgever met een arbeidsovereenkomst, dus geen oriëntatiewerkplek
e. Het dienstverband dient dusdanig aantal uren te hebben dat belanghebbende niet langer afhankelijk is van een uitkering, indien dit van toepassing is. Het is niet wenselijk om zowel een parttime dienstverband te hebben, als een uitkering (Dit in verband met onder andere extra uitvoeringskosten).
‘Niet langer uitkeringsafhankelijk’ heeft niet alleen betrekking op een uitkering van de Participatiewet, maar ook op een uitkering die vanuit het UWV wordt ontvangen. De doelgroep is tenslotte breder dan mensen met een uitkering op grond van de Participatiewet.
f. Indien belanghebbende een Wajong uitkering ontvangt, is het UWV verantwoordelijk voor de inzet van een jobcoach en loondispensatie. De gemeente is verantwoordelijk voor het vinden van een dienstbetrekking als belanghebbende tot de doelgroep Beschut werk hoort.
Er zijn meerdere varianten van dienstbetrekkingen mogelijk. De voorkeur gaat uit naar een dienstbetrekking bij een reguliere werkgever. Indien dit niet tot de mogelijkheden behoort, zal er worden gekozen voor een detacheringsconstructie (bijvoorbeeld regionaal via WSP/Wozl of lokaal).
Dit lid behoeft geen nadere toelichting.
Het is aan de werkgever om in de arbeidsovereenkomst zaken op te nemen ten aanzien van ziekte en indien belanghebbende niet langer tot de doelgroep behoort. Er kunnen in overleg met de gemeente maatwerkafspraken worden gemaakt waarbij de gemeente een rol kan spelen bij de re-integratie wanneer belanghebbende ziek is.
Indien belanghebbende door het beëindigen of intrekken van de voorzieningen zijn/haar dienstverband verliest: zie artikel 5 tiende lid met bijbehorende toelichting.
Artikel 7.Aantal dienstbetrekkingen beschut werk
Het Rijk kan jaarlijks bij ministeriële regeling het aantal ten minste te realiseren dienstbetrekkingen ‘Beschut werk’ per gemeente bepalen. Er is uitgegaan van een dienstverband van 31 uur per week. Dat wil zeggen dat de gemeente evenredig meer plekken moet realiseren bij dienstverbanden van minder dan 31 uur per week en evenredig minder werkplekken bij dienstverbanden van meer dan 31 uur.
Bij de Participatieverordening ISD BOL 2018 heeft de gemeente ervoor gekozen om niet een hoger aantal te realiseren dienstbetrekkingen vast te stellen. Dit betekent dat er een wachtlijst kan ontstaan van personen die een indicatie ‘Beschut werk’ hebben, maar voor wie niet direct een beschutte werkplek beschikbaar is. Het college heeft en houdt wel een verantwoordelijkheid naar deze personen.
Personen met een UWV-uitkering die op de wachtlijst staan, vallen in beginsel onder de verantwoordelijkheid voor laatstgenoemden bij het UWV. De gemeente is dus niet verplicht om deze doelgroep die op de wachtlijst staat, een voorschakeltraject aan te bieden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 9.Inwerkingtreding en citeertitel