Organisatie | Hoogeveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels woonsituatie Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg - Beleidsregels |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2019 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 05-02-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;
gelet op artikel 147, derde lid van de Gemeentewet, en de artikelen 27 en 33, vierde lid van de Participatiewet;
overwegende dat het noodzakelijk is regels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verlagen van uitkeringen in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur;
vast te stellen de navolgende Beleidsregels Verlaging bijstand i.v.m. woonsituatie
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1d van de Wet op de huurtoeslag;
b. als een eigen woning wordt bewoond, de totale verschuldigde hypotheekrente per maand en de in verband met het eigendom van de woning verschuldigde zakelijke lasten zoals rioolrechten, eigenaarsgedeelte onroerend zaak belasting, opstalverzekering, eigenaarsgedeelte waterschapslasten en vastgesteld bedrag voor groot onderhoud;
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 Verlaging van bijstand wegens kunnen delen van de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan
Artikel 2 Verhuurder, huurder, onderhuurder, kostganger of antikraker
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder in dezelfde woning als waar hij/zij het hoofdverblijf zich heeft/hebben één of meerdere ruimten (onder)verhuurt/verhuren aan een derde of in dezelfde woning een kostganger heeft, waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een kamer of een gedeelte van een pand antikraak huurt of bewoont waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, bruikleen- of een vergoedingenovereenkomst, wordt de toepasselijke norm verlaagd met 10% van de gehuwden norm.
Een overeenkomst, of huurcontract moet aan de navolgende voorwaarden voldoen:
a. wie de huurder c.q. kostganger is;
c. de huurprijs all-in of uitgesplitst in huur/servicekosten/gas, water en electra;
d. het adres en een omschrijving van het gehuurde;
e. bij kostgangers een overzicht van welke diensten in de overeenkomst zijn inbegrepen zoals, maaltijden, bewassing, schoonmaken e.d.;
f. welke ruimten de kostganger nog meer mag gebruiken;
g. de datum van ingang van het huurcontract, gebruiksovereenkomst, kostgangersovereenkomst of antikraakovereenkomst;
i. het tijdstip en wijze van een bancaire betaling;
j. de datum waarop jaarlijks de huur wordt verhoogd;
k. de handtekening van de huurder, kostganger en de verhuurder.
Hoofdstuk 3 Verlaging wegens ontbreken woonkosten en woonlasten
De verplichting van de gemeenteraad om een toeslagenverordening vast te stellen is met ingang van 1 januari 2015 vervallen. In artikel 20, 21 en 22 Participatiewet wordt immers de toeslag in verband met het niet kunnen delen van kosten in de basisnorm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder opgenomen. Artikel 22a Participatiewet kostendelersnorm zorgt ervoor dat de bepalingen over verlaging wegens het kunnen delen van kosten ook overbodig zijn. Alleen artikel 27 Participatiewet verlaging wegens lagere woonkosten en artikel 28 Participatiewet schoolverlaters blijven bestaan. Met betrekking tot deze 2 artikelen kan het college beleid formuleren.
Daarnaast kan het college inkomsten uit woningverhuur aanmerken als inkomsten zoals bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de Participatiewet als daarmee nog geen rekening is gehouden bij de vaststelling van de norm, bedoeld in artikel 22a, eerste tot en met derde lid van de wet.Bijvoorbeeld als er geen sprake is van commerciële verhuur.
De onderhuurgrens is het uitgangspunt. Onder commerciële huurprijs wordt verstaan een redelijke huurprijs. Wordt een prijs gevraagd beneden de ondergrens dan dient nader onderzoek plaats te vinden. De afmeting van de kamer, het gebruik van gemeenschappelijke ruimten is mede bepalend voor de hoogte. Het Nibud hanteert richtprijzen, hierbij kan worden aangesloten.
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een kamer of een gedeelte van een woning huurt van een derde waarbij geen sprake is van een commerciële huurprijs dient de kostendelersnorm gehanteerd te worden.
Om te voorkomen dat belanghebbende summiere schriftelijke overeenkomsten in de vorm van kladjes of papiertjes aanlevert is een aantal criteria opgesteld waaraan een schriftelijke overeenkomst moet voldoen.
Iemand die aangeeft dat hij op basis van een commerciële prijs onderhuurt of kostganger is, moet dit aantonen. In artikel 22a, vijfde lid van de Participatiewet staat dat de belanghebbende een schriftelijke overeenkomst moet overleggen en dat hij de betaling van de commerciële huurprijs moet aantonen door het overleggen van de bewijzen van bancaire betaling. Dit artikel regelt welke gegevens er in ieder geval in het huurcontract c.q. de kostgangersovereenkomst vermeld moeten zijn.
In lid 1 worden huurders verstaan die wel in aanmerking komen voor woonlasten en niet voor woonkosten. Bijvoorbeeld huurders die de woning van de ouders mogen bewonen en geen huur, maar wel gas water en licht verschuldigd zijn.
In dit lid is naast geen huur ook geen gas, water en licht verschuldigd.
Dit lid ziet op mensen die in een auto, caravan of camper ergens op een erf verblijven en geen woonlasten en/of woonkosten verschuldigd zijn.