Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vreemdelingen zonder recht op verblijf en rijksopvang Subsidieregeling Ongedocumenteerden – “Werken aan een duurzaam perspectief” |
Citeertitel | Subsidieregeling Ongedocumenteerden – “Werken aan een duurzaam perspectief” |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-2019 | 07-10-2020 | artikel 5 | 26-11-2019 | ||
16-02-2019 | 03-12-2019 | nieuwe regeling | 12-02-2019 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
perspectiefplan: een plan waarin het persoonlijk perspectief en de activiteiten en doelen staan beschreven waar de ongedocumenteerde aan gaat werken om dat perspectief te realiseren en op welke termijn er verwacht wordt het perspectief te bereiken en op welke termijn er tussentijdse evaluatiemomenten worden ingepland. Deze evaluatie zal ten minste iedere zes maanden plaatsvinden. Werken aan zelfredzaamheid is een onderliggend thema in ieder PPP;
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Deze regeling heeft tot doel om te voorzien in 24-uursopvang en de activiteiten als omschreven in artikel 4 van deze regeling om binnen maximaal anderhalf jaar na toelating tot de opvang een duurzaam perspectief te creëren voor de ongedocumenteerden als omschreven en vastgesteld in het Uitvoeringsplan 24-uursopvang Ongedocumenteerden en ter uitvoering van het convenant pilot Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV).
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college kan periodieke subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan het doel van deze regeling. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend voor de uitvoering van één, meerdere of alle activiteit(en).
De volgende activiteiten zijn subsidiabel:
Activiteiten gericht op het samen met de ongedocumenteerde opstellen van een perspectiefplan dat gericht is op een duurzaam perspectief en dit perspectief binnen een periode van maximaal anderhalf jaar te (doen) realiseren. Tevens is deze activiteit gericht op maatschappelijke begeleiding gericht op het bevorderen van de sociale zelfredzaamheid van de ongedocumenteerde. Hiertoe wordt regelmatig afgesproken met de ongedocumenteerde.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
Toelichting bij de subsidieregeling
Met het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ werd de ambitie gepresenteerd om voor ongedocumenteerden 24-uursopvang te organiseren waarbinnen wordt gewerkt aan perspectief. Het coalitieakkoord geeft verschillende kaders voor de opvang. Zo zijn er 500 plekken beschikbaar, is de maximale verblijfsduur anderhalf jaar en wordt gedurende de opvang gewerkt aan perspectief. In het najaar van 2018 is een Uitvoeringsplan opgesteld dat tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met landelijke en lokale partners, vrijwilligers en ongedocumenteerden. Dit Uitvoeringsplan is 11 december 2018 vastgesteld door het college.
De belangrijkste elementen van het nieuwe beleid voor ongedocumenteerden zijn:
De Amsterdamse opvang is gericht op een duurzaam perspectief voor de ongedocumenteerde. Het is geen permanente opvangplek, maar een veilige omgeving waar mensen in staat worden gesteld om aan toekomstperspectief te werken. Van de mensen die hier worden opgevangen wordt dan ook verwacht dat zij actief werken aan het vormgeven van hun eigen toekomst, in of buiten Nederland. Daarvoor krijgt elke ongedocumenteerde een casemanager.
Wanneer de ongedocumenteerde niet voldoende werkt aan perspectief, kan de opvang en begeleiding worden beëindigd. De casemanager, in samenspraak met alle uitvoerende organisaties, bereidt dit besluit voor. Bij de uiteindelijke beslissing over het beëindigen van de opvang wordt het vier-ogenprincipe toegepast.
De Vreemdelingenwet 2000 vormt het wettelijk kader met betrekking tot voorzieningen voor al dan niet uitgeprocedeerde vreemdelingen; daarmee is de staatssecretaris als enige verantwoordelijk. Er is geen enkele wettelijke of verdragsrechtelijke bepaling die de gemeente de bevoegdheid geeft, of verplicht, enige opvang of voorziening te bieden.
Doordat vreemdelingen zonder recht op verblijf of rijksopvang niet altijd terugkeren naar hun land van herkomst worden Rijk en gemeenten geconfronteerd met de problematiek van deze vreemdelingen die zich in gemeenten bevinden en daar een beroep doen op voorzieningen. In het Regeerakkoord “Vertrouwen in de Toekomst” van 10 oktober 2017, het Interbestuurlijk Programma en de Integrale Migratieagenda is bepaald dat Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV’s) zullen worden ontwikkeld. Daartoe is op 29 november 2018 een samenwerkingsafspraak met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gesloten. Het doel is dat gemeenten en het Rijk intensief samen gaan werken om een landelijk netwerk van begeleidings- en opvangvoorzieningen te realiseren voor migranten zonder recht op verblijf of rijksopvang. Door hen te begeleiden naar zelfstandige terugkeer, doormigratie of, indien aan de orde, legalisering van verblijf, wordt ook de bijbehorende zorg- en / of veiligheidsproblematiek aangepakt.
Centraal in het programma LVV staat een aantal pilot-LVV’s waarin lokaal en regionaal de samenwerking tussen betrokken organisaties vorm krijgt en verschillende instrumenten en werkwijzen worden beproefd die een bijdrage aan de doelstelling leveren. De opbrengst van de pilot-LVV’s vormt mede de inhoudelijke basis voor een uiteindelijk te sluiten bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten. Amsterdam is gevraagd een pilot LVV te worden. Na akkoord college (gepland begin februari) sluit de staatssecretaris een convenant af met het college van B&W waarin de afspraken en uitgangspunten rondom de pilot-LVV’s zijn uitgewerkt en vastgelegd.
Om er geen enkele twijfel over te laten bestaan dat op basis van de Vreemdelingenwet 2000 onderdak en begeleiding kan worden geboden aan vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf zoals hierboven bedoeld zal een wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in procedure worden gebracht. Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor een beperkte periode onderdak te bieden aan vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf, waarbij ook gemeenten een taak kunnen krijgen. In afwachting van de implementatie van dit wetsvoorstel is het noodzakelijk – mede ter uitvoering van het regeerakkoord en de samenwerkingsafspraken die tussen de rijksoverheid en de VNG op 29 november 2018 tot stand zijn gekomen - dat de gemeenten met een pilot-LVV de middels een convenant aan hen toebedeelde werkzaamheden in de pilot-LVV ter hand kunnen nemen.
Het is aan de gemeente, in overleg en samen met de diverse partijen, te besluiten een ongedocumenteerde die zich meldt, onderdak en individuele begeleiding te bieden conform dit uitvoeringsplan. In de praktijk zullen de betrokken partners zoals beschreven in het Uitvoeringsplan inhoudelijk adviseren wie wordt toegelaten tot de opvang (en samen met ongedocumenteerde een perspectiefplan opstellen), wie wordt geweigerd (met redenen omkleed) en wie wordt beëindigd (met redenen omkleed). De gemeente zal dit met een standaardformulier vastleggen.
Bij gebreke van een specifieke publiekrechtelijke bevoegdheid tot het verstrekken van deze voorzieningen zijn de besluiten die conform dit uitvoeringsplan ten aanzien van een ongedocumenteerde worden genomen geen besluiten in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, maar aan te merken als feitelijke handelingen jegens de ongedocumenteerden, die hen in hun hoedanigheid van vreemdeling raken, en derhalve feitelijke handelingen in de zin van artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zal aan gemeenten een machtiging verlenen voor het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met de toelating tot de pilot-LVV, het verblijf in de pilot-LVV en het beëindigen van het onderdak in de pilot-LVV Tevens wordt mandaat verleend voor het nemen van beslissingen op bezwaarschiften en het afhandelen van ingediende (hoger) beroepschriften tegen deze besluiten.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel is de toepasselijkheid van de ASA 2013 geregeld. Voor zover deze nadere regel geen afwijkende bepalingen bevat, gelden de bepalingen van de ASA 2013 onverkort.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
De “Subsidieregeling Programma ongedocumenteerden”, biedt het juridisch kader voor het college om subsidie te verlenen voor de uitvoering van activiteiten die bijdragen aan het doel van het Uitvoeringsplan. Deze subsidieregeling is aanvullend op de subsidieverordening ASA 2013.
De uitvoering van de activiteiten kan tevens een pilot vormen voor de ontwikkeling van het landelijke netwerk van begeleidings- en opvangvoorzieningen die als doel hebben bestendige oplossingen te vinden voor vreemdelingen zonder recht op verblijf of rijksopvang.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
De inrichting en het technisch beheer van de opvanglocaties die door de gemeente Amsterdam geleverd worden is geen subsidiabele activiteit. Het college wijst op basis van subsidieaanvragen per opvanglocatie aan de hand van de kenmerken van de betreffende locatie(s) één organisatie aan voor de subsidiabele activiteit woonbegeleiding als omschreven in artikel 4 van deze regeling.
Behoeft verder geen toelichting
Artikel 6Verdeelsleutel subsidieplafond
Aanvragen worden gerangschikt op basis van aantal behaalde punten. Voor de aanvraag die voldoen aan de overige bepalingen geldt de toekenning op basis van het aantal behaalde punten. Aanvragen die op basis van hun rangschikking bij honorering zouden leiden tot overschrijding van het subsidieplafond worden niet gehonoreerd.
Behoeft verder geen toelichting
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
De beschrijving van hoe invulling wordt gegeven aan de criteria dient per criterium te worden gemaakt. De beschrijving moet concreet zijn en aansluiten op het Uitvoeringsplan.
Artikel 9 Aanvraagtermijn periodieke subsidie
Behoeft verder geen toelichting
Behoeft verder geen toelichting
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen
Behoeft verder geen toelichting
Behoeft verder geen toelichting
Artikel 13 Inwerkingtreding en duur