Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent individuele vrijstelling eigen bijdrage Wmo |
Citeertitel | Beleidsregel individuele vrijstelling eigen bijdrage Wmo Helmond 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2019 | nieuwe regeling | 22-01-2019 | 33933481 |
In artikel 2.1.4 van de Wmo 2015 alsmede in artikel 6.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Helmond 2018, is bepaald dat voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget een bijdrage in de kosten verschuldigd is. Het CAK legt deze bijdrage aan cliënten op. Het college kan bij het CAK aangeven dat in bepaalde omstandigheden een vrijstelling van toepassing is. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als inkomen en vermogen ontbreekt om de eigen bijdrage te voldoen. Van een vrijstelling kan ook sprake zijn indien door bijzondere omstandigheden de betalingscapaciteit ontbreekt. Het ontbreken van deze betalingscapaciteit is aan het college om te beoordelen.
In artikel 3.8, vierde lid onder g en h van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is voor het college de bevoegdheid gecreëerd om in individuele situaties (tijdelijk) geen eigen bijdrage op te leggen.
Het rijk stelde het volgende kader vast voor tijdelijke vrijstelling van de eigen bijdrage Wmo:
indien het college van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage nadelige gevolgen heeft voor de doelstellingen van een integrale dienstverlening of persoonsgerichte aanpak van een cliënt die gericht is op het zich kunnen handhaven in de samenleving, het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving blijven of de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente.
Voordat het college overgaat tot een (tijdelijke) vrijstelling van de eigen bijdrage, worden de mogelijkheden bij het CAK voor het treffen van een betalingsregeling onderzocht.
Indien blijkt dat een betalingsregeling bij het CAK niet mogelijk is, kan het college besluiten dat de cliënt (tijdelijk) geen eigen bijdrage is verschuldigd.
In overeenstemming met het wettelijke kader (Besluit van 6 december 2017, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015) en de nota van toelichting zal ons college in de volgende individuele situaties overgaan tot tijdelijke vrijstelling van de eigen bijdrage:
Onvoldoende betalingscapaciteit: de doelgroep die tijdelijk door (abrupte) veranderingen in de betalingscapaciteit door bijvoorbeeld bijzondere omstandigheden geen mogelijkheid hebben de bijdrage (tijdelijk) te voldoen. Dat betekent dat iemand geen beschikking heeft over voldoende vrij besteedbaar inkomen om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Hierbij hanteren we dezelfde criteria als bij de draagkrachtberekening in de beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet (2018), zie draagkrachtpercentages (B063) en stappenplan berekening (B067). Aanvullend hierop kan beargumenteerd in uitzonderlijke financiële situaties tijdelijk vrijstelling worden verstrekt als gevolg van een gewijzigde maar nog niet geformaliseerde samenstelling van het huishouden. Tot slot is door de cliënt aangetoond dat een betalingsregeling bij het CAK niet mogelijk is.
De door het ministerie aangegeven situaties zijn uitgangspunt. Er is eveneens sprake van een degelijke inhoudelijk gemotiveerde onderbouwing van de keuze tot én tijdelijkheid van de vrijstelling, waarbij een maximaal aantal zorgperiodes wordt vastgesteld.
Indien ter sprake wordt een dringend verzoek aan de cliënt gedaan om hulp te accepteren, zoals schulddienstverlening of hulpverlening voor een verslaving of geestelijke gezondheidsklachten.
De volgende procedure is ter sprake:
De Wmo-consulent maakt gemotiveerde voorstellen voor individuele vrijstelling op. Het is van belang dat medewerkers binnen bovengenoemde situaties eigen afwegingen maken op grond van redelijkheid en noodzakelijkheid (werken vanuit ‘de bedoeling’). De Wmo-consulent bespreekt het voorstel voor advisering met een medewerker Bijzondere Bijstand, Minimaregelingen en Schulddienstverlening, inclusief de (on)mogelijkheden voor een betalingsregeling;
Tijdens het mandaatoverleg wordt besproken of de individuele vrijstelling voor de eigen bijdrage Wmo wordt gegeven. Daar wordt stilgestaan bij de onderbouwing, duur van de vrijstelling en de voorwaarden en eventuele verzoeken aan de cliënt die aan de vrijstelling zijn verbonden. Bij het mandaatoverleg zijn minimaal aanwezig de gemandateerde budgethouder individuele Wmo voorzieningen, Wmo-consulent en juridisch kwaliteitsmedewerker.
In de beschikking legt ons college bovenstaande punten (zie bij procedure onder punt 4) vast richting cliënt.