Organisatie | Scherpenzeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel |
Citeertitel | Deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2013 | bijlage 1 | 27-06-2013 Scherpenzeelse Krant, 09-07-2013 | BWO/MS | ||
25-05-2004 | 17-07-2013 | nieuwe regeling | 25-03-2004 Scherpenzeelse Krant d.d. 13-4-2004 | college van 27 januari 2004 |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2004;
gelezen de gemeentebegroting 2004 welke op 30 oktober 2003 is vastgesteld door de gemeenteraad en daarmee ingestemd heeft met het verlagen van het subsidieplafond van het budget voor individueel subsidie muziekonderwijs;
gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2004, dat over de verordening een referendum kan worden gehouden;
gelet op artikel 149 Gemeentewet en titel 4.2 Awb alsmede de Algemene subsidie-verordening gemeente Scherpenzeel 2002,
vast te stellen de deelverordening subsidie Muziekonderwijs Scherpenzeel.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2002 is overeenkomstig van toepassing op deze deelverordening.
Muziekleerlingen komen alleen in aanmerking voor subsidie indien:
meerderjarig maar jonger dan 25 jaar en dagonderwijs volgen, werkloos en/of arbeidsongeschikt zijn en een uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) of een andere sociale verzekeringsuitkering c.q. sociale voorziening waarvan de hoogte de voor hem/haar van toepassing zijnde norm van de Wwb niet overtreft.
HOOFDSTUK 2.1 DE SUBSIDIEAANVRAAG
Artikel 6 In te dienen stukken
Een muziekleerling van 18-25 jaar die werkloos en/of arbeidsongeschikt is, dient bij de aanvraag een bewijs te voegen dat hij/zij een uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de Wwb of een andere sociale verzekeringsuitkering c.q. sociale voorziening ontvangt, waarvan de hoogte de voor hem/haar van toepassing zijnde norm van de Wwb niet overtreft.
HOOFDSTUK 2.2 DE SUBSIDIEVERLENING
Artikel 7 Beschikking op de subsidieaanvraag
De beschikking op een subsidieaanvraag wordt vóór 1 september van het betreffende cursusjaar genomen door het college.
Artikel 8 Toetsing subsidieaanvraag
Het college toetst de aanvraag voor individueel subsidie muziekonderwijs aan:
Artikel 10 Gronden voor afwijzen subsidieaanvraag
Het college wijst de subsidieaanvraag af indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
HOOFDSTUK 2.3 DE SUBSIDIEVASTSTELLING
Artikel 12 Voorwaarden voor vaststelling subsidie
Indien voor óf tijdens het cursusjaar zich omstandigheden voordoen die van invloed zijn op de subsidiegrondslag dan is men verplicht dit onverwijld aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. Verzuimt men dit te doen dan zijn de bepalingen in artikel 13 derde lid van deze verordening van toepassing.
Artikel 13 Intrekking en wijziging van de vastgestelde en nog niet vastgestelde beschikking tot subsidievaststelling
Het college kan deze verordening buiten toepassing laten of ervan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van muziekonderwijs leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 17 Intrekking oude regeling
De deelverordening Muziekonderwijs Scherpenzeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 maart 2002 wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de vergadering van de raad van
de gemeente Scherpenzeel van 25 maart 2004
A.J.E. van der Werf-Bramer J.J.H. Colijn-de Raat
griffier voorzitter
De raad van de gemeente Scherpenzeel,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013,
Gelet op het door de gemeenteraad aangenomen amendementen A1;
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 27 juni 2013
Toelichting op de wijzigingen in de deelverordening subsidie Muziekonderwijs
De branchevereniging "de Kunstconnectie" is bevoegd te bepalen of een muziekleraar lesbevoegdheid heeft. Voorheen deed de Inspecteur van de Kunstzinnige vorming dat, maar deze taak is overgedragen naar de branchevereniging "de Kunstconnectie".
Ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) is de tekst aangepast en gaat men uit van een gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders van de leerlingen. Deze wijziging en berekening is analoog aan de Verordening leerlingenvervoer gemeente Scherpenzeel van 26 uni 2003.
Eerste lid is onderverdeeld in bepaling voor minderjarige – en meerderjarige leerlingen.
Lid 2, het maximale subsidiebedrag voor instrumentaal muziekonderwijs is aangepast aan het feit dat het subsidieplafond is gereduceerd.
Oude artikel 6 derde lid vervalt en wordt vervangen door de leden drie en vier; ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) wordt nu het vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders als nieuwe definitie voor het inkomen genoemd.
De bepaling voor de meerderjarige muziekleerling en de ouders van minderjarige muziekleerlingen zijn uitgesplitst in het derde en vierde lid.
Het in het vierde lid genoemde bedrag is het drempelbedrag van € 17.700,00 (peildatum 1998) welke met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks wordt aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van
€ 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het voornoemde bedrag van
€ 17.700,00. Voor peiljaar 2001 geldt daarom een bedrag van € 20.450,00.
Dit artikel is hernoemd en heeft betrekking op de procedure bij aanvraag nog voordat een beschikking is afgegeven. De voorwaarden genoemd in Lid 1 sub c vervalt en lid 2 is ondergebracht bij artikel 13, vierde lid, omdat deze betrekking heeft op wijzigingen nadat een beschikking is afgegeven.
Lid 1, e is toegevoegd als aanvulling.
Dit artikel is in zijn geheel vervangen en hernoemd om de wijze van subsidievaststelling te verduidelijken.
Voorheen artikel 15 is onder hoofdstuk 2.3 gebracht omdat het betrekking heeft op de subsidievaststelling.
Lid 3 is toegevoegd omdat enkele aanvragers structureel subsidie aanvragen, terwijl achteraf blijkt dat de leerling geen lessen heeft gevolgd door diverse omstandigheden. Indien tijdig aan het begin van het seizoen blijkt dat sommige aanvragen afvallen, komt er meer budget beschikbaar, zeker als door meerdere aanvragen het maximale subsidiebedrag naar beneden is bijgesteld.