Artikel 1.
- 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met in achtneming van het
bepaalde in deze verordening geldelijke steun toe te kennen in de vorm
van een bijdrage-ineens.
- 2.
Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het
eerste lid rekening met steun die op grond van enige andere regeling is
of kan worden toegekend.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van geldelijke steun
voorwaarden verbinden.
Artikel 2.
- 1.
Burgemeester en wethouders kennen slechts geldelijke steun toe voorzover
de daarvoor door de gemeenteraad in enig jaar beschikbaar gestelde
financiële middelen toereikend zijn.
- 2.
Alle aanvragen om geldelijke steun op voet van deze verordening worden
in volgorde van binnenkomst afgehandeld.
- 3.
Aanvragen om geldelijke steun die in verband met het bepaalde in het
eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en
wethouders afgewezen.
- 4.
De indieners van een aanvraag als bedoeld in het derde lid zijn bevoegd
een dergelijke aanvraag in een volgend jaar opnieuw in te dienen.
- 5.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt aan aanvragen als
bedoeld in het vierde lid prioriteit toegekend.
Artikel 3.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de
bepalingen van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe
niet overgaan dan nadat de raadscommissies voor Financiën c.a. en Stedelijke
Ontwikkeling en Beheer c.a. zijn gehoord.
Artikel 4.
In deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan:
- a.
degene die het recht van erfpacht heeft;
- b.
de houder van een recht van opstal;
- c.
de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van
opstal.
Artikel 5.
- 1.
Aan de eigenaar-bewoner kan een bijdrage ineens worden toegekend ter
tegemoetkoming in de kosten van:
- a.
het toepassen van mergel bij nieuwbouw;
- b.
het vervangen van mergel in het kader van herstelwerkzaamheden
aan bestaande bouwwerken;
- 2.
Aan een huurder kan eveneens een bijdrage-ineens worden vertrekt ter
tegemoetkoming in de kosten van de in lid 1 onder b. genoemde
werkzaamheden.
- 3.
Voor een toekenning van een bijdrage als bedoeld in lid 2 dient
aanvrager een schriftelijke verklaring van de eigenaar-verhuurder over
te leggen waaruit blijkt, dat:
- a.
wordt ingestemd met het uitvoeren van de werkzaamheden door en
voor rekening van de verhuurder;
- b.
Bij beëindiging van de huurovereenkomst niet de verplichting
bestaat het gehuurde in de oorspronkelijke staat te
herstellen;
Artikel 6.
Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de
eigenaar-bewoner casu quo de huurder, anders dan in de uitoefening van zijn
bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is
van uitoefening van een bedrijf, wordt de bijdrage met 55% verminderd.
Artikel 7.
- 1.
De bijdrage-ineens wordt toegekend ondervoorwaarde dat:
- a.
binnen twee maanden na het toekennen van de bijdrage met de
uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen;
- b.
de werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen één jaar na de
toekenning;
- c.
Aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste
personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:
- -
toegang wordt verleend tot het te bouwen of gebouwde
onroerend goed;
- -
inzage wordt verleend van de op werkzaamheden betrekking
hebbende bescheiden en tekeningen;
- -
gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op
de werkzaamheden betrekking hebbende gegevens;
- d.
de bescheiden en gegevens worden verstrekt die nodig zijn voor
de juiste toepassing van deze verordening.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid
onder a en b genoemde termijnen toestaan.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen een toegekende bijdrage ineens
intrekken wanneer niet voldaan is aan de in lid 1 onder a. en b.
genoemde termijnen en zij geen afwijking als bedoeld in lid 2 van dit
artikel hebben toegestaan dan wel de toegestane afwijkende termijn is
verstreken.
Artikel 8.
- 1.
De bijdrage-ineens wordt niet toegekend indien:
- a.
De kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te
staan in redelijke verhouding tot het te verkrijgen
resultaat;
- b.
met de werkzaamheden is begonnen voordat de eigenaar- bewoner
casu quo huurder bij de gemeente een aanvraag om subsidie heeft
ingediend en voordat de in artikel 8, lid 1c bedoelde personen
de ingediende bescheiden gecontroleerd en akkoord hebben
bevonden;
- c.
het object waaraan werkzaamheden worden uitgevoerd bestemd is om
binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken.
- 2.
Geen bijdrage-ineens wordt toegekend wanneer de werkzaamheden betreffen
het opschaven en het opnieuw voegen van bestaande mergelgevels of
onderdelen ervan.
Artikel 9.
- 1.
De bijdrage-ineens als bedoeld in artikel 1, lid 1 bedraagt maximaal f.
5.000,-- per object.
- 2.
De bijdrage-ineens als bedoeld in artikel 1, lid 1 wordt als volgt
vastgesteld:
- -
aanvrager dient een schriftelijke opgave te verstrekken van de
kosten van de werkzaamheden uitgevoerd in baksteen. Gelijktijdig
dient aanvrager een schriftelijke opgave te verstrekken van de
kosten van de werkzaamheden uitgevoerd in mergel;
- -
de kosten-opgave van de beide materiaal toepassingen worden door
de gemeente gecontroleerd aan de hand van de daarvoor geldende
richtprijzen zoals die in de bouwwereld worden gehanteerd;
- -
het verschil in kosten voor de uitvoering van het werk tussen
toepassing van baksteen en toepassing van mergel geldt als toe
te kennen bijdrage-ineens met een maximum als genoemd onder lid
1.
- 3.
Ingeval van uitvoering van de werkzaamheden anders dan bedrijfsmatig
geldt voor de vaststelling van de bijdrage ineens het gestelde in
artikel 6.
Artikel 10.
- 1.
De aanvraag om toekenning van een bijdrage-ineens wordt
ingediend bij burgemeester en wethouders op een door dezen
beschikbaar te stellen formulier.
- 2.
Naast het in lid 1 bedoelde aanvraag-formulier dient de aanvraag
te bevatten:
- a.
- b.
een gespecificeerde begroting van de kosten;
- c.
de naam en het adres van de aannemer.
- 3.
Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt door burgemeester en
wethouders niet in behandeling genomen waneer deze niet voldoet aan het
gestelde in de leden 1 en 2. In dat geval stelen burgemeester en
wethouders de aanvrager in de gelegenheid om de aanvraag binnen twee
weken aan te vullen of te verbeteren.
- 4.
Burgemeester en wethouders verklaren de indiener van een aanvraag
niet-ontvankelijk wanneer de in lid 3 genoemde termijn is verstreken
zonder dat de aanvraag is aangevuld of verbeterd. Van een besluit tot
niet-ontvankelijk-verklaring zenden burgemeester en wethouders zo
spoedig mogelijk een afschrift aan de aanvrager.
Artikel 11.
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag als bedoeld in
artikel 10 binnen vier weken na de dag waarop de aanvraag is
ontvangen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten
hoogste vier weken verdagen. Van een besluit tot verdaging zenden
burgemeester en wethouders voor afloop van de in het eerste lid genoemde
termijn een afschrift aan de aanvrager.
Artikel 12.
- 1.
Uitbetaling van een op grond van deze verordening toegekende bijdrage
vindt plaats nadat:
- a.
de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn
gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende
gegevens, onder andere rekeningen;
- b.
de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester
en wethouders zijn gecontroleerd en accoord bevonden.
- 2.
Uitbetaling geschied uitsluitend op meen bij de gereedmelding door de
eigenaar-bewoner c.q. huurder op te geven bank- of girorekening.
Artikel 13.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening
Mergelfonds”.
De verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop deze
verordening wordt afgekondigd.