Organisatie | Westerkwartier |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verlagingen Participatiewet gemeente Westerkwartier 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels verlagingen Participatiewet gemeente Westerkwartier 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2022 | artikel 5 | 06-12-2022 | 1969113743 | ||
07-02-2019 | 16-12-2022 | nieuwe regeling | 15-01-2019 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Kostganger: degene die tegen een financiële vergoeding een gedeelte van een woning huurt van iemand (kostgever) die de woning in zijn geheel huurt van een ander dan wel in eigendom heeft. De huurder/eigenaar en de kostganger zijn geen partners van elkaar of bloedverwanten in de eerste graad. In de huurprijs is tevens het gebruik van maaltijden begrepen.
Artikel 2. Voorwaarden voor een commerciële overeenkomst.
Om te kunnen vaststellen of er sprake is van een commerciële overeenkomst moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een prijs die in verhouding staat tot wat in het commerciële verkeer gebruikelijk is als bedoeld in
artikel 2 sub d heeft in ieder geval:
Artikel 5. Verlaging norm op in verband met woonsituatie.
Op grond van artikel 27 Participatiewet stelt het college de norm voor personen van 21 jaar en ouder lager vast indien de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet, als gevolg van de bewoning van een woning waaraan geen kosten van huur of hypotheek zijn verbonden;
Artikel 6. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de beleidsregels, indien toepassing tot onbillijkheden leidt.
Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als Beleidsregels verlagingen Participatiewet gemeente Westerkwartier 2019.
Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier,
d.d. 15 januari 2019
F.H. Wiersma, burgemeester
A. Schulting, secretaris
Toelichting op de beleidsregels verlagingen Participatiewet gemeente Westerkwartier.
Door invoering van de kostendelersnorm per 1 januari 2015 is het systeem van toeslagen en
Verlagingen waarmee een bijstandsnorm in verband met woonsituatie en schoolverlating verlaagd
kan worden vervallen . Op grond van de artikelen 27 en 28 van de Participatiewet blijft het wel mogelijk
deze verlagingen toe te passen. De gemeente Westerkwartier past de schoolverlaterskorting
Artikel 1: Begripsomschrijving:
In dit artikel zijn de verschillende begrippen gedefinieerd.
Artikel 2: Voorwaarden voor een commerciële overeenkomst:
In dit artikel is aangegeven waaraan een commerciële overeenkomst moet voldoen. Een van de
belangrijkste voorwaarden, een commerciële prijs, wordt in artikel 3 verduidelijkt.
Gemeenten mogen in principe zelf bepalen wat zij onder een commerciële (huur)prijs verstaan. In
deze beleidsregels is aangegeven wat in beginsel een minimumprijs is bij (onder)huur of bij een
Bij huur is gekozen voor de minimum huurgrens in de Wet op de Huurtoeslag. (het laagste bedrag
genoemd in artikel 16 en 17 van de Wet op de Huurtoeslag)
In geval van een kostganger is uitgegaan van een huurder die ook dagelijks de maaltijden bij de
verhuurder geniet. Het Nibud hanteert voor volwassenen in 2018 aan voedingskosten bedragen
tussen de € 6,79 en € 7,13 per dag. Uitgaande van 30 dagen in de maand is dat ongeveer € 200,00
Artikel 4: Inkomsten uit onder(verhuur) en kostgeven:
De inkomsten uit verhuur hoeven niet volledig gekort te worden. Vaak zit in de huur een bepaalde
vergoeding begrepen voor energie- en internetgebruik. Een commerciële verhuurder zal moeten
aangeven welk deel van de huuropbrengst de kale huur is en welk deel van de huuropbrengst
betrekking heeft op een kostenvergoeding. De kale huur moet dan in mindering worden gebracht
op de bijstand. Ditzelfde geldt wanneer er sprake is van een kostganger. In dat geval zullen in
ieder geval naast de kosten van gas, water en elektriciteit ook de maaltijdkosten moeten worden
Artikel 5: Verlaging in verband met woonsituatie:
In dit artikel is een verlaging opgenomen voor de situatie dat aan de woning voor belanghebbende
geen kosten van huur of hypotheek is verschuldigd. Dit kan bijvoorbeeld in de situaties dat een
ander dan wie in de woning hoofdverblijf heeft deze kosten betaalt.
Het wordt nodeloos ingewikkeld geacht om hier ook nog onderscheid te maken naar de mate
waarin woonkosten ontbreken. Indien een belanghebbende uitzonderlijk lage woonkosten heeft,
kan dat uiteraard wel aanleiding zijn om met toepassing van artikel 18, eerste lid van de
Participatiewet de bijstand lager vast te stellen.
In deze beleidsregels wordt overigens niet het begrip `woonkosten` gehanteerd, maar ` kosten
van huur of hypotheek`. Hiermee wordt duidelijk, dat het hebben van kosten voor water, gas, licht
en dergelijke, voor belanghebbende niet afdoende is om een verlaging krachtens dit artikel te voorkomen. Dit verdraagt zich ook met de invulling die de Centrale Raad van Beroep heeft gegeven aan de invulling
Artikel 6: Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien.:
In bijzondere situaties kan altijd in het voordeel van belanghebbende worden afgeweken.
Artikel 7 en 8. Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.