Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent ambtelijke bijstand Verordening op de ambtelijke bijstand |
Citeertitel | Verordening op de ambtelijke bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 33
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 02-01-2019 |
[Deze regeling is op 2 januari 2019 met terugwerkende kracht van toepassing verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer. Dit besluit is bekend gemaakt in Gemeenteblad 2019, 26889.]
Artikel 3: Ambtelijke bijstand
Het verzoek om ambtelijke bijstand wordt ingediend bij de gemeentesecretaris, die de verantwoordelijke portefeuillehouder daarvan in kennis stelt. De gemeentesecretaris zorgt in overleg met de griffier voor de organisatie van de bijstand.
Artikel 4: Verantwoordelijkheid
Een ambtenaar verricht werkzaamheden in het kader van het verlenen van ambtelijke bijstand, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris en overeenkomstig de uitkomsten van het overleg bedoeld in de artikelen 3 en 6, tweede lid.
Indien het verzoek om ambtelijke bijstand door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan het betrokken raadslid of de griffier het verzoek voorleggen aan de Burgemeester.
Deze beslist zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek.
Artikel 33 is gewijzigd bij de Wet dualisering gemeentebestuur. Het artikel biedt de basis voor de raadsleden – zowel individueel als de gehele raad – om ambtelijke bijstand te krijgen voor hun vertegenwoordigende, controlerende en normerende rol.
Er moeten minimaal regels worden gesteld voor ambtelijke ondersteuning bij het redigeren van initiatiefvoorstellen, amendementen en moties, de verstrekking van feitelijke informatie en de wijze waarop een verzoek om ambtelijke bijstand moet worden gedaan.
De introductie van het recht op ambtelijke bijstand biedt een extra garantie dat leden van de raad in beginsel altijd de gevraagde informatie verkrijgen. Overigens verplicht de Gemeentewet ook Burgemeester en Wethouders aan raadsleden gevraagde inlichtingen te verstrekken.
Buiten de vigeur van deze verordening valt het mondelinge vragenrecht in de raadsvergadering en het recht op het stellen van schriftelijke vragen door raadsleden. Beide zijn geregeld in het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Als het gaat om verzoeken om feitelijke informatie en inzage in of afschriften van openbare stukken ligt het voor de hand dat deze direct worden afgedaan door de behandelende ambtenaar. Dit is in de meeste gemeenten (waaronder Haarlemmermeer) al praktijk.
De in het tweede lid aangegeven meldplicht moet gezien worden in de context van de beoordeling of een correcte en snelle serviceverlening heeft plaatsgevonden.
In tegenstelling tot artikel 2 gaat het hier om inhoudelijke hulp bij de vormgeving van voorstellen enz. Het is duidelijk, dat, als die bijstand wordt gevraagd, de betrokken ambtelijke sector niet als zelfstandige actor kan optreden. Daarom is bepaald, dat de start van de procedure begint met een verzoek aan de gemeentesecretaris, die de verantwoordelijke portefeuillehouder daarvan in kennis stelt.
De strekking van dit artikel, in combinatie met de artikelen 3 en 6, lid 2 is dat de verantwoordelijkheid voor de ambtenaren, gedurende de periode dat zij ambtelijke bijstand verlenen, wordt gedeeld door het college van Burgemeester en Wethouders en de raad. Daaruit volgt dat de griffier verantwoordelijk is voor de inhoudelijke aansturing, en de gemeentesecretaris voor de functionele aansturing.
In het rapport van de Staatscommissie dualisme en lokale democratie wordt er voor gepleit om de Burgemeester, als voorzitter van de raad en van het college van Burgemeester en Wethouders, een samenbindende rol te geven voorzover het gaat om ambtelijke bijstand aan de raad. Mede gelet op zijn respectieve onafhankelijkheid van de plaatselijke partijpolitieke verhoudingen is in deze artikelen gekozen van een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol van de Burgemeester.
De evaluatie dient onder andere om zicht te krijgen op de omvang en kosten van de ambtelijke bijstand die aan de raad wordt verleend.