Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi’s Taxiverordening Breda |
Citeertitel | Taxiverordening Breda |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-02-2019 | nieuwe regeling | 11-10-2018 | 2018-1844 |
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2018;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 82, 82a, 82c en 87 van de Wet personenvervoer 2000;
Breda te kampen heeft met een afnemende kwaliteit van het (straat-)taxivervoer voor de klant, er sprake is van een toenemende druk op de Bredase taximarkt en er een gebrek is aan zelfregulerend vermogen van de Bredase taxibranche, waardoor het stellen van aanvullende regels noodzakelijk wordt geacht;
besluit vast te stellen de volgende verordening.
Artikel 2.3 Toelatingseisen vergunning
Om in aanmerking te kunnen komen voor een KTB-vergunning moet de chauffeur in ieder geval beschikken over een geldige landelijke chauffeurskaart en een geldig KTB-keurmerkcertificaat dat op naam van de chauffeur is gesteld.
Artikel 2.7 Toonplicht KTB- keurmerkcertificaat
Vergunninghouder geeft het aan hem afgegeven KTB-keurmerkcertificaat ter controle af op eerste vordering van een ambtenaar in functie of een andere door burgemeester en wethouders aangewezen persoon die in opdracht van burgemeester en wethouders werkzaamheden verricht met het doel de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen.
HOOFDSTUK 3 KTB-KEURMERKCERTIFICAAT
Artikel 3.3 Toelatingseisen KTB-keurmerkcertificaat
Om in aanmerking te kunnen komen voor een KTB-keurmerkcertificaat moet de chauffeur in ieder geval de opleidingen ‘Houding en Gedrag’ en ‘Stad- en stratenkennis Breda’ zoals die door of namens burgemeester en wethouders worden gegeven met goed gevolg hebben afgelegd en zodoende beschikken over de betreffende deelcertificaten. Daarnaast moet de chauffeur het door het burgemeester en wethouders vastgestelde Normen en Waardenprotocol over gedrags- en kwaliteitsregels voor akkoord hebben ondertekend.
Burgemeester en wethouders kunnen een chauffeur op onderdelen vrijstelling verlenen van een of meer van de op grond van de in het eerste lid gestelde toelatingseisen indien zij van oordeel zijn dat de chauffeur heeft aangetoond dat op gelijkwaardige wijze aan deze toelatingseisen is voldaan. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften aan deze vrijstelling verbinden. Over de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstelling en het verbinden voorschriften hieraan, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen.
Artikel 3.4 Weigeringsgronden KTB-keurmerkcertificaat
Burgemeester en wethouders weigeren afgifte van het KTB-keurmerk certificaat indien:
Artikel 3.6 Verplichtingen ontvanger KTB-keurmerkcertificaat
Burgemeester en wethouders kunnen in nadere regels verplichtingen stellen voor de chauffeur aan wie een KTB-keurmerkcertificaat is verleend. Waaronder in ieder geval maar niet beperkt tot, de verplichting tot herkenbaarheid van het voertuig in de vorm van een daklicht.
HOOFDSTUK 4 HANDHAVING EN SANCTIES
Artikel 4.1 Naleving en handhaving
De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, namens het college een KTB-keurmerkcertificaat in te nemen en in te houden wanneer dit in het belang van de kwaliteit van het taxivervoer nodig is. Voor zover er geen sprake is van een schorsing van het KTB-keurmerkcertificaat van rechtswege of indien het KTB-keurmerkcertificaat niet van rechtswege is vervallen, nemen burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een besluit of zij het desbetreffende KTB-keurmerkcertificaat al dan niet schorsen of intrekken.
Overtreding van een of meerdere voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2.1, eerste en tweede lid, artikel 2.6, derde lid, artikel 2.7, eerste, tweede en derde lid, artikel 3.1, tweede lid, artikel 3.6 en artikel 3.7, vijfde lid, van deze verordening, vormt een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1 onder 4 van de Wet op de economische delicten, voor zover de overtreding niet al ingevolge andere wettelijke regelingen als strafbare gedraging gesanctioneerd wordt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager, vergunninghouder of de houder van het KTB-keurmerkcertificaat leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
In afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 2.1, eerste lid, geldt het hierin genoemde verbod met ingang van 1 mei 2019.