Organisatie | Westerkwartier |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier houdende regels omtrent loonkostensubsidie Uitvoeringsbesluit loonkostensubsidie gemeente Westerkwartier 2019 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit Loonkostensubsidie gemeente Westerkwartier |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit artikel 4:13 van de Re-Integratieverordening 2017 Leek, Marum en Noordenveld.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2019 | nieuwe regeling | 15-01-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;
overwegende dat in de Re-integratieverordening is opgenomen dat het college via een uitvoerings-besluit uitvoering geeft aan het verstrekken van een loonkostensubsidie;
gelet op artikel 4:13 van de Re-integratieverordening;
vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Loonkostensubsidie.
Uitvoeringsbesluit Loonkostensubsidie gemeente Westerkwartier 2019
Artikel 1 Voorwaarden loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie bedraagt naar rato van de uren ten hoogste 50% van het wettelijk minimumloon voor een werkgever in de profit sector en 100% van het wettelijk minimumloon voor een werkgever in de non-profit sector gedurende maximaal 12 maanden van een kwetsbare werknemer respectievelijk maximaal 24 maanden van een uiterst kwetsbare werknemer.
Dit uitvoeringsbesluit kan aangehaald worden als Uitvoeringsbesluit Loonkostensubsidie gemeente Westerkwartier.
Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier, d.d. 15 januari 2019
F.H. Wiersma, burgemeester
A. Schulting, secretaris
Gesubsidieerde arbeid kan als één van de voorzieningen worden ingezet om de arbeidsinschakeling te bevorderen. In de Participatiewet is geregeld dat alle voorzieningen moeten dienen om een persoon uiteindelijk naar regulier werk te helpen. Het doel van de loonkostensubsidie is het bieden van compensatie voor het feit dat voor een persoon ten minste het wettelijk minimumloon moet worden betaald, terwijl de werkgever een persoon (nog) niet ten volle kan inzetten. Zo kan het college een loonkostensubsidie aan de werkgever verstrekken om tijdelijk het verschil in arbeidsproductiviteit te compenseren en zo de re-integratie van de bijstandsgerechtigde te bewerkstelligen. De in artikel 4:13 van deze verordening geregelde loonkostensubsidie moet worden onderscheiden van de loonkostensubsidie zoals bedoeld in de artikelen 10c en 10d van de Participatiewet. De laatstgenoemde loonkostensubsidie is geïntroduceerd door de Invoeringswet Participatiewet en is specifiek bedoeld voor personen met een arbeidsbeperking. De in artikel 4:13 opgenomen loonkostensubsidie is niet noodzakelijk gericht op personen met een arbeidsbeperking, maar ondersteunt personen die kwetsbaar of uiterst kwetsbaar zijn. Het gaat dus hier niet om de loonkostensubsidie die verstrekt kan worden aan personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van een wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, artikel 6, eerste lid, onderdeel e van de Participatiewet.
In het eerste lid is vastgelegd dat de loonkostensubsidie wordt verstrekt aan werkgevers in het kader van het afsluiten van arbeidsovereenkomsten met de personen die tot de doelgroep behoren. In tegenstelling tot de wettelijke loonkostensubsidieregeling voor de invulling van de zogenaamde af-spraakbanen, kan ook loonkostensubsidie worden verstrekt voor personen die in staat zijn om met voltijdse arbeid het wettelijk minimum loon te verdienen. Het gaat hier om personen die langdurig werkloos zijn en vanwege hun leeftijd, opleidingsniveau of beperkte schoolopleiding een grot afstand hebben tot de arbeidsmarkt.
tweede, derde, vierde en vijfde lid
Deze leden geeft het college de bevoegdheid nadere regels te stellen over de doelgroep, de hoogte van de subsidie, de termijn en de praktische uitvoering.
Het ontbinden van arbeidsovereenkomsten is niet vrijblijvend. In het zesde lid is een opsomming gegeven van de situaties waarbij ontbinding van de arbeidsovereenkomst mogelijk is. Bij een voortijdige ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan het bestuur, onder toepassing van het vijfde lid, een onderzoek instellen en omtrent het ontslag de nodige informatie opvragen bij de werkgever. Indien voldaan is aan de voorwaarden, zal de loonkosten subsidie naar rato lager worden vastgesteld.
Ook ten aanzien van de uitvoering van het zevende lid kan het college een nader onderzoek instellen door middel van het opvragen van de relevante informatie bij de werkgever en de ondernemingsraad van de werkgever. Op basis van dit onderzoek dient te worden vastgesteld dat er geen sprake is van de verstoring van concurrentieverhoudingen en verdringen van reguliere arbeid.
De loonkostensubsidie is aanvullend van karakter. Het achtste lid bepaalt dat geen loonkostensubsidie zal worden verstrekt voor kosten waarvoor de werkgever reeds een andere subsidie of vergoeding ontvangt.