Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koggenland

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent financiën Treasurystatuut gemeente Koggenland 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKoggenland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent financiën Treasurystatuut gemeente Koggenland 2019
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Koggenland 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut gemeente Koggenland 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-2019nieuwe regeling

17-12-2018

gmb-2019-24267

D18.014036

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent financiën Treasurystatuut gemeente Koggenland 2019

De raad van de gemeente Koggenland;

 

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2018 gelezen en neemt de onderbouwing daarvan over, en

 

BESLUIT

  • 1.

    Het treasurystatuut gemeente Koggenland 2014 in te trekken;

  • 2.

    Het treasurystatuut gemeente Koggenland 2019 vast te stellen.

DOELSTELLINGEN

Artikel 1  

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    het verzekeren van een blijvende toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities, voorwaarden en bedingen;

  • 2.

    bescherming van de gemeentelijke vermogens- en/of renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    het verkleinen van de interne verwerkingskosten en de externe kosten bij het beheer van de geldstromen en de financiële posities;

  • 4.

    optimalisatie van de renteresultaten binnen de wettelijke kaders.

RISICOBEHEER

Artikel 2  

Met betrekking tot het risicobeheer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    de gemeente mag leningen, uitzettingen of garanties uitsluitend uit hoofde van de publieke taak verstrekken na goedkeuring van de gemeenteraad;

  • 2.

    bij het afgeven van garanties wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande waarborgfondsen;

  • 3.

    bij het verstrekken van geldleningen worden, waar mogelijk en ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, zekerheden en garanties geëist;

  • 4.

    de overtollige financieringsmiddelen worden door de invoering van het schatkistbankieren alleen nog gestort in de schatkist van het rijk;

  • 5.

    het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

  • 6.

    verstrekking van (hypothecaire) geldleningen aan personeel of politieke ambtsdragers is niet toegestaan;

  • 7.

    het aanhouden van kassen, anders dan de legeskas van de afdeling burgerzaken, de kassa van de zwembaden “Koggenbad” in De Goorn en “Buitenmeere” in Obdam en van de sporthal “Koggenhal” in De Goorn is verboden;

  • 8.

    het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van deelnemingen in rechtspersonen, maatschappijen of verenigingen, zoals opgenomen in artikel 160 van de Gemeentewet, is alleen toegestaan op grond van een ontwerpbesluit waarop de gemeenteraad vooraf zijn wensen en bedenkingen kenbaar heeft gemaakt en waarop de vereiste goedkeuring door de provincie Noord-Holland is verleend.

RENTERISICOBEHEER

Artikel 3  

  • 1.

    In overeenstemming met de Wet Fido vindt geen overschrijding van de kasgeldlimiet plaats.

  • 2.

    In overeenstemming met de Wet Fido vindt geen overschrijding van de renterisiconorm plaats.

  • 3.

    Nieuwe leningen en/of uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning.

  • 4.

    De rentetypische looptijd van het rentepeil van de betreffende lening en/of uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op het actuele rentepeil en de rentevisie. Ook wordt gestreefd naar spreiding van de rentetypische looptijd.

  • 5.

    Jaarlijks wordt een rentevisie opgesteld die wordt opgenomen in de paragraaf “financiering” in de programmabegroting van de gemeente.

KOERSRISICOBEHEER

Artikel 4  

Koersrisico’s komen niet meer voor omdat het uitzetten van overtollige financiële middelen alleen nog mogelijk is in ’s rijks schatkist.

KREDIETRISICOBEHEER

Artikel 5  

  • 1.

    Aangezien het uitzetten van middelen alleen nog maar mogelijk is in ’s rijks schatkist komen kredietrisico’s niet meer voor.

  • 2.

    Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de publieke taak bedingt de gemeente zoveel mogelijk zekerheden.

INTERN LIQUIDITEITSRISICOBEHEER

Artikel 6  

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op een actuele liquiditeitsplanning.

VALUTARISICOBEHEER

Artikel 7  

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in Euro’s.

GEMEENTEFINANCIERING

Artikel 8  

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en/of langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    financieringen worden uitsluitend aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen;

  • 4.

    medium term notes zijn niet toegestaan;

  • 5.

    de gemeente vraagt offertes met een indicatieve rente en de voorwaarden op bij minimaal twee instellingen voordat een definitieve financiering wordt aangetrokken. Worden onvoldoende indicatieve rente en/of voorwaarden op de financiering afgegeven dan is het toegestaan om de lening aan te gaan op basis van één offerte indien de indicatieve rente overeenkomt de dan geldende kapitaalmarktrente;

  • 6.

    het aantrekken van geldleningen met het doel deze winstgevend weg te zetten is niet toegestaan.

Artikel 9  

Het aantrekken van financiering voor een periode korter dan één jaar wordt gebruik gemaakt van de diensten van de Bank voor Nederlandse Gemeenten mits de aangeboden indicatieve rente overeenkomt met de dan geldende rente op de geldmarkt.

Artikel 10  

Door de invoering van het schatkistbankieren is de gemeente verplicht overtollige middelen af te storten in de ’s rijks schatkist.

RELATIEBEHEER

Artikel 11  

Voor het afnemen van financiële diensten realiseert de gemeente gunstige dan wel marktconforme condities. Daarvoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    de financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsfondsen, effecteninstellingen en verzekeraars) moeten onder het Nederlandse toezicht vallen, zoals die van de Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • 2.

    tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarbij een vergunning als geldmakelaar te hebben ontvangen.

KASBEHEER

Artikel 12  

Om de kosten van het geldstromenbeheer zo laag mogelijk te houden wordt:

  • 1.

    het gebruik van de liquiditeit beperkt door de geldstromen op gemeentelijk niveau, inclusief het woningbedrijf, op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op gelet dat de liquiditeitspositie voldoende groot is om de verplichtingen tijdig te kunnen nakomen;

  • 2.

    het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd.

SALDO- EN LIQUIDITEITENBEHEER

Artikel 13  

Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer gelden de volgende, specifieke regels:

  • 1.

    de gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit: een gecombineerde renteberekening van meerdere bankrekeningen om de rentekosten zo laag mogelijk te houden en de rentebaten zo hoog mogelijk, bij de bank met de meest gunstige condities;

  • 2.

    als er een behoefte aan liquide middelen ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.1 de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    de toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende financiering zijn daggeld, kasgeldleningen en een kredietlimiet op de rekeningcourant.

ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE BEHEERSING

Artikel 14  

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van de administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryactiviteiten zijn op een eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    bij het uitvoeren van de treasuryactiviteiten is een functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • »

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (vier-ogen-principe);

    • »

      de uitvoering en de controle gebeurt door verschillende functionarissen;

    • »

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door verschillende functionarissen;

  • 4.

    De tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestiging van het afsluiten van leningen en uitzettingen te versturen naar het hoofd van de afdeling Financiën. Bij leningen groter dan € 5 miljoen wordt de bevestiging gestuurd naar de gemeentesecretaris c.q. directeur;

  • 5.

    Na de ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie gecontroleerd door de medewerker AO/IC.

VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 15  

De gemeenteraad heeft in het treasurybeleid de volgende verantwoordelijkheden:

  • »

    het vaststellen van de treasurydoelstellingen, het treasurybeleid en de daaruit voortvloeiende globale richtlijnen;

  • »

    het vaststellen van de paragraaf “financiering” in de programmabegroting en in het jaarverslag;

  • »

    het houden van het toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering daarvan.

Artikel 16  

Het college van burgemeester en wethouders stelt de bevoegdheden van de functionarissen die zijn betrokken bij de uitvoering van het treasurybeleid en het treasurystatuut vast.

INFORMATIEVOORZIENING

Artikel 17  

Voor de ondersteuning en de uitvoering van de treasuryactiviteiten en voor het verbeteren van de bijbehorende transparantie wordt tijdig de benodigde informatie opgeleverd.

INWERKINGTREDING

Artikel 18  

Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2019 en vervangt het “treasurystatuut gemeente Koggenland 2014”, zoals die werd vastgesteld in de vergadering van de raad van 10 maart 2014.

CITEERTITEL

Artikel 19  

Dit statuut kan worden aangehaald als “treasurystatuut gemeente Koggenland 2019”.

 

De raad van de gemeente Koggenland,

DATUM 17 december 2018, agendapunt 3.05.01

de griffier,

mevrouw drs. P.M. Tromp

de voorzitter,

R. Posthumus

BIJLAGE 1 Begrippenkader

 

Begrip

Toelichting

Administratieve organisatie

Een stelsel van organisatorische maatregelen, gericht op het tot stand brengen en houden van de goede werking van de informatievoorziening in en over de organisatie, waaronder functiescheiding en interne controle.

Derivaten

beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, de onderliggende waarde, zoals leningen of obligaties. Derivaten worden gebruikt om risico's te verkleinen of om te speculeren.

Financiering

het leveren van geldmiddelen om de activiteiten van de gemeente te (kunnen) betalen

Garantieproducten

beleggingsproducten, waarbij de financiële instelling garandeert dat op de datum van afloop (een bepaald percentage van) de hoofdsom wordt uitbetaald.

Geldstroombeheer

alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te maken, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer)

Intern liquiditeitsrisico

de risico's van mogelijke veranderingen in de planning van de liquiditeit en de meerjarige investeringen waardoor de financiële resultaten kunnen afwijken van de geplande ontwikkeling

Interne controle

Geheel van controlemaatregelen, gericht op het waarborgen van de rechtmatigheid, juistheid, volledigheid en tijdigheid van de verstrekking van informatie

Kasgeld

Geldleningen met een looptijd korter van één jaar

Kasgeldlimiet

een op basis van de gegevens in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) berekend bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij de aanvang van het begrotingsjaar

Kredietrisico

het risico van een verlies dat optreedt als een kredietnemer zijn beloofde betalingen niet na komt of kan komen (debiteurenrisico)

Liquiditeitenbeheer

het uitzetten of aantrekken van financiële middelen voor een periode korter dan één jaar

Liquiditeitenplanning

een overzicht van de te verwachten inkomsten en uitgaven uitgezet in een tijdsperiode

Liquiditeitspositie

de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan

Medium Term Note (MTN)

een verhandelbare schuldbekentenis (leningen) aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden

Near banking

geen bank zijnde ondernemingen die geld lenen met het enkele doel om deze verkregen middelen uit te zetten tegen een hoger rendement, hetgeen verboden is voor de gemeenten ingevolge de Wet Fido en Ruddo.

Onderhandse lening

een lening, waarbij e geldnemer rechtstreeks onderhandelt met de geldgever ne waarbij de voorwaarden in onderling overleg worden vastgesteld.

Rente

de vergoeding voor het beschikbaar stellen van liquiditeiten

Renterisiconorm

op basis van de Wet Fido bij de aanvang van enig jaar gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij realisatie niet mag worden overschreden

Rentetypische looptijd

de periode waarin het percentage van de rente op een lening vast ligt

Rentevisie

de verwachte ontwikkelingen in de hoogte van de rente

Saldobeheer

het beheer van de dagelijkse saldi op de bankrekeningen van de gemeente

Schatkistbankieren

het afstorten dan wel het aanhouden van liquide middelen bij het Ministerie van Financiën

Solvabiliteit

de mate waarin de gemeente in staat is het totaal van de schulden terug te betalen

Treasuryfunctie

de functie die zich richt op de activiteiten op het besturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht op de financiële geldstromen, de financiële positie en de daaraan verbonden risico's. Er zijn vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer

Uitzetten

het uitlenen van geld aan een andere partij in ruil voor een vergoeding in de vorm van rente

 

BIJLAGE 2 Wet- en regelgeving

 

Wet, regeling en/of artikel

Inhoud

Gemeentewet, artikel 212, lid 1

De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële administratie vast. Deze verordening is vastgesteld op 18 december 2017

Gemeentewet, artikel 212, lid 2c

De financiële verordening bevat in ieder geval regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie

Besluit Begroting en Verantwoor-ding (BBV), artikel 9 en 13

Artikel 9 bepaalt dat in de begroting de paragraaf financiering is opgenomen. Artikel 13 geeft aan dat in deze paragraaf in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de leningportefeuille bevat, inzicht geeft in de rentelasten en het renteresultaat, de wijze waarop de rente aan de investeringen, de grondexploitatie en de taakvelden wordt toegerekend en de financieringsfunctie

Besluit Begroting en Verantwoor-ding (BBV), artikel 26

Het jaarverslag bevat eveneens de paragraaf financiering. Daarin wordt verantwoording afgelegd van datgene wat in de paragraaf in de begroting is opgenomen

Wet financiering decentrale overheden (Fido), artikel 2, lid 1

Openbare lichamen kunnen uitsluitend voor de uitvoering van de publieke taken leningen aangaan, middelen uitzetten of garanteis verstrekken. Voor het overige houden zij hun liquide middelen in 's Rijks schatkist aan. Deze norm sluit commercieel bankieren voor gemeenten dus uit

Wet financiering decentrale overheden (Fido), artikel 2, in samenhang met Regeling uitzettingen derivaten decentrale overheden (Ruddo)

Het uitzetten van middelen anders dan voor de publieke taak en het hanteren van derivaten mag alleen indien de uitzettingen een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico. Het uitzetten van middelen en hanteren van derivaten mag alleen binnen specifieke eisen. Commercieel bankieren is dus uitgesloten

Wet financiering decentrale overheden (Fido), artikel 2a, lid 3

Openbare lichamen sluiten ten gunste van het personeel of politieke ambtsdragers geen contracten met betrekking tot hypothecaire leningen of garanties op de verstrekking van hypothecaire leningen door financiële instellingen

Wet financiering decentrale overheden (Fido), artikel 4

De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal overschrijdt de kasgeldlimiet niet. Wordt voor het derde opvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschreden dan wordt de toezichthouder in kennis gesteld en een plan overlegd om binnen de limiet te blijven. Veelal betekent dit dat een langlopende geldlening wordt opgenomen (consolidatie: omzetten kort in lang geld)

Wet financiering decentrale overheden (Fido), artikel 6

Het renterisico op het totaal van de begroting overschrijdt de renterisiconorm niet. Wordt hier niet aan voldaan dan geeft de toezichthouder een aanwijzing om maatregelen te nemen. De nom geeft een eis aan de samenstelling van de leningportefeuille ter begrenzing van de renterisico’s. Het gaat er om te voorkomen dat een groot deel van de geldleningen wordt beïnvloed door de marktrente op hetzelfde moment

Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof), artikel 3.1

Deze wet beperkt voor de decentrale overheden de mogelijkheden om geldleningen aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. Daarmee krijgt de rijksoverheid meer mogelijkheden om te voldoen aan de middellange termijndoelstelling voor een structureel EMU-saldo

Regeling schatkistbankieren

Op grond van deze regeling zijn de decentrale overheden verplicht hun overtollige liquide middelen bij het rijk te stallen. Daarmee begrenst deze verplichting de treasuryfunctie van deze overheden

 

TOELICHTING TREASURYSTATUUT

Algemeen

 

In dit statuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgesteld. Dit gebeurt door de doelstellingen van de treasuryfunctie aan te geven en binnen welke richtlijnen en grenzen deze doelstellingen moeten worden gerealiseerd.

 

Een belangrijk deel van deze richtlijnen en limieten is bepaald in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido). De richtlijnen en limieten bepalen het risicoprofiel van de gemeente en waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd.

 

Doelstellingen

 

De gemeente moet “blijvende toegang hebben tot de financiële markten tegen acceptabele condities, voorwaarden en bedingen”. Treasury moet er mede voor zorgen dat de gemeente voor de uitvoering van haar activiteiten de benodigde financiële middelen kan aantrekken. Overtollige middelen worden sinds de invoering van het schatkistbankieren niet meer op de financiële markten weggezet.

 

Een onderdeel van treasury is om financiële risico’s te voorkomen of tegen acceptabele condities te beperken. Ook zorgt treasury er voor om de kosten van het beheer van de geldstromen en de financiële positie zo klein mogelijk te maken en te houden. Het beheer moet zo efficiënt mogelijk worden gedaan.

 

Risicobeheer

 

De Wet Fido geeft over de treasury twee belangrijke, beleidsmatige uitgangspunten waartussen specifiek onderscheid gemaakt moet worden:

  • »

    leningen en garanties moeten de “publieke taak” dienen

  • »

    het voorzichtige c.q. verstandige karakter van de uitzettingen

Er zijn geen eisen gesteld aan de verstrekking van leningen en garanties “uit hoofde van de publieke taak”. Het gemeentebestuur kan dus zelf bepalen wat er onder moet worden verstaan.

 

De opgenomen limieten en richtlijnen in het statuut garanderen het voorzichtige en het verstandige karakter. Zij hebben betrekking op het verstrekken van leningen en garanties "uit hoofde van de publieke taak".

 

Artikel 160, lid 2, van de Gemeentewet schept mogelijkheden besluiten te nemen over de oprichting en deelneming in maatschappijen, vennootschappen, verenigingen, stichtingen en onderlinge waarborgmaatschappijen. Dit mag alleen als het openbaar belang er mee is gediend. Het college is daartoe bevoegd, maar moet wel de raad de gelegenheid geven vooraf zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Op een dergelijk besluit is de goedkeuring van Gedeputeerde Staten een vereiste. Goedkeuring kan alleen worden onthouden als die in strijd is met het recht of het algemeen belang.

 

Renterisicobeheer

 

De Wet Fido heeft als één van de uitgangspunten het vermijden van grote schommelingen in de rentelasten. Het renterisicobeheer moet de invloed van de wijzigingen in de rentestanden op de rentelasten beperken. Vooral bij de korte financieringen kan het renterisico aanzienlijk zijn. In de Wet Fido is daarom een grens opgenomen voor deze korte financiering. De kasgeldlimiet is bepaald op een percentage (thans 8,5%) van de primaire begroting.

 

We voldoen ruimschoots aan deze norm. De afgelopen jaren heeft er geen overschrijving van de kasgeldlimiet plaatsgevonden. De gemeente beschikt momenteel over ruim voldoende liquide middelen. (Her)financiering is niet nodig. Wel zijn we verplicht onze overtollige liquide middelen (thans ca. € 8 miljoen) weg te zetten bij het rijk.

 

De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld over de tijd wordt verspreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. De norm wordt berekend door een vastgesteld percentage (thans 20%) te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal. De verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de begroting.

 

Aan het einde van het jaar hebben we nog twee geldleningen lopen. Het nog af te lossen bedrag is € 6.264.000. Elk jaar lossen we € 824.000 af. De laatste aflossing vindt plaats in 2029. In verband met de plannen rond de onderwijshuisvesting Avenhorn/De Goorn zal een externe financiering moeten worden aangetrokken. We blijven daarmee binnen de gestelde norm.

 

Valutarisicobeheer

 

Als er verschillende valuta’s worden gebruikt is het mogelijk dat door de veranderingen in de wisselkoersen verlies wordt geleden. Daarom wordt er alleen gewerkt in en met Euro’s.

 

Financiering

 

De Wet Fido verbiedt het om middelen aan te trekken en deze vervolgens te beleggen.

 

We financieren zoveel mogelijk met eigen geld om een zo goed mogelijk resultaat op de rente te behalen. We betalen dan immers geen rente aan een derde.

 

 

Kortgeld

In ons voorstel aan uw raad voor de vaststelling van het statuut in maart 2014 gaven we al aan voor het aantrekken van kasgeldleningen alleen gebruik te maken van de huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten. De rentetarieven met geldmakelaars en financiële instellingen verschillen nauwelijks, terwijl de administratieve afhandeling van de overeenkomst veel soepeler verloopt. Dit bevestigen we nu in artikel 9.

 

Lang geld

Voor het aantrekken van een langlopende geldlening moet op grond van het huidige statuut minimaal twee offertes met indicatieve rente en voorwaarden worden opgevraagd. Uit de praktijk blijkt echter dat geldmakelaars en financiële instellingen slechts een indicatieve rente willen afgeven als wij de al ontvangen aanbiedingen met hen delen. Dat doen we dus niet. Gevolg is dat er dan geen (veelal) geen aanbieding wordt gedaan c.q. een offerte wordt ingediend. Daardoor is het mogelijk dat we niet kunnen voldoen aan de vereiste van minimaal twee offertes. Om daarin tegemoet te komen is in artikel 8, lid 5,opgenomen dat in een dergelijke situatie met één offerte volstaan kan worden mits er een marktconforme rente wordt aangeboden.

 

Geldstromenbeheer

 

Deze moeten efficiënt beheerd worden. Dit kan door de stromen op elkaar af te stemmen. De gemeente beschikt over meerdere bankrekeningen. Voor de regulatie van de saldi op deze rekeningen is het meest handig om deze rekeningen bij één bank te houden. Daarmee worden de kosten ook beperkt. Er zijn dan immers geen overboekingen nodig.

 

Saldo- en liquiditeitenbeheer

 

De saldi van de diverse bankrekeningen worden dagelijks bijgehouden. Dit is mede nodig voor het bepalen van het af te storten bedrag naar ’s rijks schatkist. Voor een renteberekening worden alle saldi van de bankrekeningen opgeteld. Daardoor is het niet nodig geld naar rekeningen over te boeken.

 

Administratieve organisatie en intern beheersing

 

Treasury is een zaak van meerdere organen en personen. Het statuut bepaalt dat de bevoegdheden van delegatie en mandaat schriftelijk zijn vastgelegd en aan welk persoon of orgaan welke bevoegdheid is toegekend. In het statuut zijn specifieke uitgangspunten opgenomen, gelet op de omvang en de aard van de transacties en de daarmee lopende risico’s. Ook is een eenduidige functieschelding toegepast tussen de beleidsbepaling en de uitvoering daarvan.

 

 

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

 

De bevoegdheden van de raad bestaan uit het vaststellen van het beleid, de vaststelling van de paragraaf “financiering” in de programmabegroting en in het jaarverslag en het houden van toezicht op de uitvoering.

 

De daadwerkelijke uitvoering gebeurt door dan wel namens het college. Die stelt de bevoegdheden van de diverse functionarissen vast die belast zijn met de uitvoering van het treasurybeleid. Uit praktische overwegingen is de uitvoering neergelegd bij het ambtelijk apparaat. Die kan immers slagvaardiger optreden. Bij de toekenning van de bevoegdheden aan de functionarissen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de functiescheiding tussen de besluitvorming, de uitvoering, de administratie en de (interne) controle.