Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING BEVOLKINGSADMINISTRATIE GEMEENTE GRONINGEN 2018 |
Citeertitel | Verordening bevolkingsadministratie gemeente Groningen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage A-1 2018_gegevensverstrekking Bijlage A-2 2018_gegevensverstrekking Bijlage A-3 2018_gegevensverstrekking Bijlage A-4 2018_gegevensverstrekking Bijlage A-5 2018_gegevensverstrekking Bijlage B-1 Derden belang Bijlage B-2 Derden belang Bijlage B-3 Derden belang |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-05-2019 | 25-05-2018 | Toev. Bijlagen | 23-04-2019 | 41502-2019 | |
31-01-2019 | 25-05-2018 | 11-05-2019 | Nieuwe regeling | 31-10-2018 | 7172137 |
Hoofdstuk 2 Verstrekkingen uit de basisregistratie
Artikel 2 Verstrekkingen aan organen van de gemeente
Aan de in Bijlage A bij de verordening vermelde overheidsorganen die orgaan zijn van de gemeente worden de aangegeven gegevens uit de basisregistratie verstrekt.
Artikel 3 Verstrekkingen aan derden
Op grond van artikel 3.9 van de wet kunnen voor de in Bijlage B bij de verordening vermelde werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente verstrekking gegevens uit de basisregistratie gegevens worden verstrekt. Daarbij wordt bepaalt welke aangewezen categorieën van derden voor deze verstrekking in aanmerking komen.
Hoofdstuk 3 Aangehaakte gegevens
Artikel 4 Doel van de bevolkingsadministratie
De bevolkingsadministratie heeft voor wat betreft de aangehaakte gegevens tot doel:
Artikel 6 Wijze van verkrijging
Voor zover niet verkregen onder de regelgeving die van toepassing was tot 1 oktober 1994 worden aangehaakte gegevens in de bevolkingsadministratie verkregen:
Artikel 7 Verstrekking van aangehaakte gegevens
Aan derden aan wie wet en verordening verstrekking van gegevens uit de basisregistratie mogelijk maken worden aangehaakte gegevens verstrekt voor zover niet in strijd met de wettelijke bepalingen.
Artikel 9 Protocolplicht van aangehaakte gegevens
De protocolplicht vervalt als de aangehaakte gegevens worden verstrekt in het kader van de opsporing en vervolging van strafbare feiten dan wel voor zover de verstrekking noodzakelijk is in het belang van de veiligheid van de staat of als het van belang is oor de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.
Bijlage B Derden gewichtig maatschappelijk belang 2018_versie 2.2
De bijlagen zijn, in vebrand met de leesbaarheid, ook als externe bijlage toegevoegd.
Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (hierna: Wet Brp). Deze verordening regelt de verstrekking door het college van burgemeester en wethouders van gegevens uit de basisregistratie aan organen van de eigen gemeente en derden en ook de verstrekking van de aangehaakte gegevens.
Artikelsgewijze toelichting Verordening gemeentelijke bevolkingsadministratie
In dit artikel worden de begripsbepalingen uitgewerkt. Het merendeel daarvan is zoals in de Wet basisregistratie personen (Brp).
Bevolkingsadministratie is het begrip voor verzameling van de (verplichte) Brp-gegevens van de basisregistratie en de aangehaakte gegevens.
Dit artikel is de basis voor de binnengemeentelijke verstrekking van persoonsgegevens. De uitwerking gebeurt in de bijlage die het college daarvoor vaststelt. Het college verstrekt alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8 lid 2 Wet Brp).
Dit artikel maakt het mogelijk dat op verzoek van een derde aan hem gegevens worden verstrekt. De verstrekking kan uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen, namelijk:
Er worden geen gegevens verstrekt als op de persoonslijst een aantekening over beperking van de verstrekking van gegevens aan derden is vermeld, als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, Wet Brp. Ook vindt verstrekking alleen plaats voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene de verstrekking niet in de weg staan (artikel 3.9 lid 2 Wet Brp).
De werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang waarvoor gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt, en de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie, worden opgenomen in de Bijlage B die het college vaststelt.
In artikel 1.3 van de Wet Brp is het doel van de basisregistratie omschreven. De bevolkingsadministratie omvat naast de gegevens van de basisadministratie de aangehaakte gegevens. Hier is omschreven voor welk doel de aangehaakte gegevens worden gebruikt.
In de basisregistratie zijn alleen aangehaakte gegevens opgenomen van degenen van wie op of na 1 oktober 1994 een persoonslijst is of was opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Groningen en daarna in de Brp.
Voor de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op 1 oktober 1994 werden persoonsgegevens ook al geautomatiseerd bijgehouden. Voor zover deze gegevens zijn bijgehouden gelden ze als aangehaakte gegevens van de bevolkingsadministratie.
Dit artikel geeft aan op welke wijze aangehaakte gegevens worden verkregen.
Dit artikel maakt verstrekking van aangehaakte gegevens mogelijk. Voorwaarde is wel dat verstrekking van gegevens uit de Brp moet zijn toegestaan.
Dit artikel bevat bepalingen over de verwijdering van aangehaakte gegevens.
Het eerste lid bepaalt wanneer verstrekking van aangehaakte gegevens aan derden overeenkomstig artikel 7, onder c, wordt bijgehouden. Het tweede lid is een uitzondering op de protocolplicht.
Dit artikel regelt de wijze waarop verzoeken van de burger over aangehaakte gegevens
worden behandeld. Deze verzoeken kunnen ook gaan over verwijdering van gegevens.
Het college krijgt de bevoegdheid de bijlagen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 vast te stellen.