Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout 2019
CiteertitelMarktverordening 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpMarktverordening 2019

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-2019Nieuwe regeling

22-01-2019

gmb-2019-21906

BI.0180537

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout 2019

De raad van de gemeente Oosterhout;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout van 10 december 2018, nr BI.0180537, inzake de Verordening op de warenmarkten in de gemeente Oosterhout;

 

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout 2019.

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • h.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • j.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal marktkooplieden per artikelengroep;

  • k.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      de locatie van de markt;

    • b.

      het aantal standplaatsen;

    • c.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • d.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • e.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats, als dagplaats, als standwerkerplaats en als seizoensplaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 5. Marktcommissie

  • 1.

    Het college is bevoegd een marktcommissie samen te stellen die tot taak heeft het college te adviseren in zaken die direct betrekking hebben op de markten;

  • 2.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de marktcommissie.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 6. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 7. Vereisten

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwame natuurlijke persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag middels het aanvraagformulier voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te overlegd:

    • Een recente kopie van inschrijving bij de Kamer van Koophandel

    • Een kopie van de polis van de WA-verzekering

    • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs

Artikel 8. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 3 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 3 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 9. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10. Uitsluiting vergunninghouders dagplaats, seizoensplaats of standwerkerplaats

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats, een seizoensplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats, een seizoensplaats of een standwerkerplaats uitsluiten van ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 11. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente Oosterhout 2010, vastgesteld op 19 januari 2010, wordt ingetrokken per de in artikel 15 bedoelde datum.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten, genomen krachtens eerdere versies van de Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze gewijzigde verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Oosterhout 2010 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening 2019.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 januari 2019.

DE RAAD VOORNOEMD,

De voorzitter,

De griffier,