Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellevoetsluis

wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellevoetsluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingwijziging van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpwijziging van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-2019wijziging verordening APV Hellevoetsluis

13-12-2018

gmb-2019-21023

13-12-18/10

Tekst van de regeling

Intitulé

wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis

Nummer: 13-12-18/10

 

De raad der gemeente Hellevoetsluis;

gehoord de commissie Algemene Zaken en Middelen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2018; nummer:20180622;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis.

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening Hellevoetsluis 2017 wordt als volgt gewijzigd en als zodanig vastgesteld.

 

 

In artikel 2:58 wordt een vijfde lid toegevoegd dat komt te luiden:

 

Artikel 2:58 Opruimmiddelen honden, lid 5

  • 5.

    De eigenaar of houder van een hond dient een opruimmiddel bij zich te hebben.

 

 

Artikel 2:73a is volledig aangepast en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2:73a Carbidschieten in de open lucht

  • 1.

    Onder carbidschieten wordt verstaan het in een (melk)bus, container, opslagvat of ander daarmee gelijk te stellen voorwerp op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calcium acetylide (carbid) en water of gasmengsel met vergelijkbare eigenschappen.

  • 2.

    Carbidschieten in de open lucht is verboden.

  • 3.

    Het bevoegde bestuursorgaan kan een ontheffing verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod op 31 december.

  • 4.

    In de ontheffing wordt een locatie en tijdstip opgenomen en gelden de volgende voorwaarden:

     

    • a.

      geen handelingen worden verricht of nagelaten waarvan degene die het carbidschieten verricht weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat daardoor gevaar, schade of hinder kan optreden voor personen of voor de omgeving;

    • b.

      binnen een straal van 100 meter rond de plaats waar het carbidschieten plaatsvindt, in totaal maximaal twee bussen worden gebruikt dan wel gebruiksklaar aanwezig worden gehouden voor carbidschieten;

    • c.

      het vrijschootsveld tenminste 75 meter bedraagt en daarin geen openbare paden en/of wegen zijn gelegen.

  • 5.

    Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

 

Artikel 2:73b zal worden toegevoegd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2:73b Bij zich hebben van carbid

  • 1.

    Het is verboden op of aan de weg carbid bij zich te hebben op andere dagen en tijden dan waarvoor een ontheffing is verleend.

  • 2.

    Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op degenen aan wie carbid is afgeleverd gedurende de tijd die nodig is om thuis te komen, noch op degene die aannemelijk maakt dat hij het carbid nodig heeft in de uitoefening van beroep of bedrijf.

  • 3.

    Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op de houder van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a, gedurende de tijd waarvoor de ontheffing is verleend alsmede een uur daarvoor en een uur daarna.

 

 

Artikel 2:79 zal worden toegevoegd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De burgemeester kan een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid in ieder geval opleggen bij ernstige en herhaaldelijke:

    • a.

      geluid- of geurhinder;

    • b.

      hinder van dieren;

    • c.

      hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

    • d.

      overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

    • e.

      intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

 

 

Artikel 4:6 zal worden toegevoegd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 4:6 Overige geluidhinder

  • 1.

    Het is verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit of de provinciale milieuverordening.

 

 

Artikel 5:8 lid vier zal naast een verwijzing naar lid twee worden aangevuld met een verwijzing naar lid één en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5:8 Grote voertuigen 

  • 4.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

 

 

Artikel 5:12 zal worden gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

  • 1.

    Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • 2.

    Het is verboden fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan.

  • 3.

    Het is verboden om fietsen of bromfietsen, in het belang van het beheer van de openbare ruimte, langer dan veertien dagen onafgebroken in door het college van burgemeester en wethouders aangewezen openbare (brom -) fietsstallingsgebieden te stallen.

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze wijzigingen en Algemene Plaatselijke Verordening 2017 treden in werking op de dag na bekendmaking.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 13 december 2018.

De raad voornoemd,

de griffier,

M. M. de Lange

De voorzitter,

M.C. Junius