Organisatie | Waadhoeke |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling bevoorschotting subsidie gemeente Waadhoeke 2018 |
Citeertitel | Subsidieregeling bevoorschotting subsidie gemeente Waadhoeke 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 23-10-2018 |
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 9 november 2018 beschikbaar via Gemeenteblad 2018, 239528.]
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke, gelet op de Algemene subsidieverordening 2018 gemeente Waadhoeke, besluit vast te stellen de Subsidieregeling bevoorschotting subsidie gemeente Waadhoeke 2018.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Waadhoeke op 23 oktober 2018,
, burgemeester
, secretaris.
Toelichting Subsidieregeling bevoorschotting subsidie gemeente Waadhoeke
In artikel 4:86 en 4:95 van de Awb en in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Waadhoeke 2018 wordt al het een en ander geregeld met betrekking tot de bevoorschotting.
De toegekende subsidie kan op verschillende manieren worden uitbetaald. Er zijn gemeenten die er voor kiezen om de subsidie voor 70, 80 of 90% uit te betalen. Pas bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt dan het restant uitbetaald. De definitieve vaststelling gebeurt altijd achteraf, vaak in het nieuwe kalender- of boekjaar. Deze vaststelling kan pas worden gemaakt als de inhoudelijke en financiële verantwoording bij de gemeente is ontvangen. Sommige gemeenten kiezen ervoor om daarom de subsidie niet voor 100% uit te keren. De gemeente Waadhoeke vindt dat niet wenselijk en betaalt de subsidie (al dan niet in termijnen) voor 100% in het kalender- en boekjaar uit. In het eerste kwartaal 85 % en in het laatste de resterende 15 % van het jaarbedrag.
De hoogte van de uit te betalen subsidies is verschillend. Er zijn bedragen rond de € 100 en groter dan € 400.000. In deze regeling is onderscheid gemaakt tussen subsidies hoger en lager dan € 20.000. Bij subsidieontvangers die minder dan € 20.000 ontvangen gaat het meestal om kleinere verenigingen en stichtingen. Zij willen in een bepaald kalenderjaar uitvoering geven aan hun activiteiten. Voor een aantal subsidieontvangers zullen de activiteiten meestal meteen in het begin van het nieuwe jaar aanvangen, voor de meesten zal dit in de loop van het eerste kwartaal of nog later zijn. De datum 15 februari ligt nog (vrijwel) in het begin van het jaar. De subsidieontvangers komen bij een vroegtijdige uitbetaling niet in liquiditeitsproblemen. Ook vanuit doelmatigheid verdient het de voorkeur om de lagere bedragen in één keer uit te betalen.
De subsidieontvangers die € 20.000 of meer ontvangen zijn vaak de grotere instellingen. Vaak is daarbij sprake van personeelslasten en exploitatiekosten van een gebouw. Deze kosten doen zich niet meteen in volle omvang voor aan het begin van het jaar. Vandaar dat er voor gekozen is om de subsidie per kwartaal te verlenen. Vanuit doelmatigheid is er voor gekozen om dit niet per maand maar per kwartaal te doen.
In uitzonderlijke gevallen kunnen subsidies per maand en/of op een ander tijdstip worden uitbetaald. De liquiditeit van de instelling kan een reden zijn om af te wijken van een algemene stelregel.