Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rectificatie: Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent de heffing en invordering van parkeerbelastingen Verordening parkeerbelastingen 2019 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 11-12-2018 | 858 |
[Deze bekendmaking betreft een rectificatie vanwege het ontbreken van de bijlage bij de oospronkelijke bekendmaking. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 18 december 2018 plaatsgevonden via het Gemeenteblad 2018, 268509.]
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018, nr. 45/8, reg.nr. INTB-18-03832;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 1993 Oldenzaal;
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
elektronisch motorvoertuig: volledig elektronisch personen- of bedrijfsmotorvoertuig met vier of meer wielen, voorzien van een Europese typegoedkeuring of een Plug-in hybride motorvoertuig met vier of meer wielen dat minimaal beschikt over een bereik van ten minste 30 volledig elektronisch aangedreven kilometers en tevens is voorzien van een Europese typegoedkeu-ring;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven als met elektrische motorvoertuigen, als bedoeld in artikel 1, onder c, ten behoeve van het opladen van de batterijen wordt geparkeerd op parkeer apparatuur plaatsen, die zijn ingericht met een oplaadpaal en aangeduid met een E-4 verkeersbord met onderbord, gedurende de tijd dat daadwerkelijk wordt opgeladen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,70.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van parkeerbelasting.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2018,
de griffier,
J.H. Brokers
de voorzitter,
T.J. Schouten
Bijlage 1 Tarieventabel parkeerbelastingen 2019
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2019
Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 11 december 2018, nr.