Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenlanden

Reglement van Orde gemeenteraad gemeente Molenlanden 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde gemeenteraad gemeente Molenlanden 2019
CiteertitelVerordening reglement van orde 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening reglement van orde

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-201901-01-201931-08-2020Nieuwe regeling

02-01-2019

gmb-2019-16187

1000878

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde gemeenteraad gemeente Molenlanden 2019

De raad van de gemeente Molenlanden,

 

gelezen het voorstel;

 

besluit vast te stellen

het Reglement van Orde voor vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2019

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • b.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • c.

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • d.

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • e.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • f.

    voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Het presidium

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de raadsvoorzitter als voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 3.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4.

    Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad, voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

  • 5.

    In het presidium worden onderwerpen besproken waarvan de voorzitter of een ander lid onderlinge bespreking opportuun acht.

  • 6.

    Het presidium stelt de vergadercyclus van raad vast in een vergaderschema.

  • 7.

    Elke fractievoorzitter heeft één stem in het presidium.

  • 8.

    Het presidium vergadert met gesloten deuren.

  • 9.

    De griffier is secretaris van het presidium.

Artikel 3. De agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie die bestaat uit de raadsvoorzitter als voorzitter en de fractievoorzitters. De agendacommissie is een commissie ex artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De leden wijzen elk een raadslid uit eigen fractie aan dat hen bij afwezigheid in de agendacommissie vervangt.

  • 3.

    De agendacommissie kan anderen uitnodigen aan vergaderingen van de agendacommissie deel te nemen.

  • 4.

    Elk lid van de agendacommissie, met inbegrip van de voorzitter van de agendacommissie, heeft éen stem. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter van de agendacommissie.

  • 5.

    De agendacommissie heeft in ieder geval de volgende taken:- het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s (incl. hamerstukken) voor besluitvormende raadsvergaderingen en meningsvormende avonden. - het voorbereiden en vaststellen van de opzet voor de gespreksavonden - het vaststellen van de voorlopige agenda voor vergaderingen als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de Gemeentewet.

  • 6.

    Om een voorstel als hamerstuk aan te merken is unanimiteit vereist.

  • 7.

    De agendacommissie is bevoegd om een voorstel met betrekking tot hantering van spreektijden te doen.

  • 8.

    Vergaderingen van een agendacommissie zijn in beginsel openbaar. De voorzitter van de agendacommissie kan in voorkomende gevallen met instemming van de commissie bepalen dat met gesloten deuren wordt vergaderd.

  • 9.

    De griffier is secretaris van de agendacommissie.

Artikel 4. De griffier

  • 1.

    De griffier is in ieder geval aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van het presidium en de agendacommissie.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beediging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad of de toelating van commissieleden. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6.

    De griffier treedt op als secretaris van de commissie.

Artikel 6. Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 2.

    De griffier treedt op als secretaris van de commissie.

Artikel 7. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de eerste vergadering als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter van de raad.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Besluitvormende raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda

  • 1.

    De voorzitter publiceert -door tussenkomst van de griffie- ten minste 7 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2.

    Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering gepubliceerd.

Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het publiceren van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt, tenzij omtrent de inhoud van de stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

  • 2.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 10. Stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting (van de onderwerpen of voorstellen op de agenda) dienen, worden gelijktijdig met het publiceren van de schriftelijke oproep digitaal beschikbaar gesteld. Als na het publiceren van de schriftelijke oproep stukken digitaal ter beschikking worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden in het raadsinformatiesysteem geplaatst en zijn via de website van de gemeente te raadplegen.

  • 3.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in een besloten omgeving digitaal ter beschikking gesteld, tenzij er gegronde redenen zijn dat in afwijking hiervan de stukken onder berusting van de griffier blijven en op verzoek van de raadsleden inzage wordt verleend.

Artikel 11. Stukken

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden bekendgemaakt door aankondiging in een lokaal weekblad en door plaatsing op de website van de gemeente.

  • 2.

    De openbare bekendmaking vermeldt de datum, aanvangstijd en plaats en de voorlopige agenda van de vergadering.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de burgemeester en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 13. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 6.

    Op uitnodiging kan de wethouder aan het einde van de eerste termijn het woord voeren.

Artikel 14. Aantal spreektermijnen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 15. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over. Het voorstel is aangenomen indien de meerderheid van de raad hiermee instemt.

Artikel 16. Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betrokken spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem/haar gedurende de vergadering waarin dit plaatsvindt over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -indien na heropening de orde opnieuw wordt verstoord- de vergadering sluiten.

Artikel 17. Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers hebben het recht in te spreken over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, kan zich opgeven bij de griffie tot 12.00 uur op de dag van de vergadering, onder vermelding van naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp. Iedere inspreker heeft maximaal vijf minuten spreektijd.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden:a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft open gestaan;b. over benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;c. als een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Paragraaf 3. Stemmingen

Artikel 18. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.

Artikel 19. Beslissing

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 20. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 21. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het verst strekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

  • 5.

    Als aangaande een voorstel een amendement en motie is ingediend, wordt eerst over het amendement gestemd, vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt en tot slot over de motie.

Artikel 22. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 5.

    Het stembureau vergadert achter gesloten deuren.

Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 23. Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor audio-/videoverslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Een audio-/videoverslag:a. omvat de volledige vergaderingb. wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebben gevoerdc. is zo spoedig mogelijk via de website van de gemeente toegankelijk, voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daar niet tegen verzet.

  • 3.

    De besluitenlijst bevat in ieder geval:a. de namen van de voorzitter, de griffier, de raadsleden, en overige deelnemers aan de vergadering,b. een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;d. het genomen besluit;e. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;f. de inhoud van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;g. bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 14 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.h. de toezeggingen van het college, zoals door de voorzitter samengevat.

  • 4.

    De besluitenlijst wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 5.

    Bij het begin van de vergadering wordt -indien mogelijk- de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

Artikel 24. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden via het raadsinformatiesysteem ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    De raad stelt op voorstel van de griffier de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 5. Besloten vergaderingen

Artikel 25. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26. Verslag en besluitenlijst besloten vergadering

  • 1.

    Audio-/videoverslagen en besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen zijn raadpleegbaar via het besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem en het audio-videoverslag is uitsluitend voor de raadsleden te beluisteren.

  • 2.

    De besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het audio-/videoverslag en de besluitenlijst.

Artikel 27. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6. Toehoorders en pers

Artikel 28. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 29. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 2. Bevoegdheden en instrumentenraadsleden

Artikel 30. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 31. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld. Moties vreemd aan de orde dienen bij vaststelling van de agenda aangekondigd te worden.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 32. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter, door tussenkomst van de griffier. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen vier weken nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Een voorstel wordt nadat het college schriftelijke wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hier niet toe te zullen overgaan dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 33. Collegevoorstel

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 34. Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter, door tussenkomst van de griffier. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt -door tussenkomst van de griffier- de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

Artikel 35. Technische vragen raadsvoorstellen

  • 1.

    Raadsleden dienen technische vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval voor aanvang van de meningsvormende of besluitvormende vergadering.

  • 4.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier via het raadsinformatiesysteem ter beschikking gesteld.

Artikel 36. Schriftelijke vragen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 10 werkdagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier via het raadsinformatiesysteem aan de raadsleden beschikbaar gesteld.

  • 5.

    De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering mondeling nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 37. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen 10 werkdagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 38. Vragenhalfuur

  • 1.

    Aan het begin van de vergadering is er een vragenhalfuur waarin vragen gesteld kunnen worden over actuele en urgente onderwerpen. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuur eindigt.

  • 2.

    Bij voorkeur worden onderwerpen voor het vragenhalfuur voor aanvang van de vergadering gemeld bij de griffier.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin (aangemelde) onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige raadsleden.

  • 5.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 6.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 7.

    Vervolgens kan de voorzitter aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 8.

    Tijdens het vragenhalfuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 4. Meningsvormende avond raadsvergaderingen

Paragraaf 6. Algemene bepalingen

Artikel 39. Instelling

De gemeenteraad wordt bij het uitoefenen van zijn taken bijgestaan door een commissie als bedoeld in artikel 82 van de gemeentewet, door middel van een meningsvormende avond.

Artikel 40. Taken

Tijdens de meningsvormende avond:

a. wordt advies uitgebracht aan de raad over die onderwerpen waarop zijn werkzaamheden betrekking hebben;

b. kan advies worden uitgebracht aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

c. wordt overleg gevoerd met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

d. wordt het debat gevoerd over het onderwerp ter voorbereiding op de besluitvorming.

Artikel 41. Samenstelling

  • 1.

    Aan de meningsvormende avond nemen maximaal 27 leden deel. Raadsleden kunnen zich laten vervangen door burgerleden.

  • 2.

    De raad benoemt de voorzitters van de meningsvormende avond en hun plaatsvervangers.

Artikel 42. Benoeming burgerleden

  • 1.

    De raad kan burgerleden benoemen tot lid van de meningsvormende avond.

  • 2.

    Voor benoeming van burgerleden worden geloofsbrieven onderzocht naar analogie van artikel 5 van dit reglement.

  • 3.

    De burgerleden zijn woonachting in de gemeente Molenlanden en vervullen geen functies die met het lidmaatschap onverenigbaar zijn. De regels zoals vermeld in hoofdstuk II van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op burgerleden.

  • 4.

    Op voorstel van een fractie worden maximaal drie burgerleden benoemd en beëdigd in de besluitvormende vergadering.

  • 5.

    Burgerleden zijn gebonden aan de geheimhouding met betrekking tot stukken die vallen onder de geheimhoudingsplicht, zoals geregeld in de gemeentewet.

Artikel 43. Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid en voorzitter van de meningsvormende avond eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid van de meningsvormende avond houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid van de meningsvormende avond ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4.

    De raad kan zijn voorzitters van de meningsvormende avond ontslaan.

  • 5.

    Een lid en voorzitter van de meningsvormende avond kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7.

    Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van burgerleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 44. Raadsadviseur

  • 1.

    De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere meningsvormende avond een op de griffie werkzame raadsadviseur aan.

  • 2.

    De raadsadviseur is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3.

    Een raadsadviseur kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Paragraaf 7. Voorbereidingen

Artikel 45. Voorbereiding

De artikelen 8 tot en met 11 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de voorbereidingen van de meningsvormende avond.

Artikel 46. Technische vragen voorstellen

  • 1.

    Leden van de meningsvormende avond dienen technische vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval voor aanvang van de meningsvormende avond.

  • 4.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier via het raadsinformatiesysteem aan de raadsleden beschikbaar gesteld.

Paragraaf 8. Ter vergadering

Artikel 47. Presentielijst

  • 1.

    De raadsadviseur draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen leden van de meningsvormende avond de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter van de meningsvormende avond en de raadsadviseur door ondertekening vastgesteld.

Artikel 48. Verslag

  • 1.

    Een raadsadviseur draagt zorg voor audio-/video verslagen van vergaderingen.

  • 2.

    Een audio-/video:a. omvat de volledige vergaderingb. wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebbengevoerdc. is zo spoedig mogelijk via de website van de gemeente toegankelijk, voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zicht daar niet tegen verzet.

  • 3.

    Een advieslijst bevat in ieder geval:a. de namen van de voorzitter, de raadsadviseur, de leden van de vergadering en overige deelnemers aan de vergadering. b. een aantekening van welke leden afwezig waren;c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;d. een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;e. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 41 is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.f. toezegging van het college, zoals door de voorzitter samengevat.

  • 4.

    Vastgestelde advieslijsten worden op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 49. Advies; geen stemmingen

  • 1.

    Als op de meningsvormende avond een advies aan de raad wordt uitgebracht, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2.

    In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 50. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij ter vergadering anders wordt beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter van de meningsvormende avond afgesloten.

  • 3.

    Leden van de meningsvormende avond mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid van de meningsvormende avond over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 51. Deelname aan beraadslagingen door anderen

De leden van de meningsvormende avond kunnen op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 52. Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen tijdens de meningsvormende avond het woord voeren over alle onderwerpen die tot het taakveld van de gemeente behoren.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffie onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden. Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes insprekers zijn. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de maximale lengte van een spreektijd.

  • 3.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van de meningsvormende avond hem dit heeft verleend. De deelnemers aan de vergadering wordt toegestaan -via de voorzitter- aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen en met de insprekers van gedachten te wisselen.

  • 4.

    Het woord kan niet gevoerd worden:- over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of open heeft gestaan;- over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;- indien een klacht ex. artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 53. Handhaving orde en schorsing

Artikel 16 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 54. Voorstellen van orde

Leden van de meningsvormende avond kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. Hierover wordt terstond beslist.

Paragraaf 9. Besloten vergaderingen

Artikel 55. Toepassing verordeningen op besloten meningsvormende avonden

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 56. Verslag besloten vergadering

Audio-/video verslagen van besloten vergaderingen worden in het besloten gedeelte van het

raadsinformatiesysteem beschikbaar gesteld. Het audio/-videoverslag is alleen voor de leden van de

meningsvormende avond te beluisteren.

Artikel 57. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de meningsvormende avond die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de meningsvormende avond overleg gevoerd.

Paragraaf 10. Toehoorders en pers

Artikel 58. Toehoorders en pers

De artikel 27 en 28 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 59. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement,

beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 60. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Reglement van orde voor vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2019’.

 

 

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,

gehouden op 2 januari 2019.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

D.R. van der Borg (wnd.)