Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent dienstreizen Regeling dienstreizen gemeente West Betuwe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent dienstreizen Regeling dienstreizen gemeente West Betuwe
CiteertitelRegeling dienstreizen gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deeze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 160 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-201901-01-2020nieuwe regeling

08-01-2019

gmb-2019-15447

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent dienstreizen Regeling dienstreizen gemeente West Betuwe

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe

 

besluit:

 

  • gelet op artikel 160 van Gemeentewet;

  • gelet op artikel 3:21 CAR;

  • gelet op artikel 15:1:22 en artikel 18:1:10 CAR-UWO;

  • na overeenstemming in de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg dd 06 september 2018;

tot het vaststellen van de navolgende regeling

 

 

Regeling dienstreizen gemeente West Betuwe

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

 

werkgever

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe.

 

medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

 

dienstreis

Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst buiten de standplaats, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.

 

standplaats

Het door de werkgever aangewezen adres, waar de medewerker zijn werkzaamheden uitoefent.

 

verblijfkosten

De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Lid 1

De reisafstand voor woon-werkverkeer wordt niet aangemerkt als kilometers in het kader van een dienstreis.

 

Lid 2

Verkeersovertredingen worden niet vergoed.

Artikel 3 Afstand

Lid 1

De afstand voor een dienstreis, anders dan met het openbaar vervoer, wordt bepaald door het gehanteerde E-HRM systeem.

 

Lid 2

De standplaats wordt door de leidinggevende als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt op hele kilometers afgerond.

 

Lid 3

Indien een medewerker een dienstreis maakt die begint of eindigt bij de woning van de medewerker, wordt deze als begin- of eindpunt aangemerkt.

 

Lid 4

Indien lid 3 van toepassing is, wordt het aantal kilometers die de medewerker vergoed krijgt op grond van de regeling reiskostenvergoeding woon- werkverkeer verrekend.

Artikel 4 Vergoeding reiskosten

Lid 1

De medewerker die voor dienstreizen gebruik maakt van het openbaar vervoer krijgt hiervoor een vergoeding op grond van de werkelijk gemaakte kosten van het openbaar vervoer 2e klasse. Eventuele kosten voor de fietsenstalling bij het station worden ook vergoed.

 

Lid 2

Voor dienstreizen die met de eigen auto of motor worden afgelegd, geldt een vergoeding van € 0,37 per kilometer. Hiervan is € 0,19 onbelast en € 0,18 belast.

 

Lid 3

Voor het afleggen van dienstreizen met een ander vervoermiddel, zoals per fiets of scooter, wordt een vergoeding gehanteerd van € 0,10 per kilometer. Dit is een netto vergoeding.

 

Lid 4

Boven de vergoeding als bedoeld in de leden 1 t/m 3 van dit artikel, wordt aan de medewerker vergoed hetgeen door hem is betaald voor parkeerkosten, bruggelden, veerkosten en stallingkosten.

Artikel 5 Vergoeding verblijfkosten

Lid 1

Verblijfkosten komen, met uitzondering van de vergoeding als bedoeld in lid 2 van dit artikel, voor eigen rekening van de medewerker.

 

Lid 2

De medewerker die een dienstreis maakt, met een totale reis- en/of verblijfsduur van 4 uur of langer, en een kleine uitgave doet, ontvangt op declaratiebasis een vergoeding tot maximaal het bedrag conform artikel 5 lid 1 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Declaratie

Uitbetaling van reis- en/of verblijfkosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. Declaraties dienen, zo mogelijk, voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Artikel 7 Termijn

Lid 1

Een declaratie van de in een kalendermaand gemaakte reis- en/of verblijfkosten dient te worden ingeleverd binnen drie maanden na die kalendermaand.

 

Lid 2

Een declaratie voor een vergoeding in reis- en/of verblijfkosten dient binnen een maand na het kalenderjaar, waarop de declaratie betrekking heeft, te worden ingediend.

Artikel 8 Fiscale regelgeving

Lid 1

De maximaal onbelaste vergoeding conform artikel 4 lid 2 van deze regeling is conform het bedrag in het Handboek Loonheffingen 2015 van de Belastingdienst.

 

Lid 2

Indien dit bedrag gewijzigd worden, geldt het bedrag van het dan geldende Handboek Loonheffingen.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling dienstreizen gemeente West Betuwe” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

 

Aldus vastgesteld d.d. 8 januari 2019.

Namens het college van de gemeente West Betuwe,

de burgemeester,

H.W.C.G. Keereweer