Organisatie | Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas houdende regels omtrent bijzondere bijstand Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v. |
Citeertitel | Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v. |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | nieuwe regeling | 20-10-2016 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN BIJZONDERE BIJSTAND
De draagkracht voor de individuele bijzondere bijstand voor de kosten niet voor direct levensonderhoud wordt uitgedrukt in een percentage van de normen, zoals bedoeld in de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet namelijk:
-85% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;
Artikel 5 collectieve ziektekostenverzekering
Aan de door Kompas aangeboden collectieve ziektekostenverzekering kan deelnemen de burger van de gemeenten Nuth, Simpelveld of Voerendaal die:
Burgers welke op 1 januari van een jaar deelnemen aan de collectieve basis en aanvullende ziektekostenverzekering en die een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm, komen per jaar in aanmerking voor een gemeentelijke bijdrage per premiebetalende volwassene van €120,- in de gemeenten Nuth en Simpelveld en van €240 in de gemeente Voerendaal.
Er wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor verplicht of vrijwillig eigen risico van de ziektekostenverzekering.
In de collectieve ziektekostenverzekering per 2016 is geregeld dat mensen geen eigen risico betalen bij de ziektekostenverzekering. Dit bedrag is namelijk meeverzekerd in het pakket, zodat minima geen extra zorgkosten krijgen.
De eigen bijdrage van de Wmo wordt als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan aangemerkt waarvoor met ingang van 2016 geen bijzondere bijstand meer wordt verstrekt. De collectieve (basis en aanvullende) ziektekostenverzekering wordt hier als voorliggende voorziening aangemerkt aangezien genoemde kosten tot maximaal € 400,00 per jaar door deze verzekering worden gedekt.
Artikel 12 vorm van de bijstand
De bijzondere bijstand opgenomen in dit hoofdstuk van deze beleidsregel wordt om niet verstrekt Indexering van de kosten genoemd bij 7 t/m 11 geschiedt conform de Schulinck- indexering, De in dit hoofdstuk beschreven kostensoorten worden steeds voor de duur van 1 kalenderjaar toegekend of voor zoveel korter als noodzakelijk is.
HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN
Artikel 14 duurzame gebruiksgoederen
Indien opties 1 t/m 5 niet mogelijk zijn, dan kan de bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Wel dient vast te staan de belanghebbende de lening niet kan krijgen via de normale kredietverlenende instanties, waaronder de KBL. Een lening bij een kredietverlenende instantie geldt immers als voorliggende voorziening.
Artikel 15 doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting
Als een partner jonger dan 21 jaar achterblijft en de noodzaak tot verblijf in een inrichting is vastgesteld wordt het inkomen van deze partner met bijzondere bijstand levensonderhoud aangevuld tot de toepasselijke bijstandsnorm en dienen de doorlopende vaste lasten te worden voldaan uit diens inkomen.
HOOFDSTUK 4 RECHTSBIJSTAND EN FINANCIELE ZAKEN
Artikel 16 eigen bijdrage rechtsbijstand
Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op de volgende voorliggende voorzieningen:
Rechtshulp van het Juridisch Loket is een voorliggende voorziening op de rechtsbijstand van een advocaat. Vanaf 1 januari 2016 wordt de eigen bijdrage rechtsbijstand voor een advocaat met
€ 51 verlaagd als hulpvrager eerst hulp heeft gevraagd bij het Juridisch Lo¬ket én die hulp heeft geleid tot een diagnosedocument. Als een klant zich niet eerst meldt bij het Juridisch Loket (en dus geen diagnosedocument heeft) zal er geen verlaging van de eigen bijdrage met € 51,-- plaatsvinden.
Op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand komen enkel de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:
Bijzondere bijstand voor budgetbeheer wordt verstrekt ter hoogte van de maximale kosten die de Kredietbank hiervoor in rekening brengt.
HOOFDSTUK 5 LEVENSONDERHOUD & WOONKOSTENTOESLAG
De hoogte van de bijzondere bijstand ex artikel 12 Participatiewet is maximaal het verschil tussen de van toepassing zijnde jongerennormen ex artikel 20 Participatiewet en 50% van de norm als bedoeld in artikel 21 onder b Participatiewet.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Kompas,
gehouden d.d. 20 oktober 2016
De voorzitter,
De secretaris,
Toelichting Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v.
Artikelsgewijze toelichting op de beleidsregel Bijzondere Bijstand
(Alleen artikelen waarbij een toelichting noodzakelijk is, zijn opgenomen)
In deze beleidsregel worden beleidsuitgangspunten vastgelegd. Deze hebben betrekking op zowel bijzondere bijstand op basis van artikel 35 WWB als bovenwettelijk gemeentelijk begunstigend gemeentelijk beleid.
Criteria die bij de beoordeling van bijzondere bijstand beoordeeld worden zijn:
Bijzondere bijstand is alleen mogelijk als:
Van de kosten waarop de aanvraag betrekking heeft dienen nota's overgelegd te worden en offertes ten behoeve van de witgoedregeling mogen niet ouder dan 1 maand zijn.
De gekozen formulering kan op twee manieren worden geïnterpreteerd:
Wij kiezen voor de interpretatie die voor de belanghebbende het gunstigst is.
Door de introductie van de kostendelersnorm ingaande 1 januari 2015 zouden veel mensen die nu recht op bijzondere bijstand hebben dat niet meer hebben, aangezien de kostendelersnorm lager is. Dat willen we niet. Daarom is gezocht naar een systematiek die zoveel mogelijk bestaande rechten respecteert. Dat doen we door bij de vaststelling van de draagkracht géén rekening te houden met de kostendelersnorm, maar uit te gaan van de “reguliere normen” uit artikel 20 t/m 23 van de Participatiewet.
Het is het beleid van het DB of bij de vaststelling van het netto- inkomen rekening wordt gehouden met het recht op vakantietoeslag over dat inkomen en zo ja, op welke wijze de hoogte van de vakantietoeslag wordt bepaald.
Echter: ook indien het DB ervoor heeft gekozen om bij de berekening van het in aanmerking te nemen inkomen de vakantietoeslag buiten beschouwing te laten, geldt dat het inkomen moet worden afgezet tegen de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag.
Daarom is gekozen om het inkomen te nemen inclusie vakantiegeld. Indien bij de uitvoering het vakantiegeld niet bekend is, wordt in het kader van een efficiënte uitvoering een vast percentage aangehouden.
Alle inkomen boven het bedrag als bedoeld in het 2e lid van dit artikel wordt in aanmerking genomen als draagkracht.
Bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken mag het DB enkel de draagkracht berekenen over middelen waarover de belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft (CRvB 01-02-2005, nr. 02/93 NABW). De CRvB neemt hierbij als uitgangspunt dat dit slechts de middelen betreft die op de voet van artikel 295 lid 2 Faillissementswet buiten de boedel worden gelaten. Aangezien dit in de praktijk neerkomt op 90% van de bijstandsnorm, betekent dit dat er in het algemeen geen draagkracht bestaat bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling van toepassing is.
Dit is tevens van toepassing op mensen die in een minnelijk schuldhulpverleningstraject zitten, omdat zij de facto in een zelfde inkomenspositie verkeren.
Bij een periodieke verstrekking over een kortere periode dan 12 maanden wordt de draagkracht slechts verrekend over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt toegekend. De draagkracht over de overige maanden van dat betreffende jaar blijft buiten beschouwing.
Een vastgestelde draagkracht kan gedurende het jaar gewijzigd worden bij een naar het oordeel van het DB ingrijpende wijziging in de financiële omstandigheden. De om deze reden gewijzigde draagkracht heeft geen gevolgen voor de reeds uitbetaalde bijzondere bijstand in dat kalenderjaar tenzij er sprake is van schending inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet.
Een samenwerkingsverband van 19 Zuid-Limburgse gemeenten biedt aan inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid om deel te nemen aan een collectieve ziektekostenverzekering.
Artikel 5 Collectieve ziektekostenverzekering
De Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen ten aanzien van medische kosten.
Onder zelfzorgmiddelen vallen zowel zelfzorggeneesmiddelen als andere medische zelfzorgmiddelen. Een zelfzorgmedicijn of zelfzorggeneesmiddel is een eenvoudig medicijn dat zonder recept verkrijgbaar is, zoals pijnstillers, hoestdranken, neusdruppels, anti- diarreemiddelen, anti- wagenziekte, smeermiddelen tegen spierpijn of pijn na kneuzingen. Voorbeelden zijn paracetamol, ibuprofen, aspirine, trachitol, antimycorica en antacida. Naast zelfzorggeneesmiddelen zijn er ook andere medische zelfzorgmiddelen, zoals apparatuur om de bloeddruk te meten, thermometers etc. De kosten niet voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking.
Lid 3 sub b Reguliere geneeskunde
Bijzondere bijstand is enkel mogelijk voor wetenschappelijk aanvaarde behandelingen waarvoor algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs van geneeskundige effectiviteit geleverd is. De kosten van alternatieve en experimentele geneeswijzen alsmede kwakzalverij komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Lid 3 sub c Behandeling in Nederland
De bijstand is gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel. Dat betekend dat geen vergoeding mogelijk is voor kosten die buiten Nederland gemaakt worden. Alleen wegens zeer dringende redenen kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Er moet dan sprake zijn van een acute noodsituatie.
Lid 3 sub d uitgesloten van verzekering
De Rijksoverheid beslist wat er in het basispakket zit en zorgverzekeraars bepalen wat er in de aanvullende verzekering zit. Als kosten onder beiden zijn uitgesloten vindt er ook geen vergoeding via de bijzondere bijstand plaats. Een bekend voorbeeld van dergelijk niet voor vergoeding aanmerking komende kosten zijn maagzuurremmers en benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen). Maar bijvoorbeeld ook Ivf- behandelingen boven een bepaalde leeftijd.
In de collectieve ziektekostenverzekering is per 2016 geregeld dat mensen geen eigen risico betalen bij de ziektekostenverzekering. Dit bedrag is namelijk meeverzekerd in het pakket, zodat minima geen extra zorgkosten krijgen.
De vergoeding voor maaltijdvoorziening is eenvoudig; als de noodzaak vast staat vergoeden wij een vast bedrag per maand.
Er hoeven dus geen maaltijden meer te worden gedeclareerd. Mensen worden niet echt geïndiceerd maar worden meestal naar de maaltijddienst verwezen door een WMO- consulent, de huisarts enz. Bevestiging van de verwijzer volstaat.
Artikel 9 additionele bewassingskosten en kleding vervanging
Omstandigheden waardoor de kosten bijvoorbeeld noodzakelijk kunnen zijn :
Er is geen bijzondere bijstand mogelijk voor:
Als de garderobe van een belanghebbende volledig vervangen moet worden wordt de Nibud norm voor kleding en schoeisel in acht genomen.
Artikel 15 Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting
Indien een belanghebbende verblijft in een inrichting is er geen bijzondere bijstand mogelijk voor schulden en belastingen.
De Kredietbank Limburg geldt als passende en toereikende voorziening voor budgetbeheer.
Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend als en voor zover:
Er sprake is van noodzakelijke kosten van het bestaan waarin niet kan worden voorzien door het delen van deze kosten met (een) ander(en);
Voor de kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders omdat:
De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders redelijkerwijs niet te gelde te kunnen maken als: