Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur Beleidsregel Wet Bibob Lansingerland 2018 |
Citeertitel | Beleidsregel Wet Bibob Lansingerland 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de bibob-beleidslijn horeca-inrichtingen 2013.
Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.
Deze regeling is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2019 | 01-05-2021 | nieuwe regeling | 20-12-2018 | T18.08545 |
De gemeenteraad heeft op 20 december 2018 de beleidsregel Wet Bibob Lansingerland 2018 vastgesteld en gelijk de Bibob-beleidslijn voor horeca-inrichtingen ingetrokken.
De Wet Bevordering integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur is een bestuursrechtelijk instrument met zowel een preventieve als een repressieve werking. Toepassing van de wet en de Bibob beleidsrichtlijn biedt bescherming tegen het risico dat de gemeente criminele activiteiten faciliteert en beschermt daarmee de concurrentiepositie van bonafide ondernemers.
Deze beleidsregel stelt de gemeente in staat een aanvraag te weigeren of een afgegeven beschikking in te trekken wanneer er ernstig gevaar dreigt dat de vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden.
De beleidsregel Wet Bibob Lansingerland 2018 treedt één dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.
De gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
besluit/besluiten op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht vast te stellen:
de Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur gemeente Lansingerland 2018.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan of zal worden aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer;
eigen onderzoek: de behandeling van een aanvraag waarbij, met toepassing van de wet, door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;
toetsen bij aanleiding: als er signalen zijn dat de gemeente met de handeling ongewenste of criminele activiteiten kan faciliteren als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob voortkomend uit eigen ambtelijke informatie en/of informatie verkregen van het OM (OM-tip) en/of een of meerdere partners binnen het RIEC en/of Landelijk Bureau Bibob. Dan wel dat er aanleiding is om actief navraag te doen bij het Landelijk Bureau Bibob en daaruit blijkt, dat tegen de betrokkene, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Landelijk Bureau Bibob;
Artikel 3 Beschikkingen op grond van de Algemene plaatselijke verordening
De Bibob-toets wordt in beginsel uitgevoerd bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
artikelen 2:24, 2:25, 2:26 van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementen) voor zover het een vechtsportgala, -wedstrijd of -demonstratie betreft (niet zijnde een evenement georganiseerd door / aangesloten bij het NOC/ NSF), een evenement waarbij een outlaw motorcycle gang is betrokken of een grootschalig (dance) evenement waar de integriteit en transparantie rondom organisatiestructuur, zeggenschap en financiële geldstromen ondoorzichtig zijn.
Naast de onder lid 1 sub e genoemde evenementen wordt bij aanleiding ook de Bibob-toets uitgevoerd bij evenementen als:
er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van één van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in de artikelen 11a en 26 juncto 11 van de Wet Bibob, die een aanleiding vormen tot een vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;
Artikel 5 Beschikkingen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bouwactiviteiten (WABO)
De Bibob-toets wordt in beginsel toegepast bij onderstaande aanvragen voor een beschikking als:
het gaat om een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit) en de aanvraag valt onder de risico categorieën horeca-en seksinrichtingen, smart-, head- en growshops, welnessbranche, autobranche, opkopers in gebruikte of ongeregelde goederen, sloopbedrijven, in-en exportbedrijven, motorclubs, fitnesscentra en belwinkels.
Artikel 6 Beschikkingen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) milieuactiviteiten
Uitvoering van de Bibob-toets vindt, in het geval van aanleiding die voortkomt uit eigen ambtelijke informatie of informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet(OM-tip) of informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het RIEC of informatie verkregen van het Landelijk Bureau Bibob, plaats bij een aanvraag voor de volgende beschikkingen op grond van de WABO:
Daarbij is extra aandacht voor de volgende risicocategorieën: transportsector, vuurwerkhandel, auto demontage OBM, op- en overslagbedrijven, afvalbedrijven, inrichtingen voor gebruik en/of opslag van wapens en munitie, tank- en transportreinigingsbedrijven, producenten en leveranciers van bunkerbrandstoffen, inrichtingen waar met meststoffen wordt gewerkt.
Uitvoering van de Bibob-toets vindt, in het geval van aanleiding die voortkomt uit eigen ambtelijke informatie of informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet(OM-tip) of informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het RIEC of informatie verkregen van het Landelijk Bureau Bibob, plaats bij een aanvraag op grond van de vigerende subsidieverordening Lansingerland en de eventuele bijbehorende subsidieregelingen.
Uitvoering van de Bibob-toets vindt in het geval van aanleiding die voortkomt uit eigen ambtelijke informatie of informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet(OM-tip) of informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het RIEC of informatie verkregen van het Landelijk Bureau Bibob plaats bij een aanvraag voor een onttrekkingsvergunning en samenvoegingvergunning zoals bedoeld in artikel 21 van de Huisvestingswet.
Artikel 11 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan dan wel de rechtspersoon met een overheidstaak past de wet in beginsel toe met betrekking tot verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets verzoeken;
Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen allereerst de daartoe gestelde regels van de Awb toegepast worden. Bij volharding zal de weigering worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 jo 3 van de Wet Bibob. De verstrekte vergunning zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.
In de in deze beleidsregel bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob vragenformulieren moeten invullen en inleveren bij het bestuursorgaan. Daarbij moeten ook de documenten worden toegevoegd die in deze formulieren zijn vermeld of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibobvragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag hiervoor. Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren leidt tot het buiten behandeling stellen van de nieuwe aanvraag dan wel de mogelijkheid tot het intrekken van de reeds verstrekte vergunning.
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
In geval een van het Bureau ontvangen advies leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, de overeenkomst niet aan te gaan/te ontbinden, de betrokkene uit te sluiten van deelname, de overheidsopdracht niet te gunnen, dan wel de gegunde overheidsopdracht in te trekken, dan wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau, wordt op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet.
Het bestuursorgaan besluit negatief op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoed- of grondtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet Bibob. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheids-opdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2013.
Indien het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag op de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijze in te brengen. Het voorgaande is ook van toepassing indien het bestuursorgaan of de rechtspersoon voornemens is de beschikking in te trekken dan wel de overeenkomst te beëindigen.