Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beekdaelen

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent integriteit Protocol (mogelijke) integriteitsschendingen door leden van de gemeenteraad of leden van het college van burgemeester en wethouders gemeente Beekdaelen 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeekdaelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent integriteit Protocol (mogelijke) integriteitsschendingen door leden van de gemeenteraad of leden van het college van burgemeester en wethouders gemeente Beekdaelen 2019
CiteertitelProtocol (mogelijke) integriteitsschendingen door leden van de gemeenteraad of leden van het college van burgemeester en wethouders gemeente Beekdaelen 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-2019nieuwe regeling

02-01-2019

gmb-2019-11791

Z.23985 INT.24440

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent integriteit Protocol (mogelijke) integriteitsschendingen door leden van de gemeenteraad of leden van het college van burgemeester en wethouders gemeente Beekdaelen 2019

De raad van de gemeente Beekdaelen

gelezen het voorstel van de griffier;

gelet op artikel 107, lid2 van de Gemeentewet;

besluit PROTOCOL (MOGELIJKE) INTEGRITEITSSCHENDINGEN DOOR LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD OF LEDEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS GEMEENTE Beekdaelen 2019

vast te stellen:

Reikwijdte protocol

Dit protocol moet mede worden bezien in het kader van artikel 170, lid 2 Gemeentewet inzake de zorgplicht van de burgemeester ten aanzien van het bevorderen van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit binnen de gemeente.

Indien collega-bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers een redelijk vermoeden hebben van bestuurlijke schending door een lid van de gemeenteraad of een lid van het college kunnen zij zich melden bij de adviseur integriteit van de gemeente Beekdaelen.

Definities

  • Adviseur Integriteit: de door het college aangestelde functionaris met specifieke kennis en ervaring op het gebied van integriteit;

  • Commissie Integriteit: commissie die gaat over integriteit; een commissie die integriteitsonderzoeken mede begeleidt, de kennis over integriteit binnen de gemeenteraad ontwikkelt en mede de integriteit van leden van de gemeenteraad bevordert. De commissie Integriteit bestaat uit de fractievoorzitters. Deze bezitten stemrecht. Voorts maken de burgemeester, de secretaris en de griffier als adviseurs zonder stemrecht deel uit van de commissie;

  • Integriteitsdriehoek: een overlegplatform tussen burgemeester, griffier, secretaris en de adviseur integriteit. In deze driehoek worden integriteitsmeldingen gewogen en beoordeeld;

  • Integriteitsschending: een gedraging van een lid van de gemeenteraad of een lid van het college die in strijd is met het handelen als ‘goed volksvertegenwoordiger’ of ‘goed bestuurder’. Het kan gaan om feiten die wettelijk strafbaar zijn, maar ook om handelingen in strijd met geschreven of ongeschreven regels;

  • Klankbord: een mee- en tegendenker van een lid van de gemeenteraad of een lid van het college;

  • Melding: het afgeven van een in behandeling te nemen, als zodanig bedoeld, signaal over een (mogelijke) integriteitsschending.

Klankbord bij integriteitsvraagstukken

Leden van de gemeenteraad zoeken actief een klankbord op als zij geconfronteerd worden met (eigen) integriteitsvraagstukken.

Dit klankbord kan men vinden bij de burgemeester, de griffier, iemand binnen de eigen partij of fractie.

Leden van het college zoeken op gelijke wijze actief een klankbord op waarbij tevens gebruik kan worden gemaakt van de Vertrouwenspersoon Integriteit voor Bestuurders (VIB).

Signalering en melding (mogelijke) integriteitsschendingen

 

Melding na signaal

Een (mogelijke) integriteitsschending door een lid van de gemeenteraad of een lid van het college kan gesignaleerd worden door collega-bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers die hier melding van kunnen doen bij een hiervoor aangestelde adviseur integriteit. Een melding hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan over een vaststaand feit. Er kan ook sprake zijn van een vermoeden. Indien de persoon in kwestie een melding doet, moet het echter wel om een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden gaan, gebaseerd op eigen kennis of eigen waarneming. Alleen dan worden de meldingen door de adviseur integriteit in behandeling genomen.

Een melder kan aangeven anoniem te willen blijven.

Leden van de gemeenteraad en leden van het college zijn niet wettelijk verplicht om een integriteitsschending door een lid van de gemeenteraad of een lid van het college te melden. Op grond van artikel 162 Wetboek van Strafvordering zijn leden van de gemeenteraad, leden van het college en ambtenaren alleen verplicht om (bij de politie) aangifte te doen van (ambts)misdrijven.

Bij twijfel of sprake is van een (ambts)misdrijf kan een lid van de gemeenteraad of lid van het college (of ambtenaar) in een vertrouwelijk gesprek advies inwinnen bij de Rijksrecherche.

Meldpunt

De ontvangst van integriteitsmeldingen loopt primair via de adviseur integriteit. Hij is het vertrouwelijke meldpunt voor alle signalen van (mogelijke) integriteitsschendingen door leden van de gemeenteraad of leden van het college. De adviseur integriteit bevestigt schriftelijk de ontvangst van het signaal aan de melder. Deze adviseur is iemand met kennis van en ervaring met integriteitsonderzoeken, niet zijnde een bureau dat onderzoek gaat doen naar integriteitsmeldingen in de gemeente Beekdaelen. De adviseur integriteit houdt na de melding strakke regie op het administratieve proces en zorgt in alle fases voor verslaglegging.

Duiding en beoordeling melding

 

Beoordeling integriteitsmeldingen

De adviseur integriteit bespreekt de integriteitsmeldingen met de burgemeester, de secretaris en de griffier in de integriteitsdriehoek. In de integriteitsdriehoek worden de meldingen gewogen en beoordeeld. De melder wordt te zijner tijd door de adviseur integriteit geïnformeerd over het resultaat van de beoordeling.

Een integriteitsmelding wordt getoetst op:

  • de aard van het feit;

  • de ontvankelijkheid van de melding;

  • de ernst van de zaak;

  • de valideerbaarheid van feiten en omstandigheden;

  • de positie of persoon van de bron en de persoon van het lid van de gemeenteraad of lid van het college in kwestie;

  • de geloofwaardigheid/waarschijnlijkheid van signalen;

  • de spoedeisendheid/actualiteit van de melding.

 

De beoordeling kan leiden tot de volgende conclusies:

  • 1.

    de schending betreft een te gering feit om onderzoek te rechtvaardigen. Als er sprake is van een dergelijke lichte schending bespreekt de adviseur integriteit dit vertrouwelijk met het betrokken lid van de gemeenteraad of lid van het college;

  • 2.

    er zijn onvoldoende aanwijzingen voor onderzoek. Als er onvoldoende aanwijzingen zijn om te constateren dat er sprake is van een integriteitsschending bespreekt de adviseur integriteit dit vertrouwelijk met het betrokken lid van de gemeenteraad of lid van het college;

  • 3.

    er is aanvullende informatie nodig. Als er niet genoeg informatie is om de eventuele schending te kunnen beoordelen, is er vooronderzoek nodig. Dit vooronderzoek vindt plaats in opdracht van de burgemeester;

  • 4.

    er is een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Indien er (tevens) een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, dient door de burgemeester aangifte te worden gedaan bij het OM. Na overleg met de Officier van Justitie (OvJ) worden alle beschikbare gegevens door de burgemeester ter beschikking gesteld aan Justitie. Na aangifte bepaalt de OvJ of nader onderzoek nodig is. Overheden mogen de resultaten van het onderzoek na verkrijging van de OvJ gebruiken om het eigen onderzoek af te ronden. Een bestuursrechtelijk en strafrechtelijk onderzoek sluiten elkaar niet uit. Wel moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat de onderzoekers onnodig in elkaars vaarwater komen of dat betrokkenen dubbel belast worden. Aan het strafrechtelijk onderzoek wordt veelal voorrang gegeven.

  • 5.

    er is een feitenonderzoek naar (mogelijke) integriteitsschendingen noodzakelijk. Integriteitsonderzoek is nodig om te beoordelen of signalen en/of vermoedens over schendingen van integriteit op waarheden en derhalve op redelijke gronden berusten. In overleg met de commissie Integriteit geeft de burgemeester opdracht tot het instellen van een integriteitsonderzoek. Indien het onderzoek zich richt op een gedraging van de burgemeester dan ligt de coördinatie van het onderzoeksproces bij de voorzitter (niet zijnde de burgemeester) c.q. plaatsvervangend voorzitter van de commissie Integriteit.

  • 6.

    er dreigt een schending. Wanneer er geen sprake is van schending, maar bv. een schending dreigt, dan wordt geen onderzoek verricht, maar zal de integriteitsdriehoek dit met het lid van de gemeenteraad of lid van het college vertrouwelijk bespreken.

Overleg integriteitsdriehoek en commissie Integriteit

De integriteitsdriehoek doet periodiek op hoofdlijnen verslag van de meldingshistorie aan de commissie Integriteit. Algemene zaken betreffende integriteit kunnen in het desbetreffende gremium van de gemeenteraad besproken worden.

Indien er sprake is van conclusie 5 (er is feitenonderzoek noodzakelijk) wordt de commissie Integriteit onverwijld ingelicht.

De integriteitsdriehoek bespreekt met de commissie Integriteit of het naast hogere bestuursniveau eveneens al geconsulteerd moet worden, onverlet de verantwoordelijkheden in deze van de burgemeester als Rijksorgaan.

De commissie Integriteit wordt ondersteund door de griffier en kan zich indien gewenst bij laten staan door derden. De burgemeester, de secretaris en griffier nemen, als adviseurs van de commissie Integriteit, deel aan de vergaderingen van de commissie Integriteit. Zij hebben echter geen stemrecht.

Voorbereiding onderzoek

 

Onderzoeksvoorstel

Indien de burgemeester voornemens is een feitenonderzoek in te stellen, legt hij in overleg met de integriteitsdriehoek een onderzoeksvoorstel aan de commissie Integriteit voor.

Opdrachtformulering

Het onderzoeksvoorstel bevat afhankelijk van de zaak de volgende elementen (niet limitatief):

  • aanleiding;

  • afbakening opdracht;

  • gewenst resultaat opdracht;

  • omgang met tussentijdse wijzigingen;

  • onderzoeksvragen;

  • onderzoeksmethoden;

  • wijze verslaglegging van onderzoekshandelingen;

  • voor het onderzoek noodzakelijke kennis;

  • onderzoeksplanning, -capaciteit, -kosten (offerte aanvragen);

  • budget;

  • lijst met mogelijke onderzoeker(s);

  • voorkeur voor interne en/of externe onderzoeker(s);

  • rolverdeling opdrachtgever en opdrachtnemer;

  • inbreng en beperkingen onderzoekers;

  • rechten en plichten onderzoekers;

  • interne en externe communicatie over de voortgang en vervolgstappen;

  • wijze van rapportage (al dan niet inclusief conclusies en aanbevelingen aan de gemeenteraad);

  • procedure hoor en wederhoor;

  • wijze beschikbaarstelling en openbaarmaking van de rapportage en mogelijkheid van het stellen van vragen.

Opdrachtverstrekking

Nadat de commissie Integriteit kennis genomen heeft van het onderzoeksvoorstel verleent de burgemeester schriftelijke opdracht aan de onderzoeker(s) en laat hiervoor een financiële verplichting vastleggen. Onderzoek kan verricht worden door de rekenkamer(commissie) of een extern adviesbureau/externe adviseurs.

Kennisgeving

Uit zorgvuldigheid dragen de integriteitsdriehoek en de commissie Integriteit er zorg voor dat de kring van behandelaars van de melding zo klein mogelijk blijft.

De commissie Integriteit stelt, voor zover de feiten dit toelaten, de melder en het betrokken lid van de gemeenteraad of betrokken lid van het college vertrouwelijk op de hoogte van de aanvang van het onderzoek.

Het is primair aan het lid van de gemeenteraad om de functie als lid van de gemeenteraad, al dan niet tijdelijk, niet uit te oefenen of neer te leggen.

Het is primair aan een lid van het college om zijn functie-uitoefening tijdens een integriteitsonderzoek te beoordelen.

Uitvoering onderzoek

 

Waarborgen voortgang onderzoek

Na de beslissing over het verrichten van onderzoeken bewaakt de burgemeester de voortgang van het onderzoeksproces. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor de wijze waarop (tijd, kwaliteit en budget) het onderzoek plaatsvindt.

Tot het moment van openbaarmaking van het onderzoeksrapport wordt geheimhouding opgelegd op alles wat te maken heeft met het onderzoek.

De burgemeester kan, na overleg met de commissie Integriteit, in (wettelijk) bepaalde gevallen de gemeenteraad voorstellen een lid van de gemeenteraad gedurende het onderzoek te schorsen. Ook kan hij het lid van de gemeenteraad tijdens het onderzoek de toegang tot bepaalde ruimtes ontzeggen dan wel bepaalde ruimtes af schermen.

Ten aanzien van een lid van het college kunnen geen nadere voorstellen tot het nemen van maatregelen gedaan worden.

Rapportage

In de rapportage wordt door de onderzoekers verantwoord op welke wijze zij stapsgewijs hun onderzoek hebben verricht.

Voordat de onderzoekers de rapportage aanbieden aan de opdrachtgever geven zij het lid van de gemeenteraad of het lid van het college, waar onderzoek naar is verricht, de gelegenheid kennis te nemen van het rapport inclusief de bijlagen. Dit gebeurt door hem uit te nodigen om het rapport te komen inzien. Het toepassen van hoor en wederhoor is een wezenlijk onderdeel van de afronding van het onderzoek.

Indien dit lid van de gemeenteraad of lid van het college op- en aanmerkingen heeft, dienen deze schriftelijk te worden vastgelegd en eventueel als een addendum opgenomen te worden in de definitieve onderzoeksrapportage.

De onderzoekers onthouden zich in het rapport en daarbuiten van eigen opvattingen inzake (de consequenties van) de beoordeling van de al dan niet aan de orde zijnde integriteitsschending.

Communicatie

Communicatie over de voortgang van het onderzoek geschiedt, in overleg met de commissie Integriteit, onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.

Afronding onderzoek

 

Bespreking rapportage

De onderzoekers bieden het eindrapport aan de burgemeester aan. Als het een gedraging van de burgemeester betreft, wordt het eindrapport aan de voorzitter c.q. plaatsvervangend voorzitter van de commissie Integriteit aangeboden. Het eindrapport wordt geagendeerd voor een besloten vergadering van de commissie Integriteit waarvoor de adviseur integriteit wordt uitgenodigd. Op basis daarvan wordt door de griffier een raadsvoorstel gemaakt. Het presidium wordt verzocht het rapport te agenderen voor de eerst mogelijke raadsvergadering. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van de onderzoeksgegevens een oordeel te vormen van de feiten.

Nazorg

De integriteitsdriehoek plant na deze raadsvergadering een evaluatiegesprek in met het lid van de gemeenteraad c.q. lid van het college waar onderzoek naar is verricht.

 

de voorzitter,

de griffier,