Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent taalcoaches Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent taalcoaches Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019
CiteertitelSubsidieregeling Project Taalcoaches 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling eindigt van rechtswege op de datum dat de subsidies zijn vastgesteld, te weten: uiterlijk 2 december 2020.

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Project Taalcoaches 2016-2018.

Deze versie van de regeling betreft een rectificatie vanwege een aantal fouten in het besluit. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 15 januari 2019 plaatsgevonden via het Gemeenteblad 2019, 10976.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-2019nieuwe regeling

08-01-2019

gmb-2019-18014

16-01-201926-01-2019nieuwe regeling

08-01-2019

gmb-2019-10976

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent taalcoaches Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

 

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 8 januari 2019 hebben besloten in te stemmen met:

  • 1.

    Het vaststellen van de Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019. De subsidieregeling voorziet in het subsidiëren van vrijwilligersorganisaties voor het vormen van taalkoppels, d.w.z. een taalbehoeftige gekoppeld aan een vrijwillige taalcoach;

  • 2.

    Het vaststellen van de besteding van € 210.292,- voor 2019, waarvan € 202.792,-vastgesteld wordt als subsidieplafond voor de Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019 en een bedrag van €7.500,- bestemd is voor de Vrijwilligerscentrale Amsterdam voor het uitvoeren van wervingsactiviteiten en het onderhouden van de website www.taalcoachwijzer.nl.

  • 3.

    Het laten vervallen van de “Subsidieregeling Project Taalcoaches 2016-2018”, zoals vastgesteld op 15 maart 2016, per 15 januari 2019.

  • 4.

    De commissievoordracht ter kennisname aan de Commissie WIO.

 

Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    taalbehoeftigen: inwoners van Amsterdam die behoefte hebben aan begeleiding van een taalcoach voor het oefenen van de Nederlandse taal;

  • b.

    inwoner: de deelnemer die ingeschreven staat in de Basisadministratie Personen op het opgegeven adres in Amsterdam;

  • c.

    taalcoach: een vrijwilliger die een taalbehoeftige helpt met het oefenen van de Nederlandse taal;

  • d.

    taalkoppel: de activiteit waarbij een taalbehoeftige wordt gekoppeld aan een taalcoach;

  • e.

    vrijwilligersorganisatie: een met naam en adres genoemde organisatie met een maatschappelijke doelstelling zonder winstoogmerk, die met enige regelmaat activiteiten organiseert in het algemeen belang waarbij de uitvoering door vrijwilligers wordt gedaan.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing tenzij hiervan in de subsidieregeling wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen van Amsterdamse taalbehoeftigen door een vrijwillige taalcoach bij het oefenen van de Nederlandse taal om de taalvaardigheid bij de taalbehoeftige te verbeteren en het bereikte taalvaardigheidsniveau te onderhouden.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan eenmalig subsidie verlenen voor het vormen van minimaal 20 nieuwe taalkoppels door de vrijwilligersorganisatie.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen het subsidieplafond vast op 202.792 Euro.

Artikel 6 Maximaal subsidiebedrag

  • 1.

    Het college kan maximaal 50.000 Euro subsidie per aanvraag verlenen.

  • 2.

    Het college kan voorts maximaal 488 Euro subsidie per taalkoppel verlenen.

Artikel 7 Bevoorschotting

De gemeente bevoorschot maximaal 95% van de verleende subsidie.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 8 Volgorde behandeling aanvragen

Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is. (artikel 7, eerste lid ASA 2013)

Artikel 9 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een vrijwilligersorganisatie.

Artikel 10 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5 tweede lid van de ASA, dient de aanvrager de volgende stukken te overleggen:

  • a.

    het profiel van een taalcoach waarin staat beschreven aan welke eisen een taalcoach moet voldoen, als u deze gaat werven;

  • b.

    een gedragscode voor vrijwilligers en/of een algemeen vrijwilligerscontract;

  • c.

    alleen voor organisaties die nog niet in voorgaande jaren subsidie toegekend hebben gekregen voor het Project Taalcoaches: een Plan van aanpak over de wijze waarop de organisatie het Project Taalcoaches wilt gaan opzetten, een omschrijving over welke capaciteiten en ervaringen wordt beschikt en het beschikbare netwerk.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 11 Weigeringsgronden en toetsingscriteria

In aanvulling op artikel 9, lid 2 onder a de ASA 2013 weigert het college geheel of gedeeltelijk subsidie te verlenen als:

  • a.

    de vrijwilligersorganisatie al subsidie ontvangt binnen de gemeente Amsterdam voor dezelfde activiteiten als bedoeld in deze subsidieregeling;

  • b.

    het Plan van Aanpak van de vrijwilligersorganisatie als bedoeld in artikel 9 onder c als onvoldoende wordt beoordeeld op grond van onvoldoende capaciteiten of ervaringen, netwerk of kans van slagen.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de taalkoppels zijn subsidiabel in het jaar waarin het taalkoppel gestart is met de taalcoaching;

  • b.

    de taalcoach ondersteunt de taalbehoeftige minimaal anderhalf uur per week gedurende een periode van ten minste een half jaar;

  • c.

    het taalkoppel spreekt, zoveel mogelijk, de Nederlandse taal met elkaar;

  • d.

    de vrijwilligersorganisatie is verplicht:

    • i.

      Minimaal 30% van de taalcoaches een training over het oefenen van de Nederlandse taal te laten volgen;

    • ii.

      Alle taalcoaches de training “Armoede, signaleren en verder helpen” via Leef en Leer te laten volgen;

    • iii.

      De individuele taalcoaches te stimuleren van het trainingsaanbod, bedoeld in i., gebruik te maken;

  • e.

    de vrijwilligersorganisatie dient eens per zes maanden een kwantitatieve rapportage in met de gegevens van het aantal bereikte taalkoppels, conform het hiervoor vastgestelde format “kwantitatieve rapportage”;

  • f.

    de vrijwilligersorganisatie is verplicht na afloop van de activiteit de "Verklaring Project Taalcoaches 2016-2018" volledig in te vullen;

  • g.

    de vrijwilligersorganisatie is verplicht samen te werken met de Vrijwilligers Centrale Amsterdam;

  • h.

    de vrijwilligersorganisatie is verplicht mee te werken aan het meetbaar maken van het effect van taalcoaching op sociale inclusie;

  • i.

    de vrijwilligersorganisatie volgt de aanwijzingen van de toezichthouder nauwgezet op en is verplicht mee te werken aan het controlebezoek van de toezichthouder.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

  • a.

    een volledig ingevulde en ondertekende "Verklaring Project Taalcoaches 2016-2018" per taalkoppel;

  • b.

    een volledig ingevulde kwantitatieve eindrapportage, waarin in ieder geval opgenomen kwantitatieve informatie over de trainingen: hoeveel taalcoaches een training Armoede hebben gedaan en hoeveel taalcoaches een cursus oefenen van de Nederlandse taal hebben gedaan;

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

Artikel 15 Inwerkingtreding Subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

De subsidieregeling Project Taalcoaches treedt in werking op één dag na publicatie in het gemeenteblad.

Artikel 16: Einddatum subsidieregeling Project Taalcoaches 2019

Deze regeling eindigt van rechtswege op de datum dat de subsidies zijn vastgesteld, te weten: uiterlijk 2 december 2020.

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

burgemeester

Peter Teesink,

gemeentesecretaris

Toelichting bij de subsidieregeling

Voor u ligt de Subsidieregeling Project Taalcoaches voor het jaar 2019. Deze subsidieregeling is een opvolging van de voorgaande subsidieregeling “Project Taalcoaches 2016-2018”.

 

Nieuw in 2019:

De regeling is inhoudelijk vrijwel geheel gelijk gebleven, er zijn een drietal verschillen:

 

  • De subsidieregeling wordt niet meer voor drie jaar vastgesteld maar voor één jaar. Dit komt voort uit de wens deze subsidieregeling te willen vernieuwen. Vanuit de ambities uit het Beleidskader Taaloffensief 2019 – 2022 wordt ingezet op een integrale aanpak binnen de stad, het verstevigen van het taalnetwerk en samenwerking met relevante partijen in de stad, waaronder de stadsdelen. Tevens wordt ingezet op het versterken van de sociale basisvoorzieningen en hebben ook wij te maken met de opdracht van het bestuursakkoord om te komen tot een eenduidige aansturing van organisaties te komen. Omdat met vrijwilligersorganisaties wordt gewerkt is taalcoaching is bij uitstek een onderwerp dat bij kan dragen aan deze ambities en opdrachten. Juist in de stadsdelen wordt veel met vrijwilligers gewerkt en is zicht op organisaties die bij kunnen dragen aan oefenen met taalvrijwilligers. Het samen gaan werken op dit punt is eigenlijk een wenselijke en logische stap. Om veranderingen hierin mogelijk te maken is het nodig om de regeling in de huidige vorm los te kunnen laten en verder te ontwikkelen. We denken in de loop van 2019 deze nieuwe vorm te kunnen vormgeven en het veld te kunnen onderzoeken, in overleg met stadsdelen en relevante partijen. Daarom wordt nu voorgesteld de regeling voor één jaar vast te stellen.

  • Nieuw dit jaar is dat van de subsidie aanvragende instellingen gevraagd wordt dat de taalcoaches eveneens de training “Armoede, signaleren en verder helpen” via Leef en Leer gaan volgen. Deze wijziging komt voort uit de gemeentelijke integrale beleidsaanpak “Aanpak Armoede, Taal en Laaggeletterdheid”, waarbij het college van B&W heeft uitgesproken naast professionals ook zo veel mogelijk taalvrijwilligers te willen trainen over het signaleren van armoedeproblematiek en de doorverwijsmogelijkheden in Amsterdam. Deze aanvullende eis is daarom nu als voorwaarde opgenomen in de subsidieregeling. De organisaties zijn daarom verplicht hierover vragen te beantwoorden in het aanvraagformulier, hierin wordt hun gevraagd te beschrijven hoe aan deze voorwaarden invulling wordt gegeven. Na toekenning zijn zij tevens verplicht hierover te rapporteren in hun eindverantwoordingsverslag.

  • Het maximale bedrag dat een subsidieaanvrager voor een taalkoppel kan krijgen is de afgelopen drie jaar lang gelijk gebleven, namelijk € 475,00. Er was de afgelopen jaren veel onduidelijkheid over de toepassing van accres, maar die is er nu wel (m.n. door de duidelijkere rol en informatieverstrekking vanuit het subsidiebureau). Daarom wordt voorgesteld voor 2019 het vastgestelde accres voor 2019 toe te passen en een maximaal bedrag van € 488,00 per taalkoppel toe te kennen.

Algemeen:

Het Project Taalcoaches koppelt Amsterdammers met een taalbehoefte aan een vrijwilliger, de taalcoach. Samen vormen zij een taalkoppel. Het doel van het project is dat meer vrijwillige taalcoaches en taalbehoeftigen met elkaar in de praktijk actief met het oefenen van de Nederlandse taal aan de slag gaan. Voor taalbehoeftigen verhoogt dit het rendement van een taalcursus of van het zelfstandig (digitaal) leren omdat zij het geleerde in de praktijk kunnen brengen en met het oefenen van de Nederlandse taal aan de slag kunnen gaan; voor vrijwilligers is het een uitdagende manier om een bijdrage te leveren aan de diversiteit en sociale cohesie in de samenleving. Gewoon, door bij de taalbehoeftige of de taalcoach thuis of in de bibliotheek samen bezig te zijn, te praten, te lezen, te schrijven, te lachen en erop uit te gaan.

 

De gemeente Amsterdam vindt het spreken, lezen en schrijven van de Nederlandse taal een belangrijke basisvoorwaarde voor volwaardige participatie in de samenleving. De inzet van vrijwilligers past goed binnen het beleid voor volwasseneneducatie in Amsterdam. Hierin is een belangrijke rol toegekend aan het leren van de Nederlandse taal onder begeleiding van een taalvrijwilliger. Taalvrijwilligers kunnen ondersteuning bieden bij het oefenen leren van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld als maatje bij het zelfstandig leren, maar ook via vrijwilligers in de taalklas.

 

Amsterdam ziet met het project taalcoaches de meerwaarde van de mix van leervormen, d.w.z. het verbinden van drie leervormen: competentiegericht leren bij een professionele aanbieder, zelfstandig leren met digitale leermiddelen en leren met begeleiding van een taalvrijwilliger. De manier waarop iemand het beste leert is afhankelijk van de deelnemer en de aan te leren vaardigheid. Daarom moet er bij iedere deelnemer een zorgvuldige keuze worden gemaakt voor de vorm waarin iemand gaat leren. Soms gaat het daarbij om een combinatie van leren in de klas, zelfstandig leren en oefenen met een taalvrijwilliger. Een andere keer is het de keuze voor één van deze vormen. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van wat iemand al kan: bij studievaardige deelnemers kan bijvoorbeeld het grootste deel van de cursus zelfstandig en digitaal plaatsvinden. Een minder zelfredzame Amsterdammer met weinig taalcontact heeft baat bij intensieve professionele ondersteuning en kan daar nog meer uithalen als er ondersteuning van een taalvrijwilliger bij komt. Het gaat erom steeds te kiezen voor de juiste mix om te zorgen dat het volwassenenonderwijs toegankelijk en ook betaalbaar blijft.

 

De gemeente wil via wetenschappelijk onderzoek het effect van taalcoaching op de sociale inclusie (volwaardige deelname aan de samenleving) in beeld brengen. Daarom wordt het Project Taalcoaches meegenomen in de het onderzoek “Sociale Inclusie” volgens de methodiek van onderzoeker Maurice de Greef.

 

Het Project Taalcoaches wordt sinds 2009 in Amsterdam uitgevoerd, in de jaren 2009 en 2010 met financiering uit rijksmiddelen. Sinds 2011 zet de gemeente Amsterdam het project voort met eigen middelen.

 

Hierna volgt de artikelsgewijze toelichting, daar waar nodig.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1b

De gemeente zal controleren of de deelnemers aan deze subsidieregeling Amsterdammers zijn (= in Amsterdam woonachtig en als zodanig ingeschreven). Minimaal is voor deze controle nodig dat van de deelnemers dan gerapporteerd wordt over: naam, voornaam en voorletters, geboortedatum en volledige adres. Dit zijn de gegevens die van de vrijwilligersorganisaties gevraagd worden op de verklaring en in de rapportage.

Deelnemers die niet staan ingeschreven in de gemeente Amsterdam komen niet in aanmerking voor een taalcoach op grond van deze subsidieregeling. Er zal geen subsidie voor hen worden verstrekt.

 

Artikel 2:

Voor alle subsidieregelingen in Amsterdam is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA 2013) van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken. Dit wordt dan expliciet genoemd. Aanvragers wordt geadviseerd de ASA goed te lezen. Zie voor de tekst van de ASA 2013: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/419314/419314_4.html

 

Artikel 3:

Nadere invulling van het doel van dit project is:

  • het verbeteren van de taalvaardigheid door in de praktijk actief met het spreken van de Nederlandse taal aan de slag te gaan, maar ook met het oefenen van lezen en schrijven;

  • het verhogen van het rendement van het educatief aanbod door dat wat tijdens een taalcursus geleerd is, te oefenen in de praktijk;

  • het ondersteunen van het zelfstandig leren met digitale leermiddelen door begeleiding van een taalvrijwilliger;

  • het onderhouden van het de taalvaardigheidsniveau, door te oefenen met een taalvrijwilliger;

  • meer participeren in de samenleving door het contact met een Amsterdamse taalcoach uit de eigen buurt en door samen op pad te gaan (integratie, sociale inclusie).

Artikel 4:

Om tot het vormen van een taalkoppel te komen wordt van de vrijwilligersorganisatie de volgende activiteiten verwacht:

  • Het werven van geschikte vrijwilligers als taalcoach;

  • Het werven van Amsterdammers die behoefte taalcoach die bij hen past;

  • Het matchen van Amsterdammers die bij de gemeente (Knooppunt E&I) worden aangemeld voor koppeling aan een taalcoach

  • Het begeleiden en trainen van de vrijwillige taalcoaches;

  • Het begeleiden en monitoren van de taalkoppels.

Artikel 11, lid b:

Het plan wordt getoetst aan de criteria: persoonlijke capaciteiten en ervaringen, netwerk, kans van slagen van het project. Hierbij worden de ervaringen van de gemeente met het Project Taalcoaches over de voorgaande jaren meegenomen.

 

Artikel 12, lid b:

Hier staat: De taalcoach ondersteunt de taalbehoeftige minimaal anderhalf uur per week gedurende een periode van ten minste een half jaar. Het college kan hiervan in bijzondere gevallen afwijken.

 

De gemeente hecht belang aan deze minimale periode van taalcoaching, omdat het leereffect dan optimaal is, het leereffect is dan groter is dan gedurende een kortere periode een aantal uren per week elkaar komen. Bij meer uren bij elkaar komen neemt in de regel de concentratie en het leervermogen af. Daarnaast is de ervaring is dat een periode van 26 weken als (te) kort wordt ervaren door zowel taalbehoeftigen als taalcoaches.

 

Als door onvoorziene omstandigheden afspraken uitvallen, bv. door ziekte of vakantie van taalbehoeftige of taalcoach, is het aan de vrijwilligersorganisatie om met het taalkoppel afspraken te maken over het inhalen van gemiste uren en er op toe te zien dat voldaan wordt aan deze voorwaarde. Dit kan eenvoudig, door de taalcoachperiode te verlengen. Deze oplossing, om alsnog aan voorwaarde b te voldoen, heeft de voorkeur van de gemeente. Als een verlenging van de taalcoachperiode niet de voorkeur geniet van de taalbehoeftige en/of de taalcoach, mogen de gemiste uren binnen de oorspronkelijke geplande periode van minimaal 26 weken verdeeld worden over de resterende weken, zodat toch minimaal 39 uren taalcoaching wordt geboden. Dit kan betekenen dat het taalkoppel wekelijks iets langer bij elkaar komt of dat het taalkoppel meerdere keren per week bij elkaar komt. Ook kan een combinatie worden gezocht van een verlenging van de taalcoachperiode met verdeling van de gemiste uren binnen de resterende weken. Uitgangspunt bij het inhalen van gemiste uren moet het belang van de taalbehoeftige zijn. De vrijwilligersorganisatie ziet hierop toe.

 

Artikel 12, lid d

Voor 2019 is de voorwaarde dat minimaal 30% van de taalcoaches van elke vrijwilligersorganisatie getraind is op het gebied van taalcoaching. Tevens wordt van de organisatie verwacht dat zij de individuele taalcoaches zal stimuleren van het trainingsaanbod gebruik te maken;

 

Aan de vrijwilligersorganisatie wordt gevraagd te beschrijven hoe zij invulling geeft aan deze voorwaarden, via het aanvraagformulier. De gemeente Amsterdam beveelt aan voor de training van de taalcoaches gebruik te maken van de vrijwilligerstraining van Taal voor het Leven, omdat deze door taalexperts is ontwikkeld, van goede kwaliteit is, aangepast is aan de NT2 doelgroep en afgestemd kan worden op de wensen en behoeften van de vrijwilligersorganisatie. Daarnaast kan, na het volgen van deze training door de taalcoaches, door elk van de vrijwilligers een beroep gedaan worden op inhoudelijke begeleiding door professionele taaladviseurs. Het is aan de taalcoachorganisatie om de afweging te maken of zij gebruik maakt van de vrijwilligerstraining van Taal voor het Leven of dit op een andere manier inricht.

 

Nieuw dit jaar is dat van de inschrijvende instellingen gevraagd wordt dat de taalcoaches eveneens de training “Armoede, signaleren en verder helpen” via Leef en Leer gaan volgen. Deze wens komt voort uit de gemeentelijke integrale beleidsaanpak “Aanpak Armoede, Taal en Laaggeletterdheid”, waarbij het college van B&W heeft uitgesproken naast professionals ook zo veel mogelijk taalvrijwilligers te willen trainen over het signaleren van armoedeproblematiek en de doorverwijsmogelijkheden in Amsterdam. Deze aanvullende eis is daarom nu opgenomen in de subsidieregeling. De vrijwilligersorganisatie is bij de eindverantwoording verplicht te rapporteren over haar rol, inzet en de resultaten op dit punt, zie hiervoor hoofdstuk 6.

 

Artikel 12, lid f:

Hier staat: De vrijwilligersorganisatie is verplicht na afloop van de activiteit de “Verklaring Project Taalcoaches 2019” volledig in te vullen. Met het woord “volledig” wordt bedoeld dat alle velden op deze verklaring worden ingevuld en dat zowel de deelnemer, de vrijwillige taalcoach als een vertegenwoordiger van de vrijwilligersorganisatie ieder een handtekening zetten en ieder voor zich de verklaring dateren. De inlevering van deze volledig ingevulde verklaring is de belangrijkste voorwaarde voor financiering van elk taalkoppel, omdat hieruit blijkt dat het taalkoppel voldoet aan de voorwaarden dat de taalcoaching gedurende minimaal 26 weken lang wekelijks gedurende minimaal anderhalf uur per week (minimaal 39 uur) heeft plaatsgevonden en dat de taalkoppels gedurende deze periode zijn begeleid door de subsidie ontvangende vrijwilligersorganisatie. De vrijwilligersorganisatie ziet toe op het volledig en op het juiste moment, namelijk achteraf, invullen van de verklaringen. De verklaringen worden ingediend bij de eindverantwoording, zie artikel 12 lid 1.

 

Artikel 12, lid g

De samenwerking met de Vrijwilligers Centrale Amsterdam bestaat onder andere uit de werving van vrijwilligers en taalbehoeftigen, de communicatie over het project en het onderhouden en up-to-date houden van de gezamenlijke website.

 

Artikel 12, lid h

De gemeente wil de effecten van taalcoaching graag meetbaar maken. De vrijwilligersorganisatie is daarom verplicht mee te werken aan het meetbaar maken van het effect van taalcoaching op sociale inclusie d.m.v. vervullen van de daarbij behorende administratieve handelingen. Dit zijn: het door de taalbehoeftige laten invullen van twee vragenlijsten sociale inclusie (één bij de start van de taalcoaching en één vragenlijst bij afronding van de taalcoaching), het zorg dragen voor registratie van de cursistennummers en verzending van de vragenlijsten naar de gemeente na afronding van het taalkoppel. Zie voor verdere informatie de “Instructie afname vragenlijsten taaltrajecten gemeente Amsterdam Sociale inclusie Project” en de beide vragenlijsten. De beide vragenlijsten zijn in diverse talen verkrijgbaar.

 

Vanwege de onderzoeksmethodiek is het afnemen van de tweede vragenlijst gebonden aan een termijn: vanaf het invullen van de eerste vragenlijst moet de termijn tussen het invullen van de 1e en de 2e vragenlijst minimaal 4 maanden en maximaal 6 maanden zijn.

 

Het is belangrijk dat iedere organisatie hier aan bijdraagt, om samen tot voldoende ingevulde lijsten en daarmee een representatieve groep voor het onderzoek te komen.

 

Artikel 12, lid i

De gemeente wil kunnen nagaan of de verleende subsidie goed wordt besteed. Vanaf 2014 is er daarom voor gekozen om ook voor het Project Taalcoaches een service-en controlebezoek door een controleur taaltrajecten in te kunnen zetten. De bezoeken hebben zowel het karakter van service (heeft de vrijwilligersorganisatie vragen, kan de organisatie tips gebruiken, kan geholpen worden met het leggen van contacten binnen de gemeente of binnen de keten van samenwerkingspartners?) als van een controle (voldoet de organisatie aan de voorwaarden die gesteld zijn in deze subsidieregeling en voert zij de werkzaamheden conform het door haar ingevulde aanvraagformulier uit?). De vrijwilligersorganisaties die subsidie aanvragen en gaan ontvangen zijn verplicht mee te meewerken aan een dergelijk controlebezoek en – indien van toepassing – tevens verplicht mee te werken aan verbetering van de daarbij geconstateerde verbeterpunten. De controleur taaltrajecten rapporteert conform een vastgesteld format.

 

Op grond van artikel 18 lid 1 ASA 2013 zijn de taalcontroleurs van Volwasseneneducatie aangewezen als toezichthouders voor deze subsidieregeling.

 

Artikel 13, lid b:

In aanvulling op artikel 14, tweede lid van de ASA 2013 is de vrijwilligersorganisatie verplicht in haar eindverantwoording te rapporteren op welke manier zij de individuele taalcoaches heet gestimuleerd, hoe zij het trainingsaanbod heeft ingevuld, hoe zij dit aan haar taalcoaches heeft aangeboden en of zij voldoet aan de voorwaarde dat aan minimaal 30% van de taalcoaches een trainingsaanbod moet zijn gedaan en dat alle taalcoaches de training “Armoede, signaleren en verder helpen” via Leef en Leer hebben gevolgd. De gemeente vraagt op dit punt het verslag ook cijfermatig aan te vullen op de volgende punten:

  • hoeveel taalcoaches zijn verbonden aan uw organisatie voor het Project Taalcoaches?;

  • hoeveel taalcoaches is een trainingsaanbod gedaan?;

  • hoeveel taalcoaches zijn opgegeven voor de training?;

  • hoeveel taalcoaches zijn daadwerkelijk getraind?;

  • voldoet u daarmee aan de voorwaarde dat minimaal 30% van de vrijwillige taalcoaches getraind is?

  • hoeveel taalcoaches hebben de training “Armoede, signaleren en verder helpen” via Leef en Leer gevolgd? Als niet alle taalcoaches dit hebben gedaan, wat is hiervan de reden?

Artikel 16

De datum van de van de eindverantwoording is vastgesteld op uiterlijk 8 weken na de einddatum van het project. De einddatum van het project is 1 juli 2020, de datum van de eindverantwoording is uiterlijk 26 augustus 2020. Op basis hiervan wordt de einddatum van het project berekend op uiterlijk 14 weken na het indienen van de eindverantwoording. Dit betekent dat de datum waarop uiterlijk alle subsidies zijn vastgesteld (14 weken na 26 augustus 2020) gesteld wordt op 2 december 2020.

Deze datum is gebaseerd op artikel 15 en 16 ASA,