| VHL ‘19 |
Titel 1 Algemene dienstverlening | |
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand | |
1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap: | |
1.1.1.1 | Op maandag om 9.00 of 9.30 uur (kosteloos) | € 0,00 |
1.1.1.2 | Op maandag na 9.30 uur tot 16.00 uur of dinsdag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur | € 305,00 |
1.1.1.3 | Op een tijdstip niet vermeld in artikel 1.1.1.1 of 1.1.1.2 of op een incidentele trouwlocatie | € 856,00 |
| Het college kan dagen uitsluiten voor het voltrekken van een huwelijk/registratie partnerschap. | |
1.1.2 | Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: | |
1.1.2.1 | Op maandag om 9.00 of 9.30 uur (kosteloos) | € 0,00 |
1.1.2.2 | Op maandag na 9.30 uur tot 16.00 uur of dinsdag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur | € 305,00 |
1.1.2.3 | Op een tijdstip niet vermeld in artikel 1.1.2.1 of 1.1.2.2 of op een incidentele trouwlocatie | € 856,0 |
| Het college kan dagen uitsluiten voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk. | |
1.1.3 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek | € 85,75 |
1.1.4 | Het tarief bedraagt voor het laten voltrekken van een huwelijk/geregistreerd partnerschap door een Buitengewoon ambtenaar van de Burgerlijke Stand niet in dienst van de gemeente geldt een toeslag van | € 43,30 |
1.1.5 | Indien bij de voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap gemeenteambtenaren als getuigen optreden, per gemeentelijke getuige bedraagt het tarief | € 25,00 |
1.1.6 | Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: | |
1.1.6.1 | een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering | € 21,95 |
1.1.6.2 | een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering | € 45,65 |
1.1.7 | Het tarief voor de verstrekking van een verklaring van huwelijksbevoegdheid bedraagt | € 23,60 |
1.1.8 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld: | |
1.1.9 | Vervallen | |
1.1.10 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. | |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart | |
1.2 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 66,70 |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 53,00 |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 66,70 |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 53,00 |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 66,70 |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 53,00 |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen | € 53,00 |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 52,20 |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 29,65 |
1.2.6 | voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van | € 48,60 |
1.2.7 | Toeslag bezorging reisdocument (nog juist formuleren) | € 15,30 |
| |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen | |
1.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs | € 39,75 |
1.3.2 | Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van | € 34,10 |
| |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen | |
| |
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | |
1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.4.2.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € 7,50; |
1.4.2.2 | tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: | € 2.519,00 |
1.4.3 | Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen. | |
1.4.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.4.4.1 | tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking | € 7,50 |
1.4.5 | In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen | € 7,50 |
1.4.6 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 23,20 |
* Dit is het maximumtarief. | |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister | |
1.5 | Niet van toepassing | |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens | |
1.6 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 Wet bescherming persoonsgegevens is het bedrag als vermeld in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp. | |
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken | |
| |
1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bestuursstuk: | |
1.7.1.1 | per pagina | € 0,36 |
1.7.1.2 | met een maximum van | €31,40 |
1.7.1.3 | voor een digitaal bestuursstuk | € 0,00; |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie | |
1.8 | Zie hoofdstuk 1.19 | |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken | |
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.9.1 | tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag | € 41,35*; |
1.9.2 | tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn | € 7,50 |
1.9.3 | tot het legaliseren van een handtekening | € 7,50 |
* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016 (tot 1 maart 2016: € 30,05). | |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief | |
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 13,00 |
1.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: | |
| het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
1.10.3 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 | |
| |
1.11 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.11.1 | tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 | € 21,00 |
1.11.2 | tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 op grond van sociale urgentie of mantelzorgindicatie | € 129,00 |
1.11.3 | tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 op grond van medische urgentie | € 175,00 |
Hoofdstuk 12 Leegstandwet | |
1.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.12.1.1 | tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet | € 82,90 |
1.12.1.2 | tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet | € 57,00 |
1.12.2 | Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.] | |
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie | |
1.13 | Niet van toepassing | |
Hoofdstuk 14 Markten | |
1.14 | Niet van toepassing | |
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet | |
| |
1.15 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.15.1 | tot het verkrijgen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet | € 43,- |
1.15.2 | om toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander | € 43,- |
1.15.3 | van een intrekking of wijziging van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing | € 20,- |
Hoofdstuk 16 Kansspelen | |
1.16.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | |
1.16.1.1 | voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat | € 56,50*; |
1.16.1.2 | voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat | € 56,50* |
| en voor iedere volgende kansspelautomaat | € 34,00* |
1.16.1.3 | voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd | € 226,50*; |
1.16.1.4 | voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat | € 226,50* |
| en voor iedere volgende kansspelautomaat | € 136,00* |
1.16.2 | De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. | |
1.16.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) | € 36,00 |
1.16.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening | € 36,00 |
* Dit is het maximumtarief. | |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie | |
| |
1.17.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet | € 285,00 |
1.17.1.1 | indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | € 1,80 |
1.17.1.2 | indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met | € 1,80 |
1.17.1.3 | indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met | € 98,00 |
1.17.1.4 | indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met | € 98,00 |
1.17.1.5 | indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
1.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer | |
1.18 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.18.1 | tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 | € 35,50 |
1.18.2 | tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen | |
1.18.3 | tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | € 125,30 |
1.18.4 | tot het verkrijgen en aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken | € 177,00 |
1.18.5 | tot het tussentijds wijzigen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken; hetzij het aanbrengen van een nieuw kenteken op het onderbord dan wel het verhuizen van een parkeerplaats naar een andere locatie of naar een ander woonadres | € 101,00 |
1.18.6 | voor een ontheffing voor het parkeren van een voertuig in de parkeerschijfzone van Vianen | € 28,20 |
1.18.7 | Overige ontheffingen als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 | € 43,00 |
Hoofdstuk 19 Diversen | |
1.19.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.19.1 | gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina | € 4,45 |
1.19.2 | afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: | |
1.19.2.1 | per pagina op papier van A4-formaat | € 0,35 |
1.19.2.2 | per pagina op papier van een ander formaat | € 1,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | bouwkosten: | |
| Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |
2.1.1.2 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
2.2.1 | tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van Wabo vergunbaar is | € 150,00 |
2.2.2 | de legesbedragen genoemd onder 2.2.1 worden op het totale legesbedrag in mindering gebracht wanneer binnen 6 maanden na afronding van het vooroverleg een aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend, waarbij ontwerpplan nagenoeg gelijk is aan het definitieve ontwerp. | |
2.2.3 | De leges worden niet teruggegeven: | |
| - als er een negatief principestandpunt wordt ingenomen; | |
| - als er wel een positief standpunt is, maar geen aanvraag volgt; | |
| - als er wel een aanvraag volgt maar buiten behandeling wordt gesteld. | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Het moment van indienen van de aanvraag is bepalend voor de hoogte van de leges. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 3,2% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 300,- |
| en een maximum van: | € 320.000,- |
| | |
| Welstandstarieven overgenomen uit brief Dorp, Stad &Land d.d. 7-9-2018 | |
2.3.1.2 | Welstand | -- |
| Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en uit het oogpunt van welstand advies nodig is van de Welstandcommissie wordt het onder 2.3.1.1 bedoelde percentage verhoogd met | 1,8% |
| met een minimum van | € 45,- |
| en een maximum van | € 2.250,- |
| | |
| | |
2.3.1.3 | Verplicht advies agrarische commissie | |
| Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld voor: | - |
2.3.1.3.1 | bouwen op een agrarisch bouwperceel | € 600,- |
2.3.1.3.2 | bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel | € 670,- |
2.3.1.3.3 | Bouwen op niet-bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing | € 785,- |
2.3.1.3.4 | Meerkosten per extra gebouw | € 105,- |
2.3.1.3.5 | Aanvullen doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar na eerste advies | nihil |
2.3.1.3.6 | Overige aanvullende adviezen, per uur | € 96,- |
2.3.1.3.7 | Advies regeling hobbyboer | € 450,- |
2.3.1.3.8 | Advies onttrekken aan agrarische bestemming | € 500,- |
| | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 110% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van | € 1.000,- |
| | |
2.3.1.5 | Landschaps- stedebouw- of andere externe deskundigen | |
| Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens enig voorschrift voor de bedoelde aanvraag een advies van een landschapsdeskundige of andere externe adviseur nodig is en wordt beoordeeld | € 700,- |
| | |
| Aanlegactiviteiten | |
2.3.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 150,- |
| Het bedrag wordt verhoogd indien de aanvraag betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan | |
2.3.2.1 | artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassing verklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast | € 2.000,- |
2.3.2.2 | artikel 3.6 eerste lid onder a of c, of artikel 3.38 vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast | € 350,- |
2.3.2.3 | artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast | € 1.000,- |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 350,- |
2.3.3.3 | van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 350,- |
2.3.3.4 | van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.500,- |
2.3.3.5 | van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 350,- |
2.3.3.6 | van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 350,- |
2.3.3.7 | van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 350,- |
| van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; | |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk : | € 350,- |
| indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 350,- |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 350,- |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 5.500,- |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 350,- |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 350,- |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 350,- |
| | |
2.3.5 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wabo, bedraagt het tarief | € 760,- |
| | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale of gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 260,- |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 140,-. |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Vervallen | |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 240,- |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of de Algemene plaatselijke verordening of bomenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 75,- |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken. | |
| Vervallen | |
| | |
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten | |
| Vervallen | |
| | |
2.3.13 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | |
| Vervallen | |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
| Vervallen | |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.16.1 | voor een milieukundig bodemrapport | € 240,- |
2.3.16.2 | voor een archeologisch bodemrapport | € 850,- |
2.3.16.3 | voor een archeologisch-historisch onderzoek | € 850,- |
2.3.16.4 | voor een historisch bodemonderzoek | € 100,- |
2.3.16.5 | voor een verkennend bodemonderzoek | € 50,- |
2.3.16.6 | voor een akoestisch rapport | € 250,- |
2.3.16.7 | voor de resultaten van een saneringsplan | € 300,- |
2.3.16.8 | voor een nader saneringsplan | |
2.3.16.8.1 | bij saneringskosten van minder dan € 100.000,- | € 400,- |
2.3.16.8.2 | bij saneringskosten van € 100.000,- maar minder dan € 500.000,- | € 800,- |
2.3.16.8.3 | bij saneringskosten van € 500.000,- of meer | € 1.500,- |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: | € 350,- |
2.3.17.2 | Indien een begroting is uitgebracht op basis van een tijdstarief, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 335,- |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 335,-. |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
| |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten. | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | binnen een termijn van 3 weken na het in behandeling nemen | 60% |
2.5.1.2 | na 3 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen | 40% |
2.5.1.3 | na 6 weken en binnen 17 weken na het in behandeling nemen | 20% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 40% |
2.5.1.2 | van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Vervallen | |
| | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Vervallen | |
| | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 of andere door derden in rekening gebrachte kosten volgens deze titel wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
2.5.6 | Verminderingen als bedoeld in deze titel kunnen op verzoek of ambtshalve worden gedaan | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | |
| | |
| Vervallen | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
| Vervallen | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, per uur | |
| met een minimum van | € 75,- |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 1.000,- |
2.8.3 | Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk extern advies moet worden ingewonnen, worden de kosten verhoogd met dit bedrag. Artikel 2.10.3 is van overeenkomstige toepassing. | |
Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving | |
| Vervallen | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 100,- |
| Indien voor een aanvraag | |
2.10.1 | intern werkzaamheden moeten worden verricht op verzoek die niet behoren tot wettelijk verplichte dienstverlening, bedragen de kosten per uur | € 75,- |
2.10.2 | extern werkzaamheden moeten worden verricht of advies ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de advieskosten. | |
2.10.3 | De kosten worden aan aanvrager schriftelijk medegedeeld (begroting) en de opdracht niet verstrekt tot na de vijfde werkdag na de dag waarop de kosten aan aanvrager ter kennis zijn gebracht. | |