Organisatie | Gemert-Bakel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2012 | 24-05-2012 | art. 5, 6, 7 | 12-01-2012 | Onbekend | |
16-05-2009 | 01-01-2009 | 18-01-2012 | nieuwe regeling | 02-04-2009 Gemeenteblad, 2009, 10 | Onbekend |
DE RAAD DER GEMEENTE GEMERT-BAKEL,
Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van de langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 januari 2009;
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de Wet Werk en Bijstand gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 101 procent van de bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
In de situatie dat de aanvrager inkomsten heeft verzwegen en als gevolg hiervan is aan de aanvrager ten onrechte een uitkering levensonderhoud verstrekt, is er sprake van de situatie dat belanghebbende in een bepaalde maand een inkomen heeft genoten boven 101% van de bijstandsnorm. Hierdoor bestaat er gedurende de referteperiode geen recht op de toeslag. Hieraan verandert niets wanneer de ten onrechte verstrekte uitkering later is teruggevorderd.
Artikel 3 Hoogte van de toeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op de toeslag op grond van artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met het percentage, afgerond op één cijfer achter de komma, waarmee de gehuwdennorm, als bedoeld in artikel 21 onder a van de wet, per 1 januari is gestegen ten opzichte van het voorafgaande jaar, naar boven afgerond op hele euro’s.
In deze verordening wordt onder ‘laag inkomen’ als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet, verstaan: een inkomen tot 101% van de toepasselijke bijstandsnorm.
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.