Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent commissie bezwaar- en klaagschriften Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften gemeente Noordwijk |
Citeertitel | Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften gemeente Noordwijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening commissie bezwaarschriften, de Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout en de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2014.
artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-01-2019 | nieuwe regeling | 02-01-2019 |
Een mondelinge klacht dient te worden ingediend bij de secretaris van de commissie. In geval van een mondelinge klacht tegen een bestuursorgaan, de griffier of de gemeentesecretaris wordt deze doorgestuurd naar de burgemeester of - in geval van een klacht tegen de burgemeester, naar de locoburgemeester;
Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist, voor zover het budget, dat in de gemeentebegroting aan de commissie voor de bezwaarschriften is toegekend, voor het inwinnen van advies of inlichtingen niet toereikend is.
Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste de voorzitter en één van de leden van de commissie aanwezig zijn, evenals de secretaris of zijn plaatsvervanger.
Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling
De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift of klaagschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen;
De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 21 Intrekking oude regelingen
De Verordening commissie bezwaarschriften, de Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout en de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2014 worden ingetrokken.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
In artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is omschreven wat onder het maken van bezwaar dient te worden verstaan en in artikel 9:4, eerste lid, van de Awb is neergelegd aan welke eisen een klaagschrift moet voldoen.
In artikel 9:4, tweede lid, van de Awb wordt de taak van de commissie ten aanzien van ingediende bezwaarschriften en klaagschriften nader geduid. De commissie is bevoegd het betreffende bestuursorgaan te adviseren ten aanzien van alle inkomende bezwaarschriften, uitgezonderd de bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen, de Wet waardering onroerende zaken of besluiten die in mandaat door de Omgevingsdienst West-Holland zijn genomen.
Tevens is de commissie bevoegd het dagelijks bestuur te adviseren inzake alle ontvangen klaagschriften, die zich richten tegen een gedraging van een van de bestuursorganen.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
De zittingsduur van de leden van de commissie is in deze verordening gemaximeerd tot acht jaar, inclusief herbenoeming. De leden van de commissie worden in principe benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen voor een periode van maximaal vier jaar worden herbenoemd. Benoeming, dan wel herbenoeming van de leden geschiedt ingaande 1 januari van een kalenderjaar, met uitzondering van benoeming in geval van een tussentijdse vacature.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Onder mondelinge klachten worden ook telefonische klachten verstaan.
De schriftelijke klachten worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders en vertrouwelijk geregistreerd.
De in dit artikel opgenomen bevoegdheden gaan over de volgende zaken:
De activiteiten van de commissie of haar voorzitter bij de voorbereiding van de te behandelen zaken kunnen kosten met zich brengen. Daarbij vallen gewone en bijzondere kosten te onderscheiden. Bij gewone kosten kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de vergoedingen voor de leden. Het inschakelen van externe deskundigen zal bijzondere kosten met zich brengen. Deze kosten komen ten laste van de gemeentebegroting. Normaal gesproken is in de begroting voorzien in de normale kosten van een commissie.
Dat kan anders liggen als het om bijzondere kosten gaat. Aangezien het college is blast met de uitvoering van de begroting, ligt het in de rede dat bijzondere kosten niet gemaakt worden voordat het college de gelegenheid heeft gehad dit te toetsen aan een begrotingspost. Om deze reden is in deze bepaling voor de kosten van getuigen of deskundigen een machtiging vooraf geïntroduceerd. Uiteraard mag het niet zo zijn dat het college door toetsing het werk van de commissie frustreert en haar onafhankelijke positie hierdoor aantast.
De artikelen 7:3 en 9:10 van de Awb geven aan in welke gevallen van het horen van betrokkene(n) kan worden afgezien. De bevoegdheid om van het horen af te zien wordt door de verordening toegekend aan de voorzitter van de commissie.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Uitgangspunt is dat de zitting in bezwaar openbaar is, met uitzondering van de hoorzitting waarin een klacht wordt behandeld. Uitzondering op de regel van een openbare hoorzitting bij bezwaren is mogelijk, bijvoorbeeld indien bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen.
Gezien de betekenis van de hoorzitting in het kader van de besluitvorming in de bezwaarfase, ligt het voor de hand (hoewel niet voorgeschreven in de Awb) dat het verslag van de zitting uiterlijk gelijktijdig met de beslissing op het bezwaar of met de kennisgeving van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht aan betrokkene(n) wordt toegezonden.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
In artikel 7:11 van de Awb is bepaald dat, indien het bezwaar ontvankelijk is, een heroverweging van het bestreden besluit dient plaats te vinden. Is een bezwaar niet ontvankelijk, dan komt het bestuursorgaan aan heroverweging niet toe. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in plaats daarvan een nieuw besluit. Dit nieuwe besluit treedt daarmee in de plaats van het oorspronkelijke (bestreden) besluit. Omdat in het verleden bestuursorganen nogal eens bij de beslissing op bezwaar louter toetsten op rechtmatigheid, is door de wetgever in artikel 7:11, eerste lid, van de Awb vastgelegd dat het om een heroverweging gaat. Dat betekent dat de toetsing niet beperkt moet blijven tot vragen van rechtmatigheid, maar zich, binnen de grenzen van de wet, ook uit dient te strekken tot beleidsmatige en bestuurlijke aspecten. De heroverweging dient ex nunc plaats te vinden, dat wil zeggen dat rekening gehouden moet worden met inmiddels gewijzigde feiten en omstandigheden. De feiten en omstandigheden van het moment waarop het nieuwe besluit wordt genomen zijn van belang.
Daarnaast dient de heroverweging op grondslag van het bezwaar te geschieden. Hieruit vloeit voort dat die onderdelen van het besluit die geheel los van de aangevoerde bezwaren staan, in beginsel buiten beschouwing blijven. Het bestuursorgaan zal daarbij de naar voren gebrachte bezwaren voldoende ruim moeten opvatten. Indien bijvoorbeeld tijdens de hoorzitting blijkt dat deze, ondanks een beperkte omschrijving in het bezwaarschrift, ruimer bedoeld zijn, dan zal daarmee rekening gehouden moeten worden. Verder is de bedoeling van deze bepaling dat de bezwaarprocedure niet leidt tot verslechtering van de positie van degene die bezwaar maakt (verbod van reformatio in peius). Natuurlijk staat dit er niet aan in de weg dat als een derde bezwaar maakt tegen bijvoorbeeld een afgegeven vergunning, die bezwaren gehonoreerd kunnen worden.
De invulling van het jaarverslag is aan de commissie gelaten. Voor de hand ligt dat wordt aangegeven hoeveel bezwaarschriften en klachten zijn ingediend, hoeveel adviezen zijn uitgebracht, de inhoud van de adviezen (niet-ontvankelijk, ongegrond of (deels) gegrond), of het bestuursorgaan conform of contrair heeft beslist, in hoeveel gevallen beroep of hoger beroep is ingediend en wat hiervan de uitkomst was.
Dit artikel behoeft geen toelichting.