Organisatie | Westerkwartier |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westerkwartier 2019 |
Citeertitel | Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westerkwartier 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2019 | Wijziging artikelen 9, 12, 15 en 48. | 11-12-2019 | |||
08-01-2019 | 01-01-2019 | 21-12-2019 | Nieuwe regeling | 02-01-2019 |
De raad van de gemeente Westerkwartier, in vergadering bijeen d.d. 2 januari 2019,
gelezen het voorstel van de Raadsgroep Herindeling d.d. 15 november 2018;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
vast te stellen het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westerkwartier 2019.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 4. Fractievoorzittersoverleg
Het fractievoorzittersoverleg heeft verder als doel het uitwisselen van informatie, het adviseren van de voorzitter van de raad, de planning/afspraken van de raadsactiviteiten, het bespreken van de Lange Termijn Agenda, het bespreken van aangelegenheden inzake het functioneren van de raad betreffende de raadsvergaderingen, de raadsoverleggen en raadsbijeenkomsten.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Artikel 6. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in, bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
Wanneer boven de kandidatenlijst een aanduiding (tenaamstelling) was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Wanneer geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de nieuw verkozen raad aan de voorzitter mee welke naam de fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijd van vergaderen; voorbereidingen; college
De agenda wordt eveneens verzonden aan het college, dat hiermee uitgenodigd is in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.
Artikel 12. Beschikbaarstelling van stukken
Een ingekomen stuk waarover de raad naar het oordeel van het fractievoorzittersoverleg een besluit ter afdoening dient te nemen of anderszins over dient te spreken, wordt met een afdoenings-voorstel van de voorzitter en griffier aan de raad voorgelegd en behandeld in de eerstvolgende raadsvergadering. In voorkomende gevallen kan het fractie-voorzittersoverleg een af-doeningsvoorstel formuleren.
Paragraaf 2 Raadsoverleggen en raadsactiviteiten
Artikel 15. Raadsoverleggen en raadsactiviteiten
Behalve een raadsvergadering kan er ook een raadsoverleg of raadsactiviteit worden belegd. Raadsoverleggen vinden in de regel eens per vier weken plaats op de woensdag twee weken voorafgaande aan de raadsvergadering. Raadsactiviteiten vinden in de regel eens per twee weken plaats op de woensdagen wanneer er geen raadsoverleggen en raadsvergaderingen zijn.
Artikel 17. (Raadsleden en hun) fractieassistenten
Een fractie die niet bij een raadsoverleg aanwezig kan zijn, kan samenwerking zoeken met een gelijkgestemde fractie die namens beide partijen het woord voert of kan zijn bijdrage bij de griffier inleveren, die zorgt voor verspreiding onder de bij de bespreking aanwezige raadsleden en fractieassistenten en voor opneming in de afsprakenlijst.
Artikel 21. Spreken derden in het raadsoverleg
Voor een raadsoverleg kunnen aanwezige belanghebbenden en/of deskundigen worden uitgenodigd om over geagendeerde onderwerpen mee te spreken. Zij worden bij het betreffende agendapunt als eerste in de gelegenheid gesteld het woord te voeren. Vervolgens krijgen de deelnemers aan het raadsoverleg het woord en daarna de portefeuillehouder. Dit geldt zowel voor de beraadslagingen in eerste, als voor die in de tweede termijn. Op voorstel van de voorzitter van het raadsoverleg kunnen de deelnemers aan het raadsoverleg besluiten van deze spreekvolgorde af te wijken.
Paragraaf 3. De raadsvergadering
De leden van het college en overige aanwezigen spreken tot de voorzitter vanaf het spreekgestoelte tenzij de voorzitter toestaat dat zij vanaf hun zitplaatsen spreken.
De voorzitter roept een spreker tot de orde als hij zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort. Wanneer de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een raadslid of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde de raads- en collegeleden de gelegenheid te geven tot nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode is verstreken.
Artikel 34. Opsplitsing van de beraadslaging
De raad kan op voorstel van de voorzitter of een raadslid besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
Paragraaf 4 Procedures bij stemmingen
Artikel 37. Stemming over zaken
Voordat hoofdelijke stemming plaatsvindt, bepaalt de voorzitter bij loting een volgnummer van de presentielijst. Bij het daar genoemde raadslid begint de hoofdelijke stemming tijdens de vergadering. De voorzitter of de griffier roept de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen naar de volgorde van de presentielijst.
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig raadslid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 van de Gemeentewet, in alle voorkomende gevallen verplicht zijn stem uit te brengen door uitsluitend het woord “voor” of “tegen” uit te spreken, zonder enige toevoeging.
Heeft een raadslid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Merkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 39. Stemming over personen
Artikel 41. Herstemming over personen
Een derde stemming volgt als na de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald. Deze derde stemming gaat tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben behaald. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4 Rechten van raadsleden
Ieder raadslid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen over amendementen die ingediend zijn door raadsleden, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn, kan worden beraadslaagd.
Een (sub)amendement en een voorstel tot splitsing van een geagendeerd voorstel moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend om in behandeling genomen te kunnen worden, tenzij de voorzitter -met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde- oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.
Artikel 47. Initiatiefvoorstel
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behalve in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen.
De griffier brengt de inhoud van het verzoek ter kennis van de overige raadsleden en het college. Bij het vaststellen van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek ingebracht. De raad besluit over de toelating van het verzoek en bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 49. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen na de dag van ontvangst. Wanneer beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, zendt het college de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording plaats zal vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Hoofdstuk 5 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 53. Verslag; verantwoording
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht, eventueel in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende bijeenkomst.
Wanneer een raadslid, een wethouder, de burgemeester of secretaris, als lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, er niet toe leidt dat betrokkene zijn ontslag daartoe indient, kan de raad besluiten tot ontslag als lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan.
Hoofdstuk 6 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen in hoofdstuk III paragraaf 3 van dit reglement welke gelden voor een openbare vergadering van overeenkomstige toepassing.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 57. Opheffing geheimhouding
Wanneer de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, wanneer daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 7 Toehoorders en pers
Artikel 58. Toehoorders en pers
Wanneer de ruimte op de publieke tribune tijdens de raadsvergadering of het raadsoverleg ontoereikend is, neemt de voorzitter respectievelijk de voorzitter van het raadsoverleg de nodige maatregelen om de overige toehoorders, voor zover mogelijk, in de gelegenheid te stellen het verloop van de vergadering elders te volgen.
Artikel 59. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering en/of raadsoverleg geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter respectievelijk de voorzitter van het raadsoverleg en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Artikel 60. Maatregelen van orde
Als de voorzitter of de voorzitter van het raadsoverleg dit nodig oordeelt, kan hij de raadsvergadering respectievelijk het raadsoverleg voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de openbare orde op de publieke tribune. Hij kan zo nodig de publieke tribune laten ontruimen.