Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Edam-Volendam gelegen aan de Matthijs Tinxgracht te Edam |
Citeertitel | Beheersverordening op de Algemene begraafplaats 1994 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de lijkbezorging, Gemeentewet artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1994 | 22-11-2011 | Nieuwe regeling | 23-12-1993 Onbekend | 209-93 |
De raad der gemeente Edam-Volendam;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 1993, no. 209-93;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaats;
gelet op artikel 7, 21, 26-29 en 38, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging, artikel 168 (149 nieuw) van de gemeentewet en de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht;
vast te stellen de volgende:VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS VAN DE GEMEENTE EDAM-VOLENDAM GELEGEN AAN DE MATTHIJS TINXGRACHT TE EDAM.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling
niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De
nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt.
De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.
Artikel 13 Termijnen eigen graven
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daar voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een
ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige leden bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 17 Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaats hebben, of asbus worden
bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Artikel 18 Vergunning grafbedekking
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daarvoor tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft gedaan bij de beheerder.
Artikel 20 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekendgemaakt,
tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. De
aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter
beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 21a Onderhoud door de gemeente
Indien bij controle voor het betalen van het recht enig gebrek wordt geconstateerd aan de voorwerpen of de beplanting, voor het onderhoud waarvan het recht is verschuldigd, wordt dit aan de aanvrager bekend gemaakt onder mededeling, dat eerst de nodige herstellingen
moeten zijn verricht, alvorens het recht kan worden aanvaard.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hem bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze wederom in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnennis kan de beheerder vragen de urn ter beschikking te houden om elders bij te zetten of de as te doen verstrooien.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 28 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Overtreding van de artikelen van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie, terwijl bovendien als straf openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak kan worden opgelegd.