Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Verordening commissie bezwaarschriften Het Hogeland 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften Het Hogeland 2019
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling ook door bestuursorganen college en burgemeester vastgesteld

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
  3. artikel 149 van de Gemeentewet
  4. afdeling 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. afdeling 7.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201901-01-2019Nieuwe regeling

02-01-2019

gmb-2019-2468

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Het Hogeland 2019

 

De raad, het college van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester van de gemeente Het Hogeland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op artikel 84 Gemeentewet, 147 en 149 Gemeentewet en afdeling 7.1 en 7.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

besluiten de Verordening commissie bezwaarschriften Het Hogeland 2019 vast te stellen.

 

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders Het Hogeland;

  • c.

    Commissie: vaste commissie (ex artikel 84 van Gemeentewet) van advies voor de bezwaarschriften;

  • d.

    Kamer: onderdeel van de commissie, belast met advisering over specifieke bezwaarschriften;

  • e.

    Raad: de Gemeenteraad Het Hogeland;

  • f.

    Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie waaraan advies kan worden gevraagd over bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    Indien advies wordt gevraagd als bedoeld in het eerste lid, wordt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      Een wettelijk voorschrift inzake belastingen;

    • b.

      De Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en een genoegzaam aantal leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het College

  • 2.

    De commissie bestaat uit drie kamers:

    • a.

      De Sociale kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op het gebied van het Sociaal Domein;

    • b.

      De Personele kamer: deze kamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten en handelingen op het terrein van de rechtspositie van ambtenaren en de rechtspositie van de SW-medewerkers;

    • c.

      De Algemene kamer: deze kamer bereidt adviezen voor van alle bezwaren die niet tot de taak van de sociale kamer dan wel de personele kamer behoren.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit een (kamer)voorzitter en ten minste twee leden.

  • 4.

    De commissie regelt de plaatsvervanging van de (kamer)voorzitter en leden.

  • 5.

    De voorzitter en de leden maken geen deel uit van of zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Het Hogeland.

Artikel 4. Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college kan één of meerdere secretarissen en tevens één of meer plaatsvervangers aanwijzen.

  • 3.

    De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Indien sprake is van een herbenoeming van minimaal twee derde van de leden, geldt dat het college in overleg met de commissie een rooster van aftreden opstelt teneinde de continuïteit van de commissie te borgen. Dit rooster is zodanig ingericht dat de leden niet gelijktijdig aftreden.

Artikel 6. Minnelijk schikken en (pre-)mediation

  • 1.

    De secretaris van de commissie kan in overleg met de voorzitter, na ontvangst van een bezwaarschrift dat behandeling in de commissie behoeft, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden opgelost. De secretaris en de medewerker(s) van de behandelende afdeling verrichten daartoe de nodige handelingen.

  • 2.

    Indien de voorzitter en de leden van een kamer tijdens de zitting vaststellen dat partijen wensen te onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden opgelost is het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, voor zover mogelijk, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolgde de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris in overleg met de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 8. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de kamer is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De Algemene kamer of de Sociale kamer laat zo nodig ter plaatse een bezichtiging houden ten overstaan van belanghebbenden. Van deze plaatsopneming ontvangen belanghebbenden tijdig bericht.

  • 3.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

  • 4.

    Indien kosten zijn verbonden aan het vermelde in lid 1 tot en met 3, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9. Hoorzitting

  • 1.

    De secretaris bepaalt, eventueel in overleg met de voorzitter, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De kamer van de commissie vergadert zo vaak de secretaris of de voorzitter haar bijeen roept.

  • 3.

    De voorzitter beslist, eventueel in overleg met de secretaris, over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 4.

    Indien de voorzitter op grond van sub e van artikel 7:3 van de Awb besluit van het horen af te zien, doet hij via de secretaris daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10. Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De belanghebbenden en het verwerend orgaan worden ten minste tien dagen voor de zitting schriftelijk uitgenodigd door de secretaris.

  • 2.

    Binnen vier dagen na verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de secretaris, eventueel in overleg met de voorzitter, op dit verzoek wordt uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede of derde lid.

Artikel 11. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.

Artikel 12. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13. Openbaarheid zitting

De commissie beslist of het horen in het openbaar plaatsvindt.

Artikel 14. Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

  • 3.

    De leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op het verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1.

    De kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Indien in het bezwaarschrift een verzoek om proceskostenvergoeding is opgenomen omvat het advies tevens een beoordeling van dat verzoek.

  • 7.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer ondertekend.

Artikel 18. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks voor 1 mei aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Tezamen met het jaarverslag kan de commissie een brief met aanbevelingen aan het college toezenden, ter verhoging van de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen.

Artikel 19. Intrekking oude verordening

De Verordening Intergemeentelijke Commissie Bezwaarschriften gemeenten Bedum, De Marne, Winsum 2011, op 21 april 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente Bedum, op 19 april 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente De Marne en op 12 april 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum en de Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften van de gemeente Eemsmond, vastgesteld op 31 januari 2002, worden ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze verordening is ook van toepassing op bezwaarschriften die voor 1 januari 2019 bij de gemeente Bedum, De Marne, Eemsmond of Winsum zijn ingediend en die nog niet in handen zijn gesteld van een Commissie.

Aldus vastgesteld door de raad van Het Hogeland op 2 januari 2019

De voorzitter, Henk Jan Bolding

De griffier, Pieter Norder