Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Besluit van het hoofd en de teamleider van de afdeling Belastingen en Financiële Administratie van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent Mandaat invorderingsbevoegdheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het hoofd en de teamleider van de afdeling Belastingen en Financiële Administratie van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent Mandaat invorderingsbevoegdheden
CiteertitelMandaat invorderingsbevoegdheden
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-11-2019nieuwe regeling

20-11-2018

gmb-2018-283408

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het hoofd en de teamleider van de afdeling Belastingen en Financiële Administratie van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent Mandaat invorderingsbevoegdheden

Het hoofd en de teamleider van de afdeling Belastingen en Financiële Administratie, in de hoedanigheid van gemeenteambtenaar ex artikel 231, tweede lid, onderdeel c Gemeentewet;

 

B E S L U I T ;
  • 1.

    het hoofd van de afdeling Publiek te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

    alle handelingen ter zake van de invordering van leges en begraafrechten, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 12, 19, 25, 49 en 51 van de Invorderingswet 1990;

  • 2.

    het hoofd van de afdeling Ontwikkeling te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

    alle handelingen ter zake van de invordering van, voor de afdeling relevante, leges en marktgelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 12, 19, 25, 49 en 51 van de Invorderingswet 1990;

  • 3.

    het hoofd van de afdeling Openbare Werken te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

    alle handelingen ter zake van de invordering van, voor de afdeling relevante, leges en straat-, kade- en havengelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 12, 19, 25, 49 en 51 van de Invorderingswet 1990;

  • 4.

    het hoofd van de afdeling Bestuursondersteuning te mandateren om namens hem op te treden in de volgende situaties:

    alle handelingen ter zake van de invordering van leges, parkeerbelastingen en straat- haven- en kadegelden, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 12, 19, 25, 49 en 51 van de Invorderingswet 1990;

  • 5.

    de senior medewerker Invordering van de afdeling Belastingen en Financiële Administratie om namens hem op te treden bijalle handelingen ter zake de invordering als bedoeld in artikel 25 van de algemene wet inzake de Rijksbelastingen terzake Onroerende-zaakbelasting, Hondenbelasting, Forensenbelasting, Parkeerbelasting, Recognities, Reinigingsrecht, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing en Reclamebelasting.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

 

Drachten, november 2018.