Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019 gemeente Tynaarlo

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019 gemeente Tynaarlo
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpAfvalstoffenheffing

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-01-2020Nieuwe regeling

11-12-2018

gmb-2018-282962

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019 gemeente Tynaarlo

 

De raad van de gemeente Tynaarlo;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelvoorziening: een voor een perceel of groep van percelen voor de inzameling van afvalstoffen van gemeentewege aangewezen voorziening;

  • c.

    pashouder: degene aan wie een pas ter beschikking is gesteld dat toegang geeft tot de inzamelvoorziening;

  • d.

    grof huishoudelijk afval: afvalstoffen, die door aard, omvang of hoeveelheid niet via de inzamelvoorziening worden ingezameld.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

 

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven genoemd in lid 2 van dit artikel en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De grondslagen van de belasting zijn:

    • a.

      Een vast bedrag per perceel;

    • b.

      Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel en de frequentie waarin de afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden per perceel;

    • c.

      Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per groep van percelen waarin de afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden per groep van percelen;

    • d.

      Het op afroep inzamelen of achterlaten op de milieustraat of andere incidentele dienstverlening als bedoeld in hoofdstuk 3 en 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3.

    Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel wordt bepaald als volgt:

    • a.

      Uitgangspunt is het gewicht van de container met het daarin aangeboden rest-afval, verminderd met het gewicht van die container na lediging ervan;

    • b.

      Het totale gewicht van het periodiek ingezamelde rest-afval per perceel vindt plaats door optelling van de gewichten van de gedurende het belastingjaar op het perceel wekelijks ingezamelde hoeveelheid;

    • c.

      Het totale gewicht van het periodiek ingezamelde rest-afval per groep van percelen vindt plaats door optelling van de gewichten van de gedurende het belastingjaar bij de groep van percelen wekelijks ingezamelde hoeveelheid;

    • d.

      Geen gewicht wordt bepaald voor het in de daartoe bestemde container aangeboden GFT-afval;

    • e.

      Evenmin wordt het gewicht bepaald van afvalstoffen die worden aangeboden in een ondergrondse container;

    • f.

      Voor de berekening van het gewicht is bepalend de registratie door de weegapparatuur op de inzamelauto.

  • 4.

    De frequentie waarin de afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden bedraagt de som van het aantal malen dat gedurende het belastingjaar op een perceel door middel van een container rest-afval wordt aangeboden.

    • 1.

      De frequentie waarin de afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden per groep van percelen worden niet geregistreerd.

  • 5.

    Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing van de wegende inzamelauto of van de op de inzamelauto geplaatste weeg-, herkennings- of registratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van rest-afval, ongeacht of de bij het perceel behorende containers worden aangeboden, voor betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 6.

  • 6.

    Het forfaitaire gewicht per perceel als bedoeld in lid 5 wordt bepaald op een evenredig gedeelte van het totaal van het over de voorafgaande zes maanden bij het betreffende perceel vastgestelde gewicht van het rest-afval en het totaal aantal inzamelbeurten van deze afvalstoffen gedurende die periode.

  • 7.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, of als om andere reden geen forfaitair gewicht als bedoeld in lid 6 kan worden vastgesteld, wordt het forfaitaire gewicht voor een perceel vastgesteld als 0 kilo voor de res-afval welke periodiek worden ingezameld.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in artikel 5, lid 2 wordt geheven door middel van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

In afwijking van het eerste lid geldt, dat de belasting bedoelt in hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter a, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

 

Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

 

De belasting bedoeld in artikel 5, lid 2, letter b, c en d is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in artikel 5.2 bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende twee maanden na de eerste termijn.

In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

 

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening reinigingsheffingen 2017’ van 6 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

 

Artikel 12 Citeertitel

Tarieventabel

behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing 2019'.

 

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Tarieven vast bedrag afvalstoffenheffing

1.1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 110,00

1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt verminderd met € 32,00 per belastingjaar

 

Hoofdstuk 2 Tarieven hoeveelheid periodiek ingezamelde afvalstoffenheffing

2.1

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in een restafvalcontainer:

2.1.1

Per lediging € 3,00

2.1.2

Verhoogd met een bedrag voor elke kilo aangeboden restafval, per kilo € 0,18.

2.1.3

Voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in een ondergrondse container met een compartiment van 30 liter € 0,54

2.1.4

Voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in een ondergrondse container met een compartiment van 60 liter € 1,08

 

Hoofdstuk 3 Tarieven milieustraat, op afroep inzamelen, incidentele dienstverlening afvalstoffenheffing

3.1

Op afroep inzamelen van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, elektrische en elektronische apparatuur op de reguliere ophaaldag t/m 1 m3 € 25,00

3.1.1

Elke 1 m3 of gedeelte daarvan, waarmee de in artikel 3.1 genoemde hoeveelheid wordt overschreden € 25,00

3.1.2

Het op aanvraag op een andere werkdag (niet zaterdag) aan huis ophalen van afval buiten de reguliere ophaaldag tot en met 5 m3 € 125,00

3.1.3

Elke 5 m3 waarmee de in artikel 3.1.2. genoemde hoeveelheid wordt overschreden, per 5 m3 of gedeelte daarvan € 125,00

3.2

Het op de milieustraat achterlaten van grof huishoudelijk afval, per kilogram € 0,14

Er geldt een minimum van € 2,80 per aanbieding en de weging wordt rekenkundig afgerond op een veelvoud van 10 kilogram

3.2.1

Als tijdens de openingstijden door een calamiteit of door een technische storing van de weegbruggen, of van de op de weegbruggen geplaatste weeg- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de weegbruggen worden opgeslagen geen automatische weging of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt per aanbieding een aanslag opgelegd voor:

40 kilo afval, gebracht met een personenwagen

80 kilo afval, gebracht met een personenwagen met aanhanger

 

 

Hoofdstuk 4 Overige tarieven afvalstoffenheffing

4.1

voor het op aanvraag leveren, omruilen of innemen van een minicontainer (140/240 liter), per bezoek € 0,00

4.1.1

voor het op aanvraag leveren, omruilen of innemen van een minicontainer binnen 3 maanden na vestiging van de verzoeker op een nieuw adres (gratis) € 0,00

4.1.2

voor het op aanvraag verstrekken van een in bruikleen gegeven minicontainer in verband met vermissing of door beschadiging die niet het gevolg is van slijtage bij normaal gebruik, of vanwege beschadiging door de inzamelaar € 30,00

 

4.1.3

Voor het op aanvraag monteren van een containerslot € 33,00

4.1.4

voor het op aanvraag vervangen van een in bruikleen gegeven toegangspas in verband met vermissing of door beschadiging die niet het gevolg is van slijtage bij normaal gebruik € 12,50

4.1.5

Het tarief genoemd in artikel 4.1, 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 wordt per bezoek verhoogd met voorrijkosten, ter hoogte van € 15,00

 

Hoort bij besluit van de raad van de gemeente Tynaarlo d.d. 11 december 2018

 

 

 

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing 2019.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2018

drs. M.J.F.J. Thijsen, Voorzitter

P. Koekoek, Griffier